In zijn preek tijdens de eucharistieviering ter afsluiting van de Amazonesynode sprak paus Franciscus over drie soorten van gebed: dat van de farizeeër, dat van de tollenaar en dat van de arme. Alle drie vertellen ons iets over hoe we kunnen bidden, maar het gebed van de arme ‘reikt tot de wolken’.
Het gebed van de farizeeër begint volgens de paus goed omdat het begint met dankbaarheid, maar vervolgens voegt de farizeeër toe dat hij dankbaar is omdat hij ‘niet is zoals andere mensen’. Hij is helemaal vol van zichzelf en zijn eigen deugden en verdiensten. ‘Hij is alleen op zichzelf gericht. Hij is liefdeloos,’ zei de paus. ‘Hij staat in de tempel van God, maar degene die hij aanbidt, is hijzelf (…) Hoeveel vermeende superioriteit, getransformeerd in onderdrukking en uitbuiting, bestaat er zelfs vandaag de dag nog?’ Paus Franciscus legde een verband tussen deze vermeende superioriteit en ‘het gehavende gezicht van de Amazone’.
Het gebed van de tollenaar daarentegen helpt ons om te zien wat God behaagt: de tollenaar begint zijn gebed met zijn eigen tekortkomingen, geeft toe dat hij geestelijk arm is. ‘Als we naar de tollenaar kijken,’ vertelde de paus, ‘herontdekken we waar we moeten beginnen: bij de overtuiging dat wij, allemaal, redding behoeven. Onszelf als ‘rechtvaardig’ beschouwen is God in de kou laten staan,’ aldus paus Franciscus. Volgens hem doen we er goed aan om onszelf met de armen te associëren, omdat de redding van God alleen functioneert in een sfeer van interne armoede.
Het gebed van de arme echter ‘stijgt direct op naar God’, of, in de woorden van Jezus Sirach, ‘reikt tot de wolken’, aldus de paus. Hij legde uit dat de armen zichzelf niet voor anderen hebben gesteld in dit leven, maar dat zij hun rijkdom in God alleen hadden. ‘Tijdens de Amazonesynode hadden we de eer om naar de stemmen van de armen te luisteren en te reflecteren op hun precaire situatie, bedreigd door roofzuchtige modellen van ontwikkeling,’ zei de paus. De synode heeft ook degenen gehoord die getuigden van de mogelijkheid om de wereld niet te behandelen als een bron die uitgebuit kan worden, maar als een thuis om te beschermen, met vertrouwen op God. Hij besloot met gebed om de genade om te luisteren naar de schreeuw van de armen: ‘Als we hun roep de onze maken, zal ons gebed ook reiken tot de wolken.’