Deze week presenteerde het Nederlands Bijbelgenootschap een nieuwe Bijbelvertaling, hoewel het woord ‘vertaling’ niet door elke criticus zal worden gedeeld. Het NBG heeft zich met de Bijbel in Gewone Taal (BGT) voor een zeer uitdagende opgave gesteld: ontwerp een Bijbel voor mensen die niet in de Bijbel thuis zijn. De ‘vertaling’ die je dan noodzakelijkerwijs krijgt, is dan meer interpretatie dan letterlijke vertaling, hoewel je overal de oorspronkelijke tekst er nog doorheen kunt lezen. De poging alleen al om de Bijbel voor nieuwe generaties lezers te openen die niet thuis zijn in het Joods-christelijk jargon, is lovenswaardig. Natuurlijk kan je de taal zoveel versimpelen als je wilt, de inhoud blijft uiteraard net zo moeilijk en stekelig als hij altijd al was.
In deze recensie wil ik vier Bijbelse passages bespreken, die mij persoonlijk na aan het hart liggen. Het nadeel is dat de uitgekozen passages wel wat willekeurig zullen overkomen. Het voordeel is echter dat ik me in mijn studie met deze passages heb bezig gehouden, zodat ik een beetje weet waar ik het inhoudelijk over heb. Ik vergelijk steeds de BGT met de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV), ook van het NBG.
Ark, boot of kist. Gen. 6,11-14
NBV. In Noachs tijd was de aarde in Gods ogen verdorven en vol onrecht. Toen God zag dat de aarde door en door slecht was, dat iedereen een verderfelijk leven leidde, zei hij tegen Noach: ‘Ik heb besloten een einde te maken aan het leven van alle mensen, want door hen is de aarde vol onrecht. Ik ga hen vernietigen, en de aarde erbij. Maak jij nu een ark van pijnboomhout. Maak daar verschillende ruimten in, en bestrijk hem vanbinnen en vanbuiten met pek.
BGT. Alle andere mensen leefden slecht. Ze waren oneerlijk en gemeen. God zag dar de hele aarde slecht was. Daarom zei hij tegen Noach: ‘Ik ga een einde maken aan het leven van alle mensen. Want ze zijn slecht en oneerlijk. Ik ga ze vernietigen samen met de aarde.’ Verder zei God tegen Noach: ‘Jij moet een boot maken. Het moet een houten boot zijn met verschillende ruimtes. Je moet hem van binnen en van buiten waterdicht maken.’
De tekst van de BGT is, precies zoals de makers willen, veel simpeler en eenvoudiger dan die van bijvoorbeeld de NBV. ‘De mensen zijn slecht en oneerlijk.’ De BGT-vertalers hebben er echter voor gekozen het Hebreeuwse woord tebah te vertalen met ‘boot’ in plaats van het traditionele ‘ark’. Daar valt natuurlijk wel een en ander voor te zeggen. Als er een alles verzwelgende vloed aan dreigt te komen, is de meest voor de hand liggende reactie een boot te bouwen. En zo doet Noach, althans in de BGT.
Het probleem aan deze op zich makkelijke en slimme ‘vertaling’ is echter tweeledig. In de eerste plaats betekent het woord tebah ‘kist’ of ‘bak’, hetzelfde woord dat overigens gebruikt wordt voor het rieten mandje waarin Mozes gelegd wordt in Exodus 2,3-5. De overeenkomst tussen het rietje mandje en de ‘ark’ is helder: in beide gevallen redt God de rechtvaardige van een zekere dood in de watervloed. Noach maakt echter geen ‘boot’, maar een ‘kist’. Je hebt niet zoveel cynisme nodig om te begrijpen dat deze kist verwijst naar een doodskist: de ark als zeemansgraf of – beter – als de kist die naar nieuw leven leidt door de dood heen.
