6 oktober is de feestdag van Bruno de kartuizer (1030 – 1101). Redacteur Joost Jansen oPraem had ooit het voorrecht om La Grande Chartreuse te bezoeken: het eerste klooster van de zeer gesloten kartuizers, gesticht door de heilige Bruno.
‘Op de fiets klom ik omhoog, het massief van de Chartreuse in. Al stijgend werd het in mijn beleving stiller. De weg kronkelde, een barrière die auto’s tegenhoudt omzeilde ik. Het imposante poortgebouw rees op en ik meldde me. Na wat briefwisseling wilde de prior van de Chartreuse mij ontvangen: de Nederlandse dom Marcellin Theeuwes, begin dit jaar overleden. Hij was bekend van de kloosterserie, door Leo Fijen gemaakt voor de televisie. Hij ontving me, in alle eenvoud. Het was prettig praten met hem. Over Nederland, over de Nederlandse kerk, over de paar vragen die ik hem tevoren had doen toekomen en die me bezig hielden, over geloven in deze tijd.
Een belangrijk moment voor mij was zijn antwoord op een plotselinge vraag van mij: ‘Wat is nu de kern van jullie leven als kluizenaar-in-gemeenschap?’ Hij: ‘La durée’. Het gedurig verwijlen, het niet aflatend bezig zijn met die innerlijke band met God, ook zonder dat het je iets doet, ook wanneer je barstende hoofdpijn hebt en dan ook weer wanneer een weldadige stilte je overvalt en je voelt dat het goed is. Dit niet los van de wereld, eerder in het hart van de wereld. Zo is in ieder geval de beleving en de visie. We praatten en praatten. Het werd twaalf uur en dom Marcelin moest terug naar zijn kluis voor de gebeden en het middagmaal. ‘Volgens mij zijn we nog lang niet klaar’, zei hij. ‘Zullen we vanmiddag verder gaan?’ Ik wilde wel. ‘Je kunt hier wel wat eten. Maar kom even met me mee dan geef ik de vernieuwde constituties, die kun je dan wat door kijken.’ Ik liep met hem mee, de lange kloostergang door tot aan zijn kluis. In het halletje wachtte ik en gaf hij mij die nieuwe constituties te leen. ‘Loop ook maar even naar boven waar de heilige Bruno begonnen is’, voegde hij eraan toe.
Ik ging terug en kreeg een lekkere maaltijd samen met een paar werklieden. Ik klom naar boven naar een klein kapelletje waar in 1084 Bruno zich met enkele compagnons heeft teruggetrokken. Bruno, de grote geleerde van de domschool van Keulen, later van Reims. Bruno die in de hervormingsbeweging van de elfde eeuw een glanzende carrière had kunnen maken, want de paus had ‘een oogje op hem’. Bruno die de keuze maakte om van binnenuit de kerk te hervormen in stilte en gebed. Ik liet dit allemaal daarboven bij het kapelletje op me inwerken. De stilte omvatte me. Ik las wat in de constituties en herkende wat oude kartuizerschrijvers hebben geschreven; ik merkte ook dat de uitdagingen van de wereld en de kerk van vandaag niet aan deze kartuizers ontsnapt zijn.
Terug beneden bij de Grande Chartreuse wachtte dom Marcellin me weer op. We spraken over de dingen van het hart, over eenzaamheid en gemeenschap, over de individualisering en de blijde boodschap van Jezus. Ik moest denken aan de Bruno die ook hier geleefd heeft en die met zijn komst in dit afgelegen oord zijn grote intelligentie niet heeft afgelegd, maar ten dienste heeft gesteld aan zijn medebroeders en aan de kerk van zijn dagen.
We kunnen heiligen in het licht stellen en dat is goed. We kunnen ook opmerken hoe latere opvolgers van deze heiligen in hun tijd weer die oorspronkelijke inspiratie vertalen naar de wereld van vandaag. Dat heb ik morgen proeven bij dom Marcellin Theeuwes.
Om 4 uur ’s middags heb ik me moeten ‘losrukken’, mijn fiets moest me nog naar de volgende camping brengen en daarvoor moest ik een pas over en Grenoble door. Dom Marcellin wuifde me uit, een stille witte gestalte voor de poort van de Grande Chartreuse. Het staat nog steeds op mijn netvlies.
Foto: Wikipedia