In onze rubriek ‘Vers voor de Zondag’ blikken we vooruit op de eucharistieviering van aanstaande zondag (of feestdag): wat vertelt het Evangelie ons? Om wat voor thema draait deze viering? Wat zou je kunnen doen om dit te onderstrepen?
Achttiende zondag door het jaar
Deel wat je hebt
Steeds opnieuw wordt onze aandacht gevraagd door de ‘goede doelen’. Veel mensen kiezen er enkele uit en geven. Wanneer dan een ander ‘goed doel ’aanklopt, of zelfs wat agressiever te werk gaat, roept dit soms wrevel op én misschien verwarring. Doe ik wel genoeg? Kan ik nog meer bijdragen? Soms is het in onze wereld ‘dweilen met de kraan open’. De basis voor ons christenen blijft echter: deel van wat je hebt. En wie deelt zal nooit zelf tekort komen. Zo is ons geloof.
Exegetische notities Evangelie
Matteüs 14,13-21
Deze perikoop over de spijziging vertelt over de zorg van Jezus voor de mensen die hij ontmoet. De evangelist wil geen imposante beschrijving geven van een spijziging van duizenden die zo echt gebeurd zou kunnen zijn, maar hij wil over de bijzondere kwaliteiten van Jezus vertellen. Het is een verhaal met een dubbele bodem, een boodschap over de liefde van God en Jezus voor de mensen. Voor de joodse lezers wijst het direct terug naar het verhaal over het regenen van het manna in de woestijn uit het boek Exodus 16. Toen heeft God het roepen van het volk in nood gehoord en zo ziet nu Jezus de nood van de mensen om hem heen.
De menigte vindt Jezus op een afgelegen plaats waar hij zich had teruggetrokken om alleen te zijn. Hij had zojuist het bericht gehoord over de onthoofding van Johannes de Doper en dat nieuws had hem diep geraakt. Het wijst immers al vooruit naar zijn eigen lot. Maar zijn compassie voor al de mensen die hem gezocht hebben en nu om hem heen zitten, krijgt de overhand. Hij schenkt hen alle aandacht en geneest de zieken. Tegen de avond geeft Hij de leerlingen de opdracht voor eten te zorgen. De eerst tegensputterende leerlingen brengen dan het weinige brood dat ze bij zich hebben en twee vissen. Jezus bidt, zegent het brood, breekt het en laat vervolgens de leerlingen het brood uitdelen. De leerlingen worden de schakel tussen Jezus en het volk. Jezus heeft mensenhanden nodig om te delen.
Het wonderlijke in dit verhaal is, dat iedereen verzadigd wordt en er zelfs overblijft. In verbondenheid met Jezus ontbreekt het aan niets en blijkt er zelfs overvloed te zijn. Ook in de toekomst kan het delen doorgaan. Gods barmhartigheid is in Jezus zichtbaar geworden.
Het verhaal is zo eigenlijk al een voorbeeld voor een liturgische viering. Jezus is van betekenis voor de hongerige mensen om hem heen, maar is dat ook als Heer van de Kerk voor zijn volgelingen, voor ons dus. De leerlingen krijgen de opdracht te delen tot iedereen genoeg heeft en leren zo dat zij ook dragers van Gods koninkrijk zijn. Dat is tevens de opdracht aan de lezers en aan ons allemaal. We moeten net als de leerlingen doorgeven wat Jezus ons eerst gegeven heeft.
Matteüs vertelt in hoofdstuk 15,29-39 nogmaals over een broodmaaltijd voor duizenden mensen. De evangelist vond de boodschap van deze verhalen heel belangrijk: in Jezus is ‘God met ons’ zichtbaar geworden.
Themastelling
In deze teksten geldt vooral brood als symbool van Gods Woord. Als een straatventer tracht Jesaja in de eerste lezing de mensen te wijzen op het Woord van God. Besteed geen geld aan onbelangrijke zaken die toch geen verzadiging geven, roept hij, maar luister naar God. Hij stilt uw echte honger en biedt u zijn eeuwige trouw. In Psalm 145, vooral in de verzen 15-16 wordt Gods voedende kracht nog benadrukt. God richt zich barmhartig en liefdevol tot de mensen, tot ieder die hem aanroept. Het brood speelt zeker een belangrijke rol in het evangelie. Het gaat niet zozeer over het materiele brood op deze dag en op deze plek, maar het geestelijke voedsel dat door Jezus wordt geschonken in heel zijn optreden. In het vieren van de eucharistie worden we ook gevoed met Gods woord en vormen we samen een gemeenschap om Jezus heen. Jezus toont de liefde en het erbarmen van de leven gevende God. Dat is ook wat Paulus ons leert. In Jezus hebben we Gods liefde leren kennen en niets kan ons nog scheiden van die eeuwige liefde.
Suggestie
Licht dat ons aanstoot
Dit is de titel van een heel bekend lied van Huub Oosterhuis. Het is maar al te waar wat we zingen: licht doet veel met ons mensen. We richten ons in duisternis naar een lichtpuntje in de verte. We steken kaarsen en devotielichten aan om verlichting te krijgen van zorgen die ons bezig houden. Wie zich laat raken door het Licht, toont zich weliswaar kwetsbaar, maar laadt zich op met nieuwe, goddelijke energie.
De teksten en suggestie zijn genomen uit de ‘Handreikingen voor liturgie voor de zon- en feestdagen’ van Berne Media. In deze uitgave staan exegetische notities voor elke lezing en antwoordpsalm, een ‘kapstok’ voor de verkondiging, misteksten, voorbeden en diverse andere suggesties voor vieringen met gewijde of niet-gewijde voorganger. Voor meer informatie over de uitgave en een abonnement, zie de website van Berne Media.