De Twentse cabaretier Herman Finkers was deze week te gast in College Tour. De katholiek Finkers sprak met host Twan Huys en studenten van de Universiteit Twente onder meer over zijn geloof.
“Dat doet hij op zijn Hermans, met zijn geloof bezig zijn”, zegt collega Birgitte Kaandorp over Herman Finkers. “Namelijk half serieus, half schertsend.” Finkers: “Je kunt er niets aan doen dat je katholiek bent. Dat kun je niemand kwalijk nemen. Katholiek zijn is geen keuze. Katholiek zijn is een geaardheid. Je kiest ook niet voor homoseksualiteit of heteroseksualiteit.”
“Wat voor mij ontzettend belangrijk is, is het driemanschap kunst, humor en religie. Die drie kan ik niet los van elkaar zien. Op het moment dat een van die drie problemen heeft met een of twee van die andere, krijg je iets vervelends. De beste pastoormoppen hoor je van pastoors. En de beste grappen over Lourdes heb ik gehoord in Lourdes. En er is geen religie geweest die zo veel kunst heeft voortgebracht dan de katholieke kerk.”
‘Die verrekte zedenleer’
In het televisieprogramma hekelt Herman Finkers de seksuele moraal die de kerk predikt. Toen Finkers een keer in Rome was schrok hij bijvoorbeeld van de hypocrisie. “In het Vaticaan komen veel homoseksuele relaties voor. Zij die daar het meest aan doen, en ik gun ze alle plezier, ageren het sterkst tegen praktiserende homoseksualiteit. Dat is niet goed.”
Twan Huys laat het beruchte fragment van kardinaal Simonis bij Pauw & Witteman in 2010 zien. ‘Wir haben es nicht gewusst’ zei Simonis over het drama van het kerkelijk seksueel misbruik. Finkers: “Ik ben ondanks dit alles katholiek en niet dankzij. De clerus zoals ze nu opereert, de bisschoppen en hoe de katholieke kerk gepresenteerd wordt, dat snijdt mij door de ziel. Dat is het katholicisme helemaal niet. Al die verrekte zedenleer waar ze iedere keer mee aankomen. Hoe je je moet gedragen in de slaapkamer. Het is allemaal interpretatie en bedacht.”
Hij is fel op het instituut. “Zeker de jonge priesters die nu afgeleverd worden van de seminaries. Het ziet er vaak eng uit. Het lijken wel ayatollahs die het beter weten dan wij. Dat vind ik heel raar, want alle openbaring komt van onderop en niet van bovenop.”
Tot slot, schertsend. “Ik heb de neiging als ik straks toch niet meer een theatertoer kan doen en ik klaar ben met de oudejaarsconference, dat ik dan de katholieke kerk wel eens kan gaan redden.”