Vers voor de Zondag: 14 februari

Narcissen

In onze rubriek ‘Vers voor de Zondag’ blikken we vooruit op de eucharistieviering  – tijdens de lockdown op afstand te volgen op televisie en internet – van aanstaande zondag (of feestdag): wat vertelt het Evangelie ons? Om wat voor thema draait deze viering? Wat zou je kunnen doen om dit te onderstrepen?

Zesde zondag door het jaar

Gereinigd worden

Je kunt vuile handen hebben. Je geest kan bezoedeld raken. Je kunt ook rein zijn in hart en handen. En dan zit er nog een rijke schakering van situaties tussen deze twee uitersten. Er ligt een grote uitdaging om zuiver door het leven te gaan. Maar hoe? En hoe word ik geholpen?

De oproep om zuiver door het leven te gaan, leeft in alle culturen en alle godsdiensten en wereldbeschouwingen. De wegen hierin zijn onderscheiden. De lezingen uit de Schrift geven ons vandaag richting. Buitenkant en binnenkant van ieder van ons worden aangesproken. En dan die kracht die ons wordt aangezegd en werkt… we mogen gereinigd worden.

Exegetische notities Evangelie

Marcus 1,40-45

Dit verhaal hangt wat tijd en plaats betreft geheel in de lucht. Het verhaal moet daarom worden gelezen in samenhang met de tekst eromheen. Ook worden er geen namen genoemd. Dat vereist goed lezen.

Met het verhaal van de genezing van de melaatse wordt een eerste cyclus verhalen over de werkzaamheden van Jezus in Galilea afgesloten. Tot nu toe was Jezus bij zijn optreden actief op plaatsen die Hem een zekere beschutting boden zoals de synagoge van Kafarnaüm of een vertrek in de woning van Simon. De genezing van de melaatse speelt zich echter zomaar ergens af in Galilea. Melaatsheid wordt hier bedoeld als verzamelnaam van allerlei huidziekten zoals beschreven in Leviticus 13 onder de naam sara’at.

De melaatse loopt op Jezus toe en knielt voor Hem neer, erop vertrouwend dat Jezus hem kan helpen (vers 40). Er zijn geen toeschouwers bij aanwezig, wat één van de ergste consequenties van de ziekte symboliseert: een melaatse raakte volkomen geïsoleerd van de gemeenschap. Hij was onrein en moest in afzondering of met andere melaatsen leven. Zo iemand werd eigenlijk al tijdens zijn leven doodverklaard. Zijn onreinheid kan bij aanraking andere mensen onrein maken. Jezus wordt ontroerd en raakt de man aan, waarna hij weer rein wordt (vers 41). Deze reinheid brengt hem terug in de menselijke gemeenschap.

In het Oude Testament wordt melaatsheid gezien als straf van God. Alleen God kan de mens hiervan genezen, hem reinigen en zijn isolement opheffen. Vanuit dat standpunt is het opmerkelijk dat de melaatse naar Jezus toegaat en zegt: ‘Als U wilt, kunt U mij rein maken.’ (vers 40). Hieruit komt naar voren dat hij Jezus gelijkstelt aan God.

Jezus’ stemming verandert na de genezing en bars stuurt hij de man naar de priester (vers 43). Die moet de reinheid van de man bevestigen. Hij wordt zo in dienst gesteld van zijn resocialisatie. De priester was in die tijd, zoals we al zagen bij Leviticus, de deskundige. Waarom Jezus’ stemming verandert, wordt niet duidelijk. Zijn boosheid lijkt vooruit te lopen op wat daarna gebeurt. De man slaat immers Jezus’ dringende gebod niets te vertellen in de wind en vertelt overal wat er gebeurd is (vers 45). De man wordt, door zijn verhaal overal te vertellen, een missionaris in dienst van het Woord. Dit heeft grote gevolgen voor Jezus: Hij is een publieke figuur geworden en kan niet meer openlijk in de stad komen. Hij komt zo in de positie waarin voorheen de melaatse verkeerde voor zijn genezing. De ontmoeting van Jezus met de melaatse onthult één van de diepste kernen van het evangelie. De melaatse kwam als uitgestotene naar Jezus toe, hij werd aangeraakt en gereinigd. Vervolgens gaat hij optreden als verkondiger en verdwijnt Jezus naar de eenzame plaatsen. Maar ook op de eenzame plaatsen wordt Hij niet met rust gelaten. De mensen blijven van alle kanten op Hem toestromen (vers 45).

Focus

Door ziekte, vooral door melaatsheid of sara’at is men afgescheiden van het leven. Ziekte werd in het Oude Testament gezien als straf van God. God blijft echter bereikbaar voor iedereen, ook voor de uitgestotene. Er is dus terugkeer uit de ellende mogelijk. Geloof en vertrouwen, het bekennen van zonde kunnen deze mens terugbrengen naar het leven (Ps.32). God is hem weer nabij. Zo is ook Jezus, als Zoon van God, mensen nabij. Hij geneest een melaatse door hem aan te raken. Door zijn ziekte is hij als een dode. Maar hij geeft niet op en zijn geloof in God (Jezus) is groot. Geraakt door dit geloof en in zijn liefde voor de ander stapt Jezus over de onreinheid heen en Hij geneest hem. De man wordt door zijn vertrouwen in Jezus, in God, gereinigd. Hij treedt weer toe tot het leven, tot de gemeenschap. Paulus wijst de jonge christengemeenschap vervolgens op het belang van de liefde, vooral voor de zwakke medemens. Hij roept ons op volgelingen van Christus te worden en de liefde voor de ander boven alles te stellen. Dan zullen mensen niet meer buiten de gemeenschap vallen.

Suggestie: liturgische bloemschikking

In de liturgische bloemschikking zouden reinigende/genezende kruiden centraal kunnen staan, zoals kamille en goudsbloem. Ook de narcis is een goede optie. Naast de opstanding van Christus, staat ze voor het liefhebben van de ‘reine ziel’ in plaats van vluchtige, fysieke schoonheid.

Deze teksten en suggestie zijn genomen uit de ‘Handreikingen voor liturgie voor de zon- en feestdagen’ van Berne Media. In deze uitgave staan exegetische notities voor elke lezing en antwoordpsalm, een ‘kapstok’ voor de verkondiging, misteksten, voorbeden en diverse andere suggesties voor vieringen met gewijde of niet-gewijde voorganger. Voor meer informatie over de uitgave en een abonnement, zie de website van Berne Media.