Het tweede probleem van de vertaling ‘boot’ is dat je het begrip ‘ark’ kwijt bent. Ons woord ‘ark’ is afgeleid van arca, dat in de Latijnse Vulgaatvertaling voor zowel de ‘kist’ van Noach werd gebruikt als voor de Ark van het Verbond. Matthijs de Jong vermeldt in zijn boek Hoe vertaal je de Bijbel in gewone taal keurig dat het woord ‘ark’ een unieke betekenis heeft in het Nederlands, altijd gericht op deze twee Bijbelse verhalen. Dat is voor hem een reden de ‘ark’ voor een ‘boot’ te veranderen. Maar tegelijkertijd, juist omdat dit begrip zo enorm specifiek is, heeft het woord ‘ark’ in onze collectieve culturele geschiedenis een bijzondere plaats gekregen. In de game Brink bijvoorbeeld ontsnappen tienduizenden mensen een ecologische ramp aan boord van een enorm schip met de naam ‘Ark’. Dankzij die naam duiken direct allerlei associaties op die bij het woord ‘boot’ niet zouden opkomen. Toch jammer.
Woord of Zoon. Joh. 1,1-5
NBV. In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.
BGT. In het begin was Gods Zoon er al. Hij was bij God. En hij was zelf God. In het begin was hij al bij God. Alles is door hem ontstaan. Zonder hem er niets zijn.
Wederom duidelijkheid troef. Je hoeft je als lezer niet af te vragen wie er met dat geweldig ingewikkelde Griekse woord logos wordt aangeduid. Tegelijkertijd is dat nu ook precies een beetje het probleem. Natuurlijk is vertalen ook interpreteren, waarschijnlijk voor meer dan 50 procent. Maar soms kan je daarin een beetje te ver gaan naar mijn mening. De identificatie tussen de logos van Johannes en Jezus als de Zoon van God is een zwaar bevochten identificatie. Daar zijn heel wat theologische gevechten tijdens concilies en synodes om gevochten. En tot op de dag van vandaag discussiëren theologen over de exacte betekenis van het woord logos. Door in deze vertaling het woord logos zo precies in te vullen, ontnemen de vertalers de lezers de mogelijkheid zich te verbazen en hun eigen associaties te maken. Ik meen dat deze vertaling te veel vanuit de latere theologische theorievorming is bedacht.
Inbinden, opgeven of gelijk spel? Job 42,6
NBV Daarom herroep ik mijn woorden en buig ik mij, zoals ik hier zit in het stof en het vuil.
BGT Nu heb ik troost gevonden voor mijn moeilijke leven.
Het Bijbelboek Job kent twee eindes: het ‘echte’ einde waarin Job alles (en nog meer) terugkrijgt van God, en het einde van de zogenaamde ‘poëtische dialogen’ waarin Job voor de tweede en laatste maal het woord tot God richt. Job is kwaad op God, omdat deze hem onrechtvaardig bejegend heeft. Hij roept God ter verantwoording. God antwoordt tweemaal vanuit de storm om zichzelf te verdedigen. Uiteindelijk lijkt Job in te binden.
De vertaling van de allerlaatste zin van Jobs antwoord is een uiterste moeilijke kwestie. De NBV vertaalt dat Job zijn boze woorden aan het adres van God ‘herroept’ en dat hij zich voor God ‘neerbuigt’. Neerbuigen is een teken van onderwerping en deemoedigheid. De Job van de NBV lijkt te beseffen dat hij te ver gegaan is. Job heeft spijt en vraagt God vergeving (die hij dan ook prompt lijkt te krijgen).
Maar dat staat er in het Hebreeuws niet. De theoloog Jagersma vertaalt in zijn Job-commentaar uit 1990 daarom heel letterlijk: ‘Daarom verwerp ik en zie ik af, van stof en as’. Hier spreekt een zelfverzekerde Job, die bij wijze van spreken een ‘gelijkspel’ afroept. Job begrijpt dat God niet verantwoordelijk is voor het lijden van de mens, maar dat God naast de mens staat om te strijden tegen de chaotische machten van het universum (verbeeld in de mythische wezens Leviathan en Behemot). Job ziet af van het verder in stof en as zitten. Hij staat op, recht zijn rug en gaat door met zijn leven.
