Titus de Kemp oPraem schrijft voor katholiek.nl over de adventsweken en hoe hij deze persoonlijk ervaart.
De liturgie confronteert ons vandaag met de adventsfiguur van Jan de Doper. In de zijkapel van onze abdijkerk staat hij op een grote icoon afgebeeld. Ik blijf er nu en dan bij stilstaan om ernaar te kijken: een wat ruige man, blootsvoets, rok van roodbruin kameelhaar, daarover heen een lichtgrijze omslagdoek. In zijn rechterhand een lange smalle kruisstaf, in zijn linker een perkament met daarop in het Grieks: ”Bekeert u; het Rijk van God is op handen!” Zijn hoofd omkranst met donkerbruin haar en baard. Hij kijkt je indringend aan. Bovenaan in het Grieks: Johannes de Voorloper. Want hij loopt vooruit om de komst aan te kondigen van de Messias. Merkwaardig draagt hij een paar grote vleugels, want hij is ook een bode, in het Grieks angelos = engel. Vandaar.
Met dat beeld in mijn hoofd luister ik naar het evangelie van deze zondag. Hij was tijdgenoot van Jezus en in mijn verbeelding zie ik hem ergens aan de oever van de Jordaan bezig: een boeiend spreker die veel toehoorders trok. Voortdurend kwam hij terug op het thema “bekering”.
Naar dat verhaal luisterend, ben ik ook zelf een van die luisteraars van toen. De blik waarmee hij mij op die icoon aankijkt, zet ook in mij, ons, iets in beweging. Ik herinner me hoe wij als jongens in het speelkwartier op de basisschool elkaar soms in ons spel elkaar toeriepen:“Dit is niet eerlijk!” Ook als volwassenen zeggen wij dat soms in ons innerlijk, als we kijken naar wat er allemaal om ons heen gebeurt, in de kleine kring en wereldwijd. Ook voor ons geldt dat valkuilen gedicht en kronkelpaden recht getrokken moeten worden, zoals Jan de Doper vraagt. Dat is onze verantwoordelijkheid. Een rabbi zei het een keer zo:”Weet je wat jouw opdracht is? Dat is de wereld beter achter te laten dan toen je erin kwam”. Anders gezegd: toegroeien naar de messiaanse toekomst. Met als uiteindelijk perspectief, zoals de slotzin van het zondagsevangelie zegt: ”Dan zal heel de wereld Gods redding zien”. Misschien mogen we dat nu en dan al een kleine beetje ervaren.