Op zondag 27 april 2014 wordt kerkgeschiedenis geschreven. Op die dag verklaart paus Franciscus twee van zijn voorgangers tegelijkertijd heilig: Johannes XXIII (1881 – 1963) en Johannes Paulus II (1920 – 2005). De dubbele canonisatie van de pausen Johannes XXIII en Johannes Paulus II is op vele manieren opmerkelijk. Volop reden om daar bij stil te staan.
Als eerste noemen we dat nooit eerder twee pausen tegelijkertijd heilig zijn verklaard. Wel zijn er vaker pausen heilig verklaard, zoals Pius X (+ 1914), Pius V (+1572) en Celistinus V (+ 1294). Dat gebeurde steeds vele jaren na hun dood. In de laatste 1000 jaar zijn 7 pausen heilig verklaard. Nog wat cijfers: van de eerste 55 pausen zijn er 52 heilig, van alle pausen zijn 1 op de 3 heilig.
Het is overigens niet voor de eerste keer in de kerkgeschiedenis dat er meerdere gelovigen tegelijkertijd tot de eer der altaren zijn verheven. Johannes Paulus II en ook Franciscus houden wel van grotere heiligverklaringen. Franciscus’ eerste canonisatie betrof direct 813 mensen, de martelaren van Otranto.
De gebeurtenis zondag kan bovendien extra bijzonder worden. De kans is aanzienlijk dat ‘de dubbel’ wordt bijgewoond door twee nog levende pausen, Benedictus XVI en Franciscus. Dat is een combinatie die al meer dan duizend jaar niet is voorgekomen.
Vervolgens zijn voor beide kandidaat-heiligen uitzonderingen op de procedure gemaakt. Johannes XXIII heeft ‘slechts’ één wonder op zijn naam staan (genoeg voor de status van zalige), maar niet de gebruikelijke twee volgens de canonisatierichtlijnen. De heilige Johannes Paulus II is nog maar negen jaar geleden overleden, terwijl de kerk meestal pas vijftig jaar na iemands dood met het onderzoek naar de levensstaat van de kandidaat start (laat staan afrondt). In de zestiende eeuw was dat overigens nog 181 jaar.
Waarom deze twee?
De redenen voor de dubbelcanonisatie zijn even divers als speculatief. In ieder geval speelt de vox populi een grote rol. Iedereen herinnert zich nog de menigte die in 2005 op het Sint Pietersplein in Rome stond om na het overlijden van Johannes Paulus II ‘santo subito’ te scanderen. ‘Heilig! En wel nu!’ Het heilig verklaren van deze geliefde paus lag zo voor de hand dat het niet canoniseren van zijn voorganger uitgelegd zou worden als een kerkpolitiek statement van Franciscus ten nadele van de Pool. Eraan gehoor geven lijkt te passen bij de bottom-up procedure die een heiligverklaring nu eenmaal is.
Ook Johannes XXIII is onverminderd populair. Zowel in Italië als daarbuiten. Hij wordt vereenzelvigd met de start van het vermaarde Tweede Vaticaans Concilie in de jaren zestig (en dat zelf niet ten volle heeft kunnen meemaken omdat hij voor het einde van het concilie stierf). Door zijn initiatief tot het bijeenroepen van dit concilie wordt hij ook geassocieerd met de progressieve stroming in de catholica, terwijl zijn directe opvolger en afsluiter van het concilie, Paulus VI, juist tot op de dag wordt gelinkt aan de conservatieve krachten in de kerk. Deze gemakkelijke verdeling is historisch weliswaar niet vol te houden (zo kondigde Johannes, geheel in de traditie van de paus als alleenheerser, zijn concilie aan zonder ook maar met iemand te overleggen), maar zit nog steeds diep ingesleten in de harten van de gelovigen.
Die heiligverklaring van een ‘progressieve paus’ en een ‘conservatieve paus’ kan daarom heel goed één kerkpolitieke reden hebben. Waar Johannes XXIII vereenzelvigd wordt met de progressieve vleugel in de r.k.-kerk, wordt Johannes Paulus II juist gelinkt aan de conservatieve vleugel. Hoezeer dit stereotypen zijn, die de beide pausen geweld aandoen, moet elke paus balanceren tussen deze twee vleugels.
Franciscus is inhoudelijk gezien niet progressiever is dan zijn twee voorgangers. Toch zal hij door de progressieve vorm waarin hij zijn boodschap giet, wel degelijk rekening houden met kritiek uit het behoudende kamp. Deze dubbelcanonisatie helpt hem om in de publieke beeldvorming het midden te behouden en rekening te houden met beide vleugels. Franciscus heeft immers ook de instemming van de conservatieve vleugel nodig om zijn hervormingen door te zetten. En hij moet ook de progressieven niet tegen het hoofd stoten om steun voor zijn beleid te houden.
De dubbelcanonisatie is daarmee een oproep om de eenheid in de kerk te bewaren.