Wat vertaalt de BGT dan? ‘Nu heb ik troost gevonden voor mijn moeilijke leven’. Deze vertaling, hoe bloemrijk en indirect ook, zit inhoudelijk veel dichter bij Jagersma’s vertaling dan bij die van de NBV (en de meerderheid van andere moderne vertalingen). Job voelt zich getroost door Gods woorden en door Gods belofte naast hem te staan. Hij kan zijn leven weer oppakken. Mooi vertaald.
Beproeving, verzoeking of gewoon hulp. Mat 6,13
NBV En breng ons niet in beproeving
BGT Help ons om nooit tegen u te kiezen
De Nederlandse en Belgische bisschoppen hebben besloten om de tekst van het Onze Vader licht aan te passen zodat gelovigen aan beide zijden van de grens dezelfde tekst kunnen bidden. Een van de voorstellen is om het traditionele ‘en leid ons niet in bekoring’ te vervangen voor ‘en breng ons niet in beproeving’. Nu klinken beide woorden – bekoring en beproeving – wat archaïsch in de laatmoderne oren. En bovendien is de tekst, in welke vorm dan ook, een exegetisch hoofdpijndossiertje. Want: hoezo laat God ons dan allerlei beproevingen meemaken?
In een artikel naar aanleiding van dit bisschoppelijk besluit heb ik al geprobeerd duidelijk te maken dat het mijn inziens gaat om een procescontext. Als gelovigen bidden ‘en breng ons niet in beproeving’, zoals de nieuwe kerkelijke vertaling van het Onze Vader luidt, dan vraagt die gelovige aan God om hem/haar nooit in die positie te laten geraken dat hij zijn leven moet geven voor zijn geloof.
De vertaling van de BGT sluit hier verrassend en wonderwel op aan: ‘Help ons om nooit tegen u te kiezen’. Het voordeel is dat deze frase zowel de oorspronkelijke context van de christenvervolgingen (zweer Jezus af anders maak ik je dood) als die van onze moderne tijd verdraagt. ‘Tegen God kiezen’ is dan een andere manier om zonden te omschrijven. Jezus laat zijn leerlingen (dus ons) aan God bidden om kracht altijd voor Hem en het goede te kiezen, no matter what.
Voorlopige conclusie
Elke vertaling betekent verraad aan het origineel. Vriendelijker geformuleerd: elke vertaling is tevens een interpretatie. De balans tussen (letterlijk) vertalen en (vrijelijk) interpreteren is altijd onderdeel van elke Bijbelvertaling. Positief is dat de BGT open en eerlijk voor de nadruk op het tweede element legt: interpreteren met het oog op uitleg, zodat meer lezers de tekst tot zich kunnen nemen. De poging om de Bijbel ook voor niet-kenners te ontsluiten – ik zei het al – is lovenswaardig.
Ik heb ook hierboven enkele kritische opmerkingen gemaakt over bepaalde keuzes die de vertalers van de BGT hebben gemaakt. ‘Boot’ in plaats van ‘ark’ en ‘Gods Zoon’ in plaats van ‘woord’: ik vind het niet fraai en een eigenlijk een cultureel verlies. De vondsten omtrent Jobs troost en de frase uit het Onze Vader vind ik echter in al hun rekkelijkheid weer zeer mooi gevonden.
Mijn eindoordeel over de BGT. Ik zal in mijn vele contacten met kinderen, jongeren en jongvolwassenen heel graag gebruik maken van de BGT, of ze nu kerkbetrokken zijn of niet. Maar houd er dan wel een paar andere vertalingen naast. Voor het contrast. En opdat we onze eigen cultureel-historisch taalgebruik niet helemaal vergeten.