Elk jaar wordt op 2 november, Allerzielen, in het openbaar een viering gehouden ter nagedachtenis aan de vluchtelingen die zijn overleden aan de Europese buitengrenzen. Pater jezuiet Jan Stuyt stond stil bij de omgekomen vluchtelingen. ” Eén van de bizarre gevolgen van het sterven op zee is dit: we weten niet eens wie er op die boten was meegegaan. Veel ouders zitten nog steeds te wachten op een bericht van hun kind. We hadden vanavond een lijst met namen willen voorlezen: die lijst met namen bestaat niet.”
Volgens recent onderzoek stierven er tussen 2000 en 2013 zeker 23.000 vluchtelingen tijdens hun tocht naar Europa. Ze verdronken in zeeën of rivieren of kwamen om door honger en ontberingen. Alleen al in 2014 zijn volgens de International Organisation for Migration meer dan 3000 vluchtelingen omgekomen aan de Europese grenzen. Dat betekent dat per dag bijna tien mannen, vrouwen of kinderen sterven tijdens hun vlucht naar Europa.
De Europese Unie en de rechten van vluchtelingen
Door de verbeterde grensbewaking kiezen vluchtelingen noodgedwongen voor de gevaarlijkste routes. Geen enkele van de belangrijke Europese instellingen die zich met migratie bezig houden doet een poging om zicht te krijgen op het dodelijke effect van Europees grensbeleid. Amnesty International riep eerder dit jaar de EU op om het redden van mensenlevens prioriteit te geven en niet de bewaking van haar grenzen.
In de viering eerder vandaag stond pater-jezuiet Jan Stuyt stil bij de omgekomen vluchtelingen. “Ik doe het drie keer per jaar: het graf van mijn ouders bezoeken: de steen wat poetsen, een nieuwe plant erbij: kijken wie de nieuwe buren zijn. Ik weet niet of zij, mijn overleden ouders, daar veel van merken – maar je doet zoiets uit liefde en ook een beetje voor jezelf. ‘Om het een plaats te geven’ zeggen we dan, en dat heeft alles te maken met die plaats, dat hoekje op dat bepaalde kerkhof. Stuyt: “Voor de meeste mensen die we vandaag herdenken is er niet zo’n plek, voor die mensen is er ook geen rouwdienst geweest.”