In onze nieuwe rubriek ‘Vers voor de Zondag’ blikken we vooruit op de eucharistieviering van aanstaande zondag: wat vertelt het Evangelie ons? Om wat voor thema draait deze viering? Wat zou je kunnen doen om dit te onderstrepen?
5e zondag van Pasen / zondag voor de Oosterse Kerken / Moederdag
Ruimte voor velen!
Zij die zich toevertrouwen aan de boodschap van de Heer-die-leeft zullen zich ook organiseren. En dan begint het hele menselijke ‘gedoe’ van eenheid en verdeeldheid, van liefde en jaloezie, van zoeken naar de goede weg. Wat in de eerste christentijd – volgens de Bijbelse verhalen – is gebeurd, is ook vandaag aan de hand. Eenheid en verdeeldheid, gezamenlijke ideaal en pluriforme uitwerking. En dan in alles steeds opnieuw, het verlangen naar eenheid in verscheidenheid, het gebed om eenheid.
De Zondag voor de Oosterse kerken staat in dit perspectief: de rijkdom van de diversiteit, samen met de gedeelde passie voor de boodschap van de Levende.
Exegetische notities Evangelie
Johannes 14,1-12
Johannes 14 is deel van de uitvoerige afscheidsrede van Jezus, in de context van het Johanneïsche laatste avondmaal (Johannes 13-17). Die setting brengt de tekst ook op spanning. Wanneer Jezus in het eerste vers zegt ‘Jullie moeten je niet zo laten verontrusten’ zegt hij dat in het licht van zijn naderende verraad, lijden en sterven. Tegelijkertijd begint daarmee de Johanneïsche interpretatie van deze laatste dagen van Jezus. Wat er van buiten bekeken uit zou kunnen zien als het dramatisch en tragisch einde van een mislukte populaire rabbi, noemt Jezus zijn weggaan ‘om voor jullie een plaats gereed te maken’. Een uitspraak die hij vervolgt met ‘Ja, Ik moet weggaan en voor jullie een plaats gereedmaken, maar Ik kom terug, en dan neem Ik jullie bij me op, zodat daar waar Ik ben, ook jullie zullen zijn.’ (v. 3) Wat dit allemaal kan inhouden werkt de pericoop didactisch handig uit in een vraag-en-antwoord-spel tussen Jezus, Thomas en Filippus. Dit wordt ingeleid door Jezus stelling in v. 4: ‘En waar Ik heen ga – de weg daarheen is jullie bekend’
In zijn reactie hierop stelt Thomas een begrijpelijke begripsvraag. Op die manier representeert hij ook de lezer van het evangelie die dit misschien ook niet helemaal helder is (vgl. ook zijn rol in Joh. 11:16, 20:24-29). In het antwoord van Jezus wordt het kennen van de weg gelijkgesteld met Jezus kennen. Weg, waarheid en leven zijn geen verschillende onderdelen van een groter complex, maar verschillende manieren om de betekenis van Jezus te beschrijven (‘weg, dat wil zeggen: de waarheid, dat wil zeggen: het leven’). Het tweede deel van de zin ‘niemand komt tot de Vader dan door mij’ vat de kern van Johannes’ theologie samen, zoals dat in het vervolg ook nog duidelijk zal worden.
Dezelfde dynamiek als in v. 4 komt terug in v. 7: Jezus zegt aan het einde van zijn antwoord iets dat vooruitgrijpt naar vv. 9-10: het zien van Jezus als het zien van de Vader; Philippus, in de rol die Thomas eerder had, begrijpt het niet en krijgt in een verwijtend antwoord van Jezus uitleg: wie Jezus ziet, ziet de Vader (v. 9). Anders gezegd: de enige toegang tot God, is zoals hij geopenbaard wordt in Jezus. De reden hiervoor is het (ver)blijven van de Vader in Jezus (vv. 10.11). V. 12 sluit de pericoop af met nog een woord van troost: ook al is Jezus weg, de gelovigen zullen tot nog grotere daden in staat zijn dan Jezus, die in de tussentijd woningen in het huis van de Vader voorbereidt (vv. 2-3).
Wat hiermee nog niet beantwoord is, is wat de weg van Jezus nu precies inhoudt. Daarvoor is het bredere kader van belang: het naderende einde van Jezus dat hij hier zelf duidt als zijn weggaan om een plek te bereiden voor de leerlingen. Deze herinterpretatie van Jezus’ kruisdood als iets dat Jezus voor anderen doet in plaats van iets dat hem overkomt, geeft Jezus ook in zijn dood een bijzondere waarde en waardigheid. In de kern is deze dood uitdrukking van Jezus’ trouw aan God die door God door zijn trouw aan hem beantwoord wordt. Daarmee wijst en bereidt Jezus een weg naar God die zijn leerlingen, toen en nu ook kunnen begaan.
Themastelling
De lezingen van deze zondag zijn op verschillende manieren met elkaar verbonden. Zo kunnen de lezingen uit Handelingen en 1 Petrus met elkaar verbonden worden via de nadruk op de ethische geloofspraktijk die erin benoemd wordt: de zorg voor behoeftigen (weduwen) in Handelingen 6 en een ‘heilig’ bestaan in het algemeen in 1 Petrus 2. Een andere lijn is die van het omgaan met een benauwd bestaan. In 1 Petrus 2 komt dat naar voren doordat ‘Petrus’ de lezers bemoedigt en ze laat zien hoe hun geloofspraktijk diepe wortels heeft en legitiem is. In Johannes 14 speelt dit een rol doordat Jezus’ naderende kruisdood omgeduid wordt tot zijn banen van een weg naar God toe voor zijn leerlingen. Wat een marginaal bestaan (1 Petrus) of vernedering (Johannes) lijkt, blijkt een leven naar Gods wil (vroege christenen) en zelfs een verlossend bestaan (Jezus).
Suggestie
In het huis van mijn vader is ruimte voor velen: voor het altaar een groot boeket met veelkleurige bloemen als teken van de veelkleurigheid van de geloofsgemeenschap. Na de viering kan wie dat wil een bloem brengen aan iemand die een beetje aandacht en een hartelijk woord kan gebruiken. Misschien neemt iemand de ziekencommunie mee voor een ouder, een partner, iemand in zieken- of verpleeghuis. Dit gebaar kan gepaard gaan met de attentie van een bloem.
De teksten en suggestie zijn genomen uit de ‘Handreikingen voor liturgie voor de zon- en feestdagen’ van Berne Media. In deze uitgave staan exegetische notities voor elke lezing en antwoordpsalm, een ‘kapstok’ voor de verkondiging, misteksten, voorbeden en diverse andere suggesties voor vieringen met gewijde of niet-gewijde voorganger. Voor meer informatie over de uitgave en een abonnement, zie de website van Berne Media.