Met zijn allen door de woestijn op weg naar het beloofde pandemievrije land

Coronavirus

Gisteravond kwam ik tot de ontdekking dat het leven nog steeds pas houdt met het liturgisch jaar. Twee columns geleden legde ik het verband tussen de verwachting van Advent en het hopen op vaccinaties tegen COVID-19.

door Hans-Peter Bartels

Inmiddels zitten we in de veertigdagentijd. We wachten op de verlossing. Niet alleen die van Pasen, maar we wachten op de verlossing van de coronapandemie. En natuurlijk de maatregelen die de overheid noodgedwongen moet treffen om ons te beschermen tegen de coronapandemie. We hoorden afgelopen zondag over de satan die Jezus probeerde te verleiden in de woestijn. Dat lijkt wel op al die mensen op radio, tv, internet enzovoorts die nu al roepen dat we best zonder de coronamaatregelen zouden kunnen. En ja, natuurlijk kan dat. We kunnen ook zonder de grondwet… maar ons leven wordt ook daar echt niet beter van.

De maatregelen worden, voor mijn gevoel, nog te vaak ‘verkeerd om’ uitgelegd. De maatregelen geven niet aan wat we ‘niet’ mogen, maar vooral wat we veilig wel kunnen. Stel, we zouden totaal geen zicht hebben op hoe we onszelf zouden kunnen beschermen tegen een besmetting met het coronavirus, dan stonden we stil. Dan durfde niemand nog een stap buiten de deur te zetten. Zelfs niet in je eigen achtertuin. Je weet nooit of corona voorbij zweeft. Juist door de maatregelen weten we wat er veilig kan. We kunnen een rondje wandelen en zolang we anderhalve meter afstand van anderen houden en regelmatig onze handen wassen, dan is de kans dat je besmet raakt nihil. De regels geven ons juist vrijheid.

Natuurlijk… ik heb gemakkelijk praten: ik heb geen winkel of horecazaak die dicht moet, noch hoef ik een land te besturen of patiënten te verzorgen op de IC. Maar ja, voorlopig moeten we nog echt even door de woestijn tot we het ‘beloofde pandemievrije land’ bereiken.

Ik denk wel dat het ‘echte’ Pasen nog te vroeg komt. Pas tegen Pinksteren lijkt me reëler dat het leven langzaam weer ‘normaler’ wordt… zouden dan toch ooit Pasen en Pinksteren op één dag vallen?

Ook in mijn persoonlijk leven voelt het alsof ik in een ‘vastentijd’ zit. Zoals ik in mijn vorige column schreef, ben ik verhuisd. We zijn druk bezig om de herstart van deze opnieuw samengestelde broedercommuniteit binnen Stadsklooster San Damiano goed te maken. We nemen onze ervaringen mee en smeden nieuwe plannen voor de toekomst. We gaan met elkaar van het oude Egypte, door de Rode Zee, langs Mara, Massa, Meriba en de Horeb… naar het nieuwe Jeruzalem. Dat duurt gelukkig geen veertig jaar, maar veertig dagen. Ongeveer. En dan is het Pasen en gaat het pas echt beginnen…