Wat betekent de ‘R’ van rooms-katholieke scholen in Limburg? Dagblad De Limburger belde met teamleiders en directeuren van 40 van de 360 katholieke basisscholen in Limburg. Met opmerkelijke verschillen tussen ‘noord en zuid’ over hoe katholiek hun school is.
Verreweg de meeste scholen noemen de voorbereiding op de communie, de viering van Pasen en Kerstmis en respectvolle omgangsvormen als typische katholieke elementen van hun school. Er zijn grote lokale verschillen hoe daar invulling aan wordt gegeven. Dat is zeer afhankelijk van de opstelling van de school en de relatie van de pastores met een school.
De ‘R’ van de scholen is dus meer innerlijk gedreven dan uiterlijk expliciet. Het hele expliciete rooms-katholieke geloof komt steeds minder voor. Het gaat om persoonlijk geluk ervaren, betrokken zijn en niemand buitensluiten. Dat zegt bijvoorbeeld Per Ebbelink van een katholieke school in Maastricht. ‘Het zit ‘m niet meer in de bijbelverhalen. Wij dragen ook niet de leer van het katholieke geloof over. We leren hoe ze een goed mens kunnen zijn. Hoe ze kunnen delen, kunnen helpen. Dat leer je niet met een godsdienstlesje in de week.’
Bidden
Op katholieke basisscholen in Zuid-Limburg wordt veel vaker gebeden dan in Noord- en Midden-Limburg. Er zijn in het zuiden overal leraren te vinden die samen met hun klas een Weesgegroetje of versje bidden. Soms elke dag, soms wekelijks of bij speciale gelegenheden. In het noorden wordt op slechts één ondervraagde school gebeden. ‘Je kunt wel bidden tot je een ons weegt, maar dat maakt je nog geen goede katholiek’, zegt Jan van Baal, schooldirecteur in Hoensbroek. Dat staat in schril contrast met katholieke scholen in Cadier en Keer Eckelrade. ‘Er is een warme band met de kerk. We hebben gezinsvieringen in de kerk met leerlingen die in het koor zingen en soms lezen leerkrachten voor’, zegt de directeur van scholen daar.
De helft van de ondervraagde scholen biedt voorbereiding op de eerste communie binnen schooltijd. Vaak is het dan een halfuurtje per week communieles. Voor 20 scholen moet dat maar in eigen tijd gebeuren. Op de ondervraagde scholen doet in bijna alle gevallen tussen de 50 en 75 procent van alle leerlingen de communie.
Op alle ondervraagde Zuid-Limburgse scholen hangen één of meerdere kruisen. In Noord- en Midden-Limburg is dat niet overal het geval meer. Hoogfeesten, zoals Pasen, krijgen nog volop aandacht.
Verschil Noord en Zuid-Limburg
Het verschil tussen Noord- en Zuid-Limburg is volgens een woordvoerder van het bisdom Roermond te verklaren door de volksaard. ‘Er wordt in het zuiden van de provincie doorgaans meer werk gemaakt van bijvoorbeeld processies, en ook communiefeesten worden in Zuid-Limburg veel uitbundiger gevierd.’
Bidden op katholieke scholen in het zuiden van ons land wordt alleen gedaan als de docent dat wil. Volgens Pim Hendrix van de basisscholen in Einighausen en Limbricht valt het op dat niet alleen ‘de oudere garde’, maar ook jonge leraren af en toe met hun klas bidden.
Bevlogen docenten nodig
Veel hangt af van de relatie tussen de kerk en de school. Een van de respondenten zegt: ‘Waar ik woon, in Gronsveld, hebben ze een fantastische pastoor. Die staat tussen de mensen in. Hij houdt tractortourtochten, gaat darten en is mens tussen de mensen. Dan krijg je ook veel van de grond.’
Het ideaalbeeld van hulpbisschop De Jong zijn bevlogen katholieken die in begrijpelijke taal kunnen uitleggen waarom Jezus belangrijk is. Dat is allang geen haalbare kaart. Er zijn schooldirecteuren die tegen ouders zeggen: ‘Dat katholiek, daar hoeft u niet bang voor te zijn. Merkt uw kind niks van’.
Marjo van Helvert, bisschoppelijk gedelegeerde voor het katholiek onderwijs in Limburg, laat zich daardoor niet uit het veld slaan: ‘Kinderen groeien niet op in gezinnen waar ze vanzelf meekrijgen wat het katholieke geloof inhoudt. Dit betekent dat scholen laag moeten instappen om de traditie, cultuur en de christelijke geloofsovertuiging op kinderen over te brengen. Daarvoor is feitenkennis nodig over het katholieke geloof. Niet alle katholieke scholen hebben voldoende docenten met deze kennis in huis. Het bisdom biedt bijscholing aan. We hebben speciale lesmethodes ontwikkeld. Niet alle schoolbesturen aanvaarden onze hulp. Maar ik blijf ze bellen, al moet het honderd keer.’
Bron: De Limburger/Limburgs Dagblad/Nationale Onderwijsgids