Een andere reden is, dat de heiligverklaringen van de beide pausen wijzen op verschillende wegen die naar heiligheid leiden. De jezuiet James Martin wijst daarop. Beide kandidaat-heiligen zijn niet met elkaar te vergelijken. Hun leiderschapsstijl is anders, hun invulling van het pausschap idem. Het laat gelovigen zien, dat er niet één manier is om heilig verklaard te kunnen worden.
Kritiek
Niet iedereen is even gelukkig met de canonisaties van de twee bisschoppen van Rome. Sommige theologen, zoals de Jezuïet Marc Lindeijer vragen zich hardop af of het verstandig is dat een paus zijn eigen voorgangers heilig gaat verklaren. Lindeijer, zelf betrokken bij heiligverklaringsprocessen: ‘We verklaren niet heilig voor het verleden, maar voor de toekomst’. Daarmee hij wil zeggen dat elke heiligverklaring ook een kerkpolitiek statement bevat. Daar staat tegenover dat sinds 1243 alleen de paus iemand heilig kan verklaren.
Andere critici wijzen erop dat de termijn van vijftig jaar niet verstreken is voor Johannes Paulus II. Die periode is er niet voor niets. De vuistregel is dat iedereen die de kandidaat-heilige persoonlijk gekend heeft, zo’n beetje moet zijn overleden. Op die manier wordt objectiviteit beter gegarandeerd. Het meeste stof is neergedwarreld en eventuele ‘zwarte bladzijden’ in het leven van de kandidaat zijn wel zo’n beetje bekend.
Monic Slingerland, auteur van het boek Paus Franciscus. Revolutie van tederheid (2014), wees gisteren in dagblad Trouw bijvoorbeeld op de hartelijke contacten tussen paus Johannes Paulus II en Marcial Maciel Degollado. Deze Mexicaanse priester richtte in de vorige eeuwe de ultrastrenge priesterorde Legionairs van Christus op. De orde zou enorm toenemen in populariteit en rijkdom, mede door de openlijke steun van de Poolse paus. Maciel gaf enorme hoeveelheden geld van zijn orde aan Johannes Paulus, die het vervolgens gebruikte om de Poolse vakbond Solidariteit te ondersteunen. Daarmee werd volgens menigeen de definitieve val van het communisme in Europa ingezet. De Mexicaanse priester werd echter ontmaskerd als de man die met twee vrouwen tegelijk getrouwd was, er verschillende maitresses op nahield en seminaristen seksueel zou hebben misbruikt.
Volgens Slingerland is het onmogelijk te denken dat de paus niets van deze zaken af zou weten. Vrijdag liet de voormalige woordvoerder van paus Johannes Paulus II, Joaquin Navarro-Valls, overigens tijdens een persconferentie weten dat de paus wel degelijk op de hoogte was van de beschuldigingen tegen Maciel, maar dat het onderzoek tegen hem nog niet was afgerond toen Johannes Paulus II overleed.
Welke pausen volgen?
Er zijn veel pausen die heilig zijn. In weerwil van Lindijers waarschuwing, liggen er nog drie dossiers van recente pausen: die van Pius XII, Paulus VI en Johannes Paulus I.
Het dossier van Pius XII (1876 – 1958) ligt te wachten op verdere afwikkeling. Gezien de blijvende gevoeligheden rond het optreden van de r.k.-kerk in de Tweede Wereldoorlog en de relatie met het jodendom, zal dit dossier nog wel langer stof liggen te vergaren. De tijd is nog niet rijp voor zelfs maar een zaligverklaring van Pius XII.
Van het dossier van Paulus VI (1897 –1978) wordt langzaam het stof afgeblazen. Er zijn onbevestigde berichten dat hij op 19 oktober aanstaande zalig zal worden verklaard. Dat kan gebeuren in de marge van de gezinssynode. Paulus VI, de opvolger van de populaire Johannes XXIII, ligt in vooral het progressieve deel van de kerk erg moeilijk. Dat komt mede door zijn niet onomstreden standpunt over anticonceptie verwoord in de encycliek Humanae Vitae (1968).
Zelfs voor Johannes Paulus I, met een ultrakort pontificaat van 33 dagen, is een canonisatieprocedure gaande. Braziliaanse bisschoppen initieerde dat al in 1990. Zijn heiligverklaring ligt nu op het bureau van kardinaal Amato om een eerste wonder te onderzoeken. Een snelle heiligverklaring ligt geenszins voor de hand.
De dubbelcanonisatie en de liggende dossiers stellen vragen hoe je met de heiligheid van pausen moet omgaan. Er zijn theologen die, gestimuleerd door de ‘heiligenmachine’ van paus Johannes Paulus II destijds, vinden dat er een moratorium op heiligverklaringen moet komen. Te veel heilige pausen kan tevens schade geven aan de theologische invulling van wat een heiligverklaring is. En dus ook aan een proces van een heiligverklaring.
Meerdere perspectieven zorgen voor een gedenkwaardig moment: kerkpolitiek, veel rituele kracht, theologische uitdagingen en een uiting van democratisering maken zondag 27 april tot een ongekend historische dag.