NWO predikt Blijde Boodschap: geloof, hoop en liefde

De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) opende recentelijk het eerste Nederlandse laboratorium op Antarctica. Het laboratorium bestaat uit vier tot laboratorium omgebouwde zeecontainers, met opvallende namen: Blijde Boodschap, Geloof, Hoop en Liefde.

Nederlandse wetenschappers zullen in het laboratorium onder andere onderzoek doen naar algen en ijzersporen in het opwarmende Antarctische zeewater. Dit bericht werd in verschillende media verspreid. En het zou verdwenen zijn tussen al het andere nieuws als de namen van de vier containers er niet hadden bijgestaan: Blijde Boodschap, Geloof, Hoop en Liefde. Wat brengt de NWO ertoe om religieuze geladen termen in de naamgeving te gebruiken? Heeft ‘de wetenschap’ de strijdbijl tussen geloof en wetenschap begraven? Er blijken meer mondaine redenen voor de naamgeving te bestaan. Wat niet wegneemt dat er wel iets over de religieuze noties van deze terminologie te zeggen valt.

In de berichtgeving valt de lezen dat het hele laboratorium is vernoemd naar de Nederlandse ontdekkingsreiziger Dirck Gerritz (1544 – 1608). Afgedreven in zijn tocht rond de zuidelijkste punt van Afrika, zou hij als eerste Westerling de besneeuwde eilanden van Antarctica hebben gezien.

De vier schepen van het konvooi van Gerritz heetten Blijde Boodschap, Geloof, Hoop, Liefde en Trouw. En daar hebben we de connectie waar we naar zochten. We stellen ons zo voor dat de gebruikte woorden in de tijd van Gerritz voor hen wel een religieuze lading hadden. Waarom heeft men net de trouw heeft laten varen (leuke woordspeling)?

De andere drie vormen de zogenaamde theologale deugde. Niet dat theologen er nu precies in uitblinken – het zijn immers ook net mensen – worden ze wel zo genoemd omdat ze de kern van de theologie vormen. Letterlijk de ‘logos’ van ‘theos’, de ‘kennis van God’. Geloof, hoop en liefde vormen dan ook het meest kernachtige trio van het Nieuwe Testament. Paulus noemt ze bij elkaar in zijn eerste brief aan de Korintiërs als samenvatting van de Blijde Boodschap. Over Blijde Boodschap gesproken: binnen de christelijk traditie roept dat op z’n minst associaties op met het Evangelie, afkomstig van het Griekse ‘euangelion’.

We zouden in deze benaming van het ijskoude laboratorium een voorzichtige opleving van wetenschappelijke tolerantie naar religie toe kunnen lezen. Maar dat is te ver gezocht. We vermoeden dat het de NWO daar niet om te doen is geweest. Eerder zullen ze willen verwijzen naar de roemruchte vaderlandse geschiedenis toen onze jongens zonder vrees of blaam de zeven wereldzeeën overtrokken op zoek naar kennis, land en geld. Maar alleen ‘vernoemen’ zonder aan religieuze noties van de woorden te denken lijkt ons iets te naïef. Wanneer communicatie geënt is op bronnen van betekenisgeving ‘roept het iets op’. Woorden hebben dus evocatieve en appellerende kracht. En er is mogelijkheid van zinervaring vanuit die bronnen – de zingevende functie van communicatie is dus afhankelijk van de mate waarin ze de realiteit van betekenisbronnen weet te belichamen i.c. aan te boren.

Uiteraard zal dat niet voor iedereen hetzelfde zijn. Het woord ‘paradijs’ heeft heden ten dage meer de connotatie van ‘mooi’ en ‘puur’ dan dat het associaties heeft met het bijbelse verhaal uit Genesis. Maar voor mensen opgegroeid binnen de christelijke traditie ligt dat echter anders. En zijn we dat in Nederland niet allemaal, want zijn de wortels van onze natie ook niet min of meer vervlochten met de christelijke traditie? De gekozen woorden appelleren op z’n minst aan de min of meer christelijke wortels van onze natie en ze zullen bij velen uit de christelijke traditie ook bijbelse associaties oproepen. Zo predikt men op Antarctica het christelijke evangelie. We geloven niet dat de NWO hier bewust over heeft nagedacht, maar als onderzoekers op het snijvlak van religie en cultuur vinden wij het op z’n minst aardig om dit op te merken.

Frank Bosman en Peter Jansen

Frank Bosman is als cultuurtheoloog verbonden aan de Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit van Tilburg en Peter Jansen is als onderzoeker verbonden aan het lectoraat ‘Media, Religie en Cultuur’ van Christelijke Hogeschool Ede.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *