In de aanvullingen op het Annuario Pontificio die op 1 juli 2013 verschenen trof de Italiaanse journalist Sandro Magister een merkwaardig feit aan: bisschop Francis Borgia Hong Young-bo van Pyongyang is overleden. Dat vestigt even de aandacht op de positie van de christenen in het dictatoriaal geregeerde Noord-Korea.
Tot nu toe werd de naam van de bisschop vermeld met de toevoeging ‘vermist’. Feitelijk moet hij al aan het eind van de jaren veertig vermoord zijn toen de communisten aan de macht kwamen in Noord-Korea.
In die tijd zijn er zeker nog tachtig andere katholieken omgebracht. De bisschoppen van Zuid-Korea hebben nu gevraagd om het proces te starten tot zaligverklaring van de bisschop en de tachtig andere slachtoffers van de communistische machtsovername. Daarom heeft het Vaticaan het overlijden van bisschop Hong nu officieel erkend.
Dit feit vestigt de aandacht op de situatie van de katholieken in Noord-Korea. Volgens kardinaal Nicolaas Cheong Jinsuk, emeritus-aartsbisschop van Seoel, zijn er naar schatting duizend tot drieduizend katholieken in dat land.
Net als in China is er in Noord-Korea een ‘officiële’ rooms-katholieke kerk die niet door het Vaticaan wordt erkend. Aartsbisschop Cheong heeft het land nooit kunnen bezoeken omdat de autoriteiten daarvoor zo veel geld vragen dat het aartsbisdom dit niet kan betalen.
Over de situatie van de katholieken in Noord-Korea is dus weinig bekend, maar dat kan geen verrassing zijn voor iedereen die maar iets weet van het karakter van de communistische dictatuur in het land.