Wat blijft er van de liefde over wanneer je wegzakt in apathie en lusteloosheid? Er bestaat waarschijnlijk geen leven waarin dat niet gebeurt. Zelfs het meest stralende licht kan soms zijn glans verliezen. Dat geldt voor kloosterlingen, voor gehuwden en ook voor mensen in andere levensvormen. Kan die ervaring toch een bron van liefde worden? Thomas Quartier, benedictijnermonnik en theoloog, schreef vanuit zijn ervaring en spiritualiteit het boek ‘Liefdesgeboden. Gevoel in het klooster van je leven’. Oude bronnen kunnen je helpen om liefde duurzaam te leven. Maar ook recente teksten zoals de liederen van Mumford & Sons kunnen een weg naar liefde zijn.
door Thomas Quartier osb
Wanneer de zon in je leven ondergaat, is van liefdesspiritualiteit schijnbaar geen sprake: vrome verhalen klinken wellicht mooi, maar is de realiteit niet veel donkerder? Soms raak je uitgekeken op je geliefde anderen, en wellicht ook op jezelf. De woestijnvaders noemden deze situatie akedia: de ‘middagdemon’, die midden onderweg als de man met de hamer langskomt. Die moet je volgens hen met alle kracht bestrijden. Maar hoe doe je dat? Zeker niet door de donkerheid te ontkennen, dan wordt hij alleen maar erger. Wie onderduikt in de donkere kant van zijn gevoel, hoeft echter niet kopje onder te gaan. Daarvoor is wel een grenzeloos vertrouwen in het gebod van de liefde nodig. Als je dat vertrouwen hebt, kun je niet anders dan je te laten verlichten door je geliefde anderen. Op jouw beurt word je dan een licht voor hun voeten.
Donkerheid
De Britse folkrock-band Mumford & Sons brengt de gevoelens van ontelbaar veel jonge mensen tot uitdrukking. Zanger Marcus Mumford weet wat apathie is, hij zingt dikwijls over donkerheid. De concerten van de band zijn een groot melancholiek feest. Wanneer je naar de teksten luistert, klinken de verzen vaak niet echt vrolijk of kleurrijk. Toch zijn ze vol liefde. Het meest recente album van de band (Delta) begint met vragen naar de middagdemon:
Where do I turn to when there’s no choice to make?
And how do I presume when there’s so much at stake?
I was so sure of it all
(Waar moet ik heen wanneer ik me niet meer op mijn keuzes verlaat?
Waar kan ik van uitgaan wanneer er zo veel op het spel staat?
Ik was zo zeker van alles)
Als alle zekerheden onder je voeten verdwijnen, is er geen baken in zicht. Eerder dacht je misschien precies te weten waar je vandaan kwam, waar je op dat moment stond en waar je met je leven naartoe moest – maar nu? Wat nu, nu er zo veel op het spel staat en er zich geen keuzes meer aan je voordoen? In deze sfeer lijkt elk vrolijk geluid ongepast. Tenzij je de donkerheid als een moment van onderscheiding kunt leren zien, een bron van potentieel licht, een teken aan de nachtelijke hemel. Tot zo’n ervaring ben je nooit alleen in staat. Je bent daarvoor aangewezen op de aanwezigheid van de ander, de geliefde mens naast je. Het is aangrijpend hoe de tekst van de band vragenderwijs vervolgt:
But what if I need you in my darkest hour?
And what if it turns out there is no other?
If this is our last hope
We would see a sign
(Maar wat als ik je nodig heb in mijn donkerste uur?
En wat als blijkt dat er geen ander is?
Als dit onze laatste hoop is
Zouden we een teken zien)
Hier spreekt geen fatalisme uit, in de zin van: “Het is toch allemaal al naar de knoppen, laat ik dan maar kijken of er nog iemand in de buurt is.” De liefde focust je blik op dé ander in je leven. De mens naast je wordt de Ander. Zouden de luisteraars van de folk-rockers dat ervaren? De Ander met een hoofdletter is er in veel variaties en met veel gezichten. Maar hij is wel te onderscheiden, onzichtbaar aanwezig, voelbaar juist in het donker.
Baken
De Ander is in spirituele termen God. In de tekst wordt niet duidelijk of dit lied een liefdeslied of een gebed is. Is de ander die je een baken laat zien je geliefde of God? Misschien is dat in die situatie ook wel hetzelfde. Het licht komt door de ander in je leven, door een zaklantaarn die hij vasthoudt, maar het gaat ver boven het menselijke gezichtsvermogen uit. Het is een echt teken. De kinderen van het donker smeken naar liefde, ze smeken erom verlicht te worden, meer dan wie dan ook:
So give us a sign
I need some guiding light
Children of darkness
(Geef ons dan een teken
Ik heb leiding van het licht nodig
Kinderen van het duister)
Tel je zegeningen en prijs je gelukkig wanneer de Ander er is, die jou, het kind van het duister, wil verlichten. Dat licht komt voort uit de liefde die alles verdraagt. Hoe moeilijk is vaak de overgang van donker naar licht. Besef dat je zelf ook een kind van het duister bent. Op momenten wanneer het licht even moeilijk te onderscheiden is, win je met natuurlijk optimisme niets meer. Dan is het moment om open te staan. Vaak genoeg deel je op jouw beurt het leven met kinderen van het duister. Je bent het om toerbeurt. Je kunt elkaar alleen samen in het goddelijke licht plaatsen, schouder aan schouder. Ben je uitgekeken op de ander? Op jezelf? Laat het donker toe en ontdek een baken. Dan volg je het liefdesgebod: “Je zult elkaar verlichten”. Wellicht met de klanken van Mumford & Sons, die jullie de middagdemon laten verduren.
Om verder te lezen
Thomas Quartier osb: Liefdesgeboden. Gevoel in het klooster van je leven. Met medewerking van Stijn Krooshof. Adveniat & Halewijn 2019. 160 p. ISBN 978-94-921-6107-8.
Zaterdag 21 september 2019 wordt ‘Liefdesgeboden. Gevoel in het klooster van je leven’ officieel gepresenterd in de Abdij van Berne. Meer informatie en aanmelden
Prof. Dr. Thomas Quartier osb (1972) is monnik van de Sint Willibrordsabdij in Doetinchem. Hij is directeur van het Benedictijns Centrum voor Liturgische Studies aan de Radboud Universiteit Nijmegen, hoogleraar Monastieke Studies aan de KU Leuven en onderzoeker aan het Titus Brandsma Instituut.