In een uitgebreid Volkskrant-interview vandaag zegt de aartsbisschop van Utrecht dat hij vaak als kop van Jut is, dat de paus meer heeft aandacht voor arme Afrikaantjes dan voor Nederland en dat de terugkeer van de kinderbiecht een goede zaak is.
Kop van Jut
Eijk herhaalt in het interview zijn standpunt dat hij geen groot plan heeft bij kerksluitingen, en dat mensen hem zeer veel zaken kwalijk nemen. Eijk: “Het is niet zo dat ik een masterplan heb voor het aantal kerken dat ik wil sluiten, het is iets dat ons overkomt. Niet iedereen begrijpt dat, maar ik moet pijnlijke dingen doen. Het zou helemaal pijnlijk zijn als ik niets deed, dan blijft er voor de generatie na ons niets over. Gevolg is wel dat ik vaak de kop van Jut ben.”
Arm Afrika
Over een mogelijk pausbezoek is Eijk klip en klaar: paus Franciscus prefereert arm Afrika boven Nederlandse katholieken. Eijk: “De paus weet dat hij van harte welkom is, maar hij is welkom in heel veel landen. De paus moet dus op een zeker moment keuzes maken. Hij heeft thuis veel te doen en hij is een man die nogal eens kiest voor de periferie. Arme mensen in Afrika, daar ligt wel zijn voorkeur. Tot die categorie behoren wij niet direct.”
Barmhartigheid
Voor de kardinaal is het jaar van barmhartigheid geen moment om zich te verzoenen met kritische katholieken. “Mensen die kritisch tegenover het geloof staan en een aantal dingen van het geloof niet kunnen aannemen, die moet je proberen te overtuigen, tot de waarheid te brengen. Want die is één en onveranderlijk. Je kunt niet met kritische katholieken tot een vergelijk komen door een aantal waarheden ter discussie te stellen. Misschien kan het thema barmhartigheid echte gelovigen en kritische katholieken met elkaar verenigen, tot elkaar brengen. Maar ja, barmhartigheid betekent niet: afdoen aan de waarheid. Dat kan niet.”
Kinderbiecht
In dit Heilig Jaar jaar wil hij de kinderbiecht nieuwe aandacht geven. “Op diverse plaatsen in ons bisdom zullen vieringen plaatsvinden met de aanbidding van de Allerheiligste. We hopen op die manier weer een aantal zaken te stimuleren, zoals de kinderbiecht. Die is in onbruik geraakt, maar is nooit afgeschaft. De biecht is een belangrijk middel om de persoonlijke band met Christus te onderhouden en te versterken. Daarom is het goed als mensen al op jonge leeftijd met het sacrament van de biecht kennismaken.”
Onwetendheid
Eijk vindt dat onwetendheid van de kerkelijke leer een groter probleem is dan antipathie. “Vaak ook van journalisten. Ze weten niet hoe de kerk in elkaar zit, waar ze voor staat, wat ze uitdraagt. Onwetendheid leidt er ook toe dat fout over ons wordt bericht, met alle gevolgen van dien voor het vertrouwen dat de kerk geniet. Want vertrouwen is tot op zekere hoogte gebaseerd op kennis. En je hebt geen vertrouwen in iets dat je niet kent.”
De 62-jarige Eijk ziet zichzelf als kerkbewaarder. En daarmee kan niet worden gemarchandeerd. “Aanpassing aan wat wij denken dat in de maatschappij in de smaak valt, is verleidelijk, maar leidt op den duur tot de ondergang van de kerk. We zagen het in de jaren zeventig, toen werd geprobeerd met aanpassingen van de liturgie zo veel mogelijk mensen binnen de kerk te houden. Uiteindelijk moet je daar altijd de tol voor betalen. Vrijzinnigheid leidt op den duur tot ongeloof.”
Het hele interview is te lezen via de website van de Volkskrant.