Tijdens een lezing in de Sint-Janskathedraal in ‘s-Hertogenbosch heeft Theo Bovens, Commissaris van de Koning (gouveneur) van de provincie Limburg, in zijn lezing aangegeven dat het beheer van religieus erfgoed niet alleen een zaak is van kerken, maar ons allen aan gaat.
Een tachtigtal vertegenwoordigers van het openbaar bestuur en kerkbesturen kwamen op uitnodiging van bisschop Gerard de Korte in de Bossche kathedraal bijeen om van gedachten te wisselen over het onderwerp ‘religieus erfgoed’.
Aanwezigheid van Christus
In iedere (katholieke) kerk is Christus aanwezig en volgens gouverneur Bovens bestaan lege kerken daarom niet. “In katholieke zin is een kerk waar een tabernakel met het Allerheiligste aanwezig is, bewoond. Die kerk staat niet leeg.” Bij een kerksluiting verdwijnt ook de presentie van Onze Lieve Heer, aldus Bovens. De ondersteuning van overheden geeft kerken perspectief, of ze nu hun huidige functie behouden of een herbestemming krijgen.
Overheid
Dat kerkgebouwen eigendom zijn van parochies en protestantse gemeenten betekent volgens de Limburgse Commissaris niet dat zij alleen de verantwoordelijkheid ervoor dragen. “Er is een tijd geweest dat overheidsbestuurders vanuit een soort krampachtig denken in principes als ‘scheiding kerk en staat’ terughoudend en soms zelfs wantrouwend stonden tegenover initiatieven om iets met de kerken te doen, te ondernemen. Die tijd is eigenlijk wel voorbij.”
In veel maatschappelijke vraagstukken vraagt de overheid actieve betrokkenheid van burgers. Bovens: “Meer dan 65 procent van het vrijwilligerswerk is kerkelijk gerelateerd dan wel geïnspireerd, of wordt door gelovige mensen uitgevoerd. Dat besef maakt dat de overheid toenadering tot kerken zoekt, bondgenootschappen aangaat. De overheid moet beseffen dat het bij de kerk geen zaak is van: we vinden jullie diaconale kant leuk, maar het liturgische werk hoeft voor ons niet. ”
Religieus erfgoed is een gedeelde verantwoordelijkheid
Volgens Bovens is religieus erfgoed een gedeelde verantwoordelijkheid. Volgens hem kan het niet zo zijn dat we een kleiner wordende groep opzadelen met de lasten. Er mag volgens hem dus ook meerdere vormen van steun komen: “Als de Nederlandse samenleving het waardevol vindt om 80 miljoen uit te geven om 1 van de 2 schilderijen van Rembrandt in Parijs te kopen, Martin of Oopjen, is het geenszins overdreven diezelfde samenleving te vragen aan de restauratie van deze Sint-Jan bij te dragen.”
In het nieuwe regeerakkoord worden monumentale kerken expliciet genoemd als gebouwen waarvoor extra geld beschikbaar komt. Maar het Rijk verwacht ook steeds co-financiering van provincie of gemeente. Volgens Bovens moet er echter juist provinciaal of lokaal extra aandacht voor kerkgebouwen zijn, uit waardering voor de huidige functie, uit waardering voor het bestaan en het werk van het kerkgenootschap, maar ook om andere functies mogelijk te maken
Ook Mgr. Gerard de Korte, bisschop van ‘s-Hertogenbosch, benadrukte dat de katholieke kerkgebouwen een symbool zijn van katholieke presentie. “Ieder kerkgebouw is een huis van gebed, van Woord en sacrament. Daarnaast zijn onze kerkgebouwen ook belangrijk cultuurhistorisch erfgoed.” Het schrijven van zwarte cijfers is uitgangspunt van het gebouwenbeleid. “De Kerk van de toekomst leeft van Gods Geest, maar ook een gezond financieel fundament is nodig”, aldus de bisschop. Het bisdom streeft bij verkoop van kerkgebouwen niet eenzijdig naar een maximale verkoopopbrengst Het heeft een ‘optimale opbrengst’ voor ogen die ook rekening houd met andere relevante, immateriële, factoren, zo benadrukte de bisschop. Wel dient minimale de economische opbrengst te worden gerealiseerd. “We moeten immers ook nuchter constateren dat kerkgebouwen een onderdeel vormen van het vermogen van de parochie en daarmee van de weerstandsbuffer van de geloofsgemeenschap.”