Mgr. Antoon Hurkmans heeft zijn ontslag aangeboden aan paus Franciscus. De paus heeft dat ontslag aanvaard, aldus een brief van de Bossche bisschop aan zijn gelovigen op de website van het bisdom. De stap van Hurkmans is opmerkelijk – hij is nog geen 75 jaar – maar niet onverwacht. De bisschop kampt al jaren met gezondheidsklachten.
‘Sinds juli 2014 ontbreken mij de krachten om mijn werk ten volle uit te oefenen,’ schrijft mgr. Hurkmans in zijn herderlijke brief met dagtekening 11 september 2015. ‘Daarom heb ik mij genoodzaakt gezien aan onze Heilige Vader Paus Franciscus in juni jl. te vragen mij te ontheffen van mijn taak.’ Inmiddels is er antwoord uit Rome, aldus Hurkmans. ‘Tevens heeft Rome laten weten dat ik de bisschop van ’s-Hertogenbosch blijf tot mijn opvolger is benoemd en geïnstalleerd.’
Volgens de brief is het kathedraal kapittel reeds bezig met het voorbereiden van de ‘geheime opdracht’: drie mogelijke kandidaten als opvolger van Hurkmans. Deze voordracht wordt door de bisschoppenconferentie van commentaar voorzien en doorgestuurd naar de nuntius, die het dossier weer doorgeleidt naar Rome. Uiteindelijk staat het paus Franciscus vrij om wel of niet rekening te houden met beide aanbevelingen.
Hurkmans blikt uitgebreid terug op zijn ambtsperiode die in 1998 begon, toen de toenmalige rector van de diocesane priesteropleiding, het Sint Janscentrum, door Rome benoemd werd als opvolger van mgr. Ter Schure. De scheidend bisschop ziet drie rode lijnen in ‘zijn’ periode: ‘Als eerste heb ik mij steeds willen inzetten voor de onderlinge eenheid in het bisdom, dit binnen het geheel van de Wereldkerk. Expliciet heb ik de Nieuwe Evangelisatie op gang willen brengen. Daar waar men Christus verkondigt, ontstaan plaatsen van hoop. Tenslotte was het hergroeperen van de parochies een grote uitdaging.’
Eenmaal met emeritaat zal Hurkmans gaan wonen in zijn geboortedorp Someren. ‘In mijn geboortedorp zal ik gaan wonen, in de plaats waar ik van mijn ouders het geloof heb meegekregen.’ Hurkmans kijkt met een zekere nostalgie terug op zijn jongere jaren als dorpspastoor in Waalwijk. ‘Mijn genegenheid, daarin ben ik de pastoor van Waalwijk gebleven, gaat uit naar de gelovigen, naar hen die nauw verbonden zijn met de Kerk, maar zeker ook naar hen die verder verwijderd zijn geraakt. Zij mogen weten dat God hen graag ziet.’
Wanneer de naam van de opvolger bekend zal worden gemaakt, is nu niet te zeggen. Het kan een kwestie van weken, maar ook van maanden zijn.