Van geweld en afscheiding naar compassie en saamhorigheid

Père J. Hamel - Copyright Paroisse Saint-Etienne de Saint-Etienne-du-Rouvray

Drie jaar geleden op 26 juli 2016: Saint-Étienne-de-Rouvray (Frankrijk), een dorpspastoor viert eucharistie op een doordeweeks dag, ’s ochtends, zoals hij dat elke morgen gewend was te doen. Enkele parochianen vieren mee. Twee geradicaliseerde jongeren rennen naar binnen en vermoorden hem terwijl ze iets in het Arabisch schreeuwen. De aanslag zal later worden opgeëist door Islamitische Staat.

Jacques Hamel – zo heet de priester – zegt nog: ‘Ga weg Satan!’ Hij sterft aan de voet van het altaar. Een indrukwekkende dood. Indrukwekkend ook door wat het allemaal in het dorp, in het bisdom van Rouen, in Frankrijk en over de grenzen heen heeft opgeroepen. Veel emoties onder de katholieken maar ook in de moslimgemeenschap van Saint-Étienne-de-Rouvray.

Zijn dood roept wereldwijd afschuw op, maar er is ook bewondering voor hem. ‘Katholieken hebben geen andere wapens dan het gebed en de broederschap onder de mensen.’ Aldus Mgr. Dominique Lebrun, aartsbisschop van Rouen. ‘De dood van Jacques Hamel gelijkt op die van Jezus Christus, zoals elke dood van wie martelaar wordt voor de waarheid, de rechtvaardigheid, de vrede en het geloof.’ Paus Franciscus verklaart dat ‘deze heilige priester gestorven is terwijl hij bad voor de hele Kerk’.

‘Mensen blijven Père Hamel aanroepen, als een heilige,’ schrijft onze redacteur Joost Jansen oPraem een jaar later tijdens zijn verblijf in Frankrijk. Normaliter wordt de procedure voor zalig- en heiligverklaring pas na vijf jaar opgestart, maar op verzoek van de plaatselijke bisschop en met toestemming van paus Franciscus loopt de procedure om Hamel zalig te verklaren dan al enkele maanden. ‘Priester Jacques Hamel nog sneller zalig dan Moeder Teresa?’ kopte kerknet.be begin dit jaar nog. De tijd zal het leren.

Hamel werd geboren in Darnétal op 30 november 1930 en werd priester gewijd op 30 juni 1958. Na in diverse andere plaatsen gediend te hebben, werd hij in 2000 hij pastoor in Saint-Étienne-du-Rouvray. Hoewel hij op zijn 75e met pensioen ging, bleef hij als priester assisteren in deze parochie, waar hij op de bewuste dag bij het altaar op de knieën werd gedwongen en zijn keel werd doorgesneden. Maar hij sterft niet voor niets, want na zijn dood vindt er een tegenbeweging plaats: van geweld en afscheiding naar compassie en saamhorigheid.