John L. Allen is werkzaam bij de Amerikaanse krant The Boston Globe. Tot voor kort was hij de Vaticaan-specialist van de National Catholic Reporter. Gedurende zestien jaar volgde hij het nieuws uit Rome en analyseerde dit voor onder meer CNN. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste Vatican-watchers. 11 juni was hij in Hilversum op uitnodiging van het Katholiek Instituut voor Massamedia (KIM) en de KRO.
Drie factoren dragen volgens hem bij aan de ongelofelijke belangstelling en sympathie van de media voor de paus.
Ten eerste: we waren toe gaan goed nieuws over de Kerk. De beschouwingen over de Kerk in de periode tussen het aftreden van Benedictus XVI en de verkiezing van Franciscus gingen over kindermisbruik, financiële malversaties, vatileaks en over de butler die het uiteindelijk gedaan bleek te hebben. Die voortdurende negatieve aandacht deed de behoefte aan positief nieuws groeien. Franciscus kwam net op tijd.
Ten tweede weten de media goed wat de mensen willen: het was onmiddellijk duidelijk dat Franciscus populair was en de media spelen daar maar al te graag op in.
De derde en misschien wel belangrijkste reden: Franciscus is authentiek. Hij is werkelijk nederig en heeft aandacht voor armen en zieken. Dat is geen uitgekiende media-strategie: zo is hij werkelijk.
Allen ging naar Buenos Aires. Ook daar woonde Franciscus toen hij nog aartsbisschop was niet in het bisschoppelijk paleis, maar in een appartement dat zonder meer als ‘spartaans’ kan worden omschreven: verwarming ontbrak bijvoorbeeld. En in de achterbuurten van de stad toonden de inwoners de foto’s van hem: Bergoglio die hun kind doopt, Bergoglio die hun zieke vader bezoekt. Overal zijn die foto’s te vinden.
Wat is de schaduwkant van deze populariteit? Het eerste slachtoffer is zijn voorganger Benedictus XVI. Hij kwam nooit van zijn imago van ‘Rottweiler’ af. Alleen negatieve dingen kwamen in het nieuws. Nu gebeurt precies het omgekeerde.
Dat is een andere schaduwzijde: journalisten die juichen om alles wat de paus doet. Als journalisten moeten we kritisch blijven, aldus Allen. Hoe staat het bijvoorbeeld met de hervorming van het financiële systeem van het Vaticaan? Allen hoort daar nogal eens tijdens zijn gesprekken met ingewijden een zin uit de roman La Gattopardo: ‘alles moet veranderen, zodat alles hetzelfde kan blijven’. Door de paus kritisch te blijven volgen, kunnen we hem juist helpen om zijn hervormingen door te voeren, zegt Allen.
Het seksueel misbruik binnen de Kerk is een ander probleem. De paus heeft het veroordeeld en een commissie ingesteld, maar het is wachten op concrete stappen: er zijn bijvoorbeeld nog geen bisschoppen gestraft voor het toedekken van misbruik. Wel moest een bisschop die te veel had uitgegeven voor de verbouwing van zijn paleis zijn biezen pakken.
Wie fundamentele veranderingen in de leer van de Kerk verwacht, zal teleurgesteld worden. Het celibaat blijft verplicht voor priesters; vrouwen worden geen priester. Maar daar zitten de meeste gelovigen niet op te wachten, denkt Allen, ze verwachten een kerk die minder legalistisch is, en meer barmhartig en die niet oordeelt, maar belangstelling heeft voor mensen. En dat is precies de revolutie die Franciscus teweeg heeft gebracht. Kijk naar de Amerikaans bisschoppen, zegt Allen. Tot ruim een jaar geleden lagen ze in de clinch met Obama over geboortebeperking, nu spreken ze vooral over de rechten van illegale immigranten.
De regels zijn er nog, maar worden pastoraal toegepast. Hoe mensen de leer toepassen in hun leven, is een zaak tussen God en de persoon in kwestie. Dat is een revolutie.
En hoe belangrijk is Nederland voor hem? Allen was hierover duidelijk: voor deze paus is Europa niet de hoogste prioriteit. Al zijn reizen gingen naar landen buiten Europa en de komende tijd staan er geen op het programma. Hij zei het niet, maar de conclusie kan alleen luiden dat niemand de paus kan tegenhouden om naar Nederland te komen. Hij is het gewoonweg niet van plan.