De Heilig Grafkerk in Jeruzalem is sinds zondag gesloten. Dit is uit protest tegen de onteigening van kerkelijk land en de poging om de belastingvrijstelling af te schaffen. De grafkerk is een van belangrijkste christelijke monumenten ter wereld en volgens de overlevering is het de plaats waar Jezus werd begraven.
Sluiting Heilig Grafkerk een blamage
De Griekse en Armeens-apostolische patriarch en het hoofd van de Custodie van het Heilige Land, die voor de katholieke kerk de heiligdommen beheren, vroegen zondag vlak voor de middag aan de pelgrims om de Heilige Grafkerk te verlaten. Na het voorlezen van een korte verklaring door de Grieks-orthodoxe patriarch Theophilus III kondigde hij een sluiting voor onbekende tijd aan, waarna de poorten vergrendeld werden. De sluiting is een blamage voor Israël. De basiliek is een van de belangrijkste toeristische trekpleisters van Jeruzalem.
Wetsvoorstel
Met het sluiten van de basiliek laten de kerkelijk leiders hun ongenoegen blijken over het nieuwe wetsontwerp met betrekking tot de grondrechten. In deze wet moet het voor de Israëlische overheid mogelijk worden om gronden te onteigenen. Eerder kondigde de burgemeester Nir Birkat van Jeruzalem aan, dat het bestuur 152 miljoen euro aan achterstallige belastinggelden zal gaan terugvorderen. De kerken in Israël hebben van oudsher een belasting vrijstelling, maar na het kerkelijke protest over de verhuizing van de VS-ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem, raakte het stadsbestuur van Jeruzalem ervan overtuigd dat de vrijstelling niet geldig was voor kerkelijke eigendommen. Veel van deze eigendommen zouden volgens de regering vooral commerciële doeleinden hebben en niet als gebedsplaats worden gebruikt. Het gaat onder andere om kantoorruimtes en vergaderzalen, maar ook om plaatsen waar pelgrims verblijven. De kerkelijke instellingen vinden dat zij door dit wetsvoorstel belet worden in het verlenen van hulp aan noodlijdenden.
Het beheer van de Heiig Grafkerk is een samenwerking tussen de Katholieke, Grieks-orthodoxe en Armeense Kerk. Zij vergelijken de maatregel met de wetten uit de duisterste dagen van de geschiedenis in nazi-Duitsland, waar de jodenvervolging aan voorafgingen.