Gisteren is in Laren emeritus hoogleraar Theo de Kruijf overleden. Dat heeft de KRI Katholieke Raad voor Kerk en Jodendom laten weten op haar website. De Kruijf was al enige tijd ernstig ziek.
Theo de Kruijf zette zich zijn hele leven in voor de verbetering van de relatie tussen katholieken en joden. Van 1972-1978 was hij voorzitter van de KRI. ‘De KRI verliest in Theo de Kruijf een bron van inspiratie en volharding,’ aldus de Katholieke Raad voor Kerk en Jodendom. ‘De Kruijf was een van de eersten die een forum schiep voor de dialoog tussen Joden en Christenen. Al voor het verschijnen van de verklaring van Vaticanum II Nostra Aetate – vanaf september 1964 – organiseerde hij op het seminarie Rijsenburg lezingenreeksen op hoog niveau, waar Nederland kennismaakte met hoogleraren als David Flusser en later Shmuel Saffrai. Deze bijeenkomsten stonden aan het begin van intensieve kennisvermeerdering in Nederland over de Joodse wortels van de christelijke cultuur.’
Als hoogleraar Exegese van het Nieuwe Testament heeft zijn studenten laten kennismaken met destijds nieuwe, verfrissende perspectieven op de theologie. Daarnaast bleef hij zich inspannen voor verbetering van de relatie tussen kerk en Jodendom. Al omstreeks 1974 – twintig jaar voor het daadwerkelijk gebeurde – pleitte hij voor erkenning van de staat Israël door de Katholieke Kerk, iets dat destijds nog veel tegenstand opriep.
Op Facebook liet de decaan van de Tilburg School of Catholic Theology, Marcel Sarot, in een reactie weten ‘De Kruijf te herinneren als een intelligente docent, als een niet onverdienstelijk schrijver van light verse (‘le bonbon en la bonbonnière’), en als een priester die ook toen hij op hoge leeftijd en zeer slecht ter been was, nog regelmatig bij ons in de parochie voorging (in de geloofsgemeenschap van Austerlitz) en bij allerlei bisdommelijke gelegenheden zeer betrokken aanwezig was.’
Hoogleraar dialoog tussen de godsdiensten Marcel Poorthuis over zijn oud-collega: ‘Theo de Kruijf was docent exegese Nieuwe Testament op het grootseminarie Rijsenburg. Daar al gaf hij blijk van zijn grote interesse voor het jodendom. Hij was het die Rabbijn Aschkenasy naar de katholieke opleiding haalde, zelfs nog voor de seminaries tot hogeschool werden in 1967. Als voorzitter van de Katholieke Raad voor Israel heeft hij de katholieken van Nederland telkens weer gewezen op het belang van de dialoog met het jodendom. Ook als exegeet zag hij de grote betekenis van de joodse leefwereld van het Nieuwe Testament. Niet toevallig schreef De Kruijf een commentaar op één van de moeilijkste documenten van het Nieuwe Testament, maar voor de band met het jodendom meest centraal: Paulus’ Brief aan de Romeinen. Bij alle liefde voor het jodendom kwam dit bij De Kruijff nooit in mindering op zijn katholieke identiteit. Als iets hem kenmerkte was het zijn priesterschap, dat hij ook in de jaren dat hij teruggetrokken leefde in Laren, intens heeft beleefd. Zo liep hij als priester mee in de Sint Jansprocessie zolang hij het kon. Zondags in de kerk kreeg hij telkens de stola omgelegd door zijn medepriester Jan Vriend. De Kruijf heeft vele generaties theologiestudenten gewezen op het jodendom als levende realiteit van vandaag de dag. Ook als lid van de redactie van Compendia Rerum Iudaicarum gaf hij zijn betrokkenheid wetenschappelijk gestalte.’
De Kruijf werd in 1928 in het Duitse Frankfurt geboren. Hij promoveerde in Rome in 1962 op de christologie van het Mattheus-evangelie. In 1971 werd hij voor vier jaar benoemd tot buitengewoon hoogleraar De exegese van het Nieuwe Testament. Daarna werd hij voorzitter van de KRI tot aan 1978. In de jaren tachtig verscheen onder meer het boekje ‘Abinoe-Onze Vader’ over de overeenkomsten tussen het (katholieke) OnzeVader en het (joodse) achttiengebed. De uitgave beleefde vele herdrukken. De Kruijf was recent één van de ondertekenaars van het ‘Professorenmanifest’ dat zich bezorgd toonde over lokale geloofsgemeenschappen.
Theo de Kruijf is 86 jaar oud geworden.