Het Werkverband van Katholieke Homo-Pastores (WKHP) stuurde in oktober 2018 een brief aan paus Franciscus over het beleid om homoseksuele mannen uit te sluiten als kandidaten voor het priesterambt. Volgens Frans Bossink, voorzitter van het WKHP, is de brief onbeantwoord gebleven. Naar aanleiding van de synode in Rome over seksueel misbruik in de kerk, ‘waarbij ongetwijfeld de “homo-factor” ter sprake zal komen,’ aldus Bossink, heeft het WKHP de brief in de openbaarheid gebracht ‘als bijdrage in de gedachtevorming van de synodedeelnemers en ieder die daarin geïnteresseerd is’.
De aanleiding voor het schrijven van de brief aan paus Franciscus was het document ‘Il dono della vocazione presbiterale’ dat op 8 december 2016 werd gepubliceerd. Hoewel het document stelt dat de kerk de personen in kwestie diepgaand respecteert, wordt ook gesteld: ‘Zulke personen bevinden zich in feite in een situatie die hen ernstig verhindert om zich correct te verhouden tot zowel mannen als vrouwen.’ (§199) Het WKHP noemt deze stelling arbitrair en ongefundeerd en is ongelukkig met deze visie en het daaruit voortvloeiende beleid.
‘Actueel functioneren er binnen onze kerk als priester ontelbaar véle mannen die feitelijk homoseksueel zijn. Zij doen dat op gelukkige en minder gelukkige wijze, goed en minder goed of zelfs slecht, zoals dat voor alle priesters geldt,’ schrijft het WKHP in de brief. Volgens het WKHP gaat Il dono della vocazione presbiterale aan deze werkelijkheid en waarheid geheel voorbij en kunnen homoseksuele priesters deze boodschap gemakkelijk ervaren als diskwalificerend.
‘Ons inziens is wat betreft de geschiktheid voor het priesterschap niet bepalend of iemand hetero- dan wel homoseksueel is, maar wél of iemand met de eigen seksualiteit goed weet om te gaan als seminarist en priester,’ stelt het WKHP. ‘Priesterkandidaten en priesters die voor zichzelf en anderen hun seksualiteit ontkennen, miskennen, verdringen, kunnen zich in verband met geloof en kerk wél problematisch gaan manifesteren. Allerlei vormen van scheefgroei, misbruik en slechte omgang met anderen en met zichzelf kunnen juist daarmee samenhangen en daarvan een gevolg zijn.’ Volgens het WKHP bestaat er ten onrechte de neiging om openlijk homoseksuele ambtsdragers verantwoordelijk te houden voor seksueel misbruik van kinderen en minderjarigen. ‘De grote crisis in dit verband hangt ons inziens echter op de eerste plaats samen met een sterke diskwalificatie, verdringing, ontkenning, slechte integratie van de eigen seksualiteit, zeker als het om homoseksualiteit gaat, door vele ambtsdragers en binnen onze kerk in bredere zin,’ schrijft het WKHP.
Het WKHP besluit de brief met het uitspreken van grote sympathie voor de persoon van ’dierbare paus Franciscus’ en grote waardering voor zijn ambtsuitoefening in het kader waarvan hij inmiddels vele malen óók van aandacht en begrip voor homoseksuele mensen heeft getuigd. ‘Het kerkelijk beleid en kennelijk ook uw eigen benadering in verband met priesterschap en homoseksualiteit doen aan die aandacht en dat begrip echter afbreuk. Wij willen u daarom vragen om de bepaling in Il dono della vocazione presbiterale waardoor homoseksuele kandidaten ipso facto voor het celibataire priesterambt worden gediskwalificeerd, te corrigeren.’
De volledige brief is te lezen op www.homopastor.nl