Het is pittig wat hij zegt. Kardinaal Robert Sarah is op uitnodiging van Kerk in Nood enkele dagen in Nederland. Op vrijdagmiddag 7 juni in Utrecht voor een besloten bijeenkomst met priesters en religieuzen. Zaterdagmorgen een plechtige eucharistieviering in de Sint Jan in Den Bosch en ‘s middag een publiekslezing. Op zondag gaat hij naar het Haarlemse om daar Pinksteren te vieren in een plechtige eucharistieviering.
door Joost Jansen oPraem
Kardinaal Sarah in Rome de prefect van de congregatie (zeg ‘ministerie) voor de eredienst en de sacramenten. Hij staat bekend als een criticaster van de Westerse (liberale) samenleving en vurig voorstander van een ingekeerde liturgie. Dat wordt op deze middag in Utrecht duidelijk. En nog veel meer.
Hij spreekt bedachtzaam, ingetogen, deze kardinaal, oorspronkelijk uit Guinee, een mooi Frans. De kerk heeft het moeilijk, en ook de priesters en de religieuzen hebben het moeilijk. Jezus in zijn Hogepriesterlijke gebed wordt aangehaald (Johannes 17): Hij wil zijn leerlingen niet uit de wereld wegnemen. Wel bidt de Heer dat zij geheiligd worden, terwijl zijn wel in de wereld zijn maar niet van de wereld.
De kwaal
Het beeld van de (gedeeltelijk) afgebrande Notre Dame van Parijs keert telkens terug. Zoals de Notre Dame staat de kerk in Europa in brand. De enige weg is om die brand een naam te geven, dan pas kun je er mee omgaan. Net zoals bij Mozes in de woestijn: zij die de bronzen slang aankeken werden gered. Welke naam moeten we aan die brand geven: de verwarring op het vlak van geloofsleer en de moraal die zorgen voor geloofsverlies. Als dit zo doorgaat, betekent het de dood. Net zoals de Notre Dame is de westerse beschaving vandaag een ruïne: de mens wordt eenzaam en zonder beleving van zijn oorsprong en doel. Wat in Europa is begonnen, verspreidt zich nu over de hele wereld.
Kardinaal Sarah wijst een oorzaak aan: de weigering van het vaderschap. Daardoor weigert de mens zich te plaatsen in een traditie, hij raakt los van zijn wortels en wordt overgeleverd aan de jungle van de hedendaagse maatschappij. Dit houdt ook de weigering van het vaderschap van God in, dus de erkenning dat je zoon/dochter bent van God, geschapen naar zijn beeld en gelijkenis. Je ziet dat ook bij de acceptatie van de genderideologie. De architecten van de grote kathedralen (denk weer aan de Notre Dame) wisten zich kind van God en bouwden daarnaar.
Bij de discussie over de restauratie van de Notre Dame ziet kardinaal Sarah dat ook hier de vraag wordt gesteld naar welk beeld men restaureert: naar het beeld van de mens of met de glorie van God op het oog.
De remedie
Er is maar een remedie: de ontmoeting met Jezus. De kerk is bestemd om oog in oog met God te staan. Als we de kerk willen herscheppen naar het beeld van de mens (en er zijn pogingen genoeg hiertoe) is dit een belemmering om God te ontmoeten. Het gaat erom de kerk zo te herstellen naar het oorspronkelijke beeld zoals Christus die heeft bedoeld. Hoe dit te doen? Het ontbreekt ons aan aanbidders, zoals Jezus knielde in de Hof van Olijven. Dan herontdekken we opnieuw de transcendentie van God. De mens is groots als hij knielt, dan is hij het sterkst in deze wereld. Er is crisis in de kerk omdat er te weinig geknield wordt.
De kardinaal wordt dan pittig: priesters en bisschoppen knielen te weinig, zijn te veel bezig met zich zelf, met hun eigen activiteiten. Er zijn eigenlijk te veel priesters. Er is geen crisis van de aantallen priesters, het is een crisis van de identiteit van de priesters. De priester moet meer dan een ‘alter Christus’ (een andere Christus) zijn, hij moet ‘ipse Christus’ (Christus zelf) zijn. De uitdrukking daarvan is het celibaat van de priesters.
De kardinaal gaat verder met een meditatie over de stilte in de liturgie, en we horen hier enkele gedachten die hij eerder heeft ontwikkeld in zijn boek over de stilte.
Aan het einde van de middag, na het zingen van de vespers, zitten we genoeglijk met de kardinaal te praten in de binnenhof van een kerk te Utrecht. Het klimaat is dan minder streng. Er wordt gelachen, er komt ontmoeting. Iemand zegt: ‘hier ontmoet ik hem meer dan in de ernst van zijn toespraak’. Ze heeft gelijk, denk ik.
Ik denk ook dat het niet voor niets is dat Kerk in Nood hem heeft uitgenodigd. Pater Werenfried van Straaten, de spekpater en grote opposant van het naoorlogse communisme, had zich bij kardinaal Sarah thuis gevoeld.
Lucas 24
De kardinaal verwijst naar zijn laatste boek: Le soir approche et déjà je jour baisse. Dit verwijst naar het verhaal van de Emmaüsgangers (Lucas 24). ‘De avond komt en de dag loopt al ten einde’: dit citaat kan aanleiding geven tot een beschouwing over de teloorgang van het Avondland, het afsterven van de Europese beschaving. Het verhaal van de Emmaüsgangers gaat echter verder en opent zich naar een nieuw perspectief: de ontmoeting met de Onbekende die de Heer blijkt te zijn in het breken van het brood, zomaar in een huis. En de zending om dit te gaan vertellen, om de Blijde Boodschap uit te dragen en zelf weer eucharistische kernen te scheppen.
Joost Jansen is norbertijn van de Abdij van Berne, pastoor van de parochie Heilige Augustinus (Berlicum/Middelrode, Dinther, Heeswijk en Loosbroek) en redacteur van Katholiek.nl