In onze rubriek ‘Vers voor de Zondag’ blikken we vooruit op de eucharistieviering van aanstaande zondag (of feestdag): wat vertelt het Evangelie ons? Om wat voor thema draait deze viering? Wat zou je kunnen doen om dit te onderstrepen?
Zeventiende zondag door het jaar
Een opmerkzame geest
Veel weten, een hoge intelligentie, een hoog IQ: dit alles brengt geen wijsheid. We weten het. Met de grootste intelligente kun je de meest verschrikkelijke misdaden begaan. In de afgelopen eeuw hebben we daar meer dan genoeg voorbeelden gekregen. Wijsheid is iets anders, en zeker Gods wijsheid. Wijsheid heeft steeds van doen met het toewerken naar een vreedzame samenleving, heeft van doen met werken aan een betere wereld. Wijsheid heeft altijd met het hier en nu te maken maar wel met het oog op de toekomst. Echte wijsheid is meer een soort van ambacht: een wijze van zo met alles wat je gegeven is omgaan dat harmonie en vrede bewerkstelligd worden. Dat is de wijsheid waarnaar God verlangt.
Exegetische notities Evangelie
Matteüs 13,44-52 (of 44-46)
Matteüs structureert Jezus’ onderwijs in zijn evangelie in een vijftal grote redevoeringen. Na de Bergrede (Matteüs 5-7) en de Uitzendingsrede (Matteüs 10) vormt Matteüs 13 de derde grote rede. Hierin heeft Matteüs zeven gelijkenissen over het Koningschap van God verzameld. Het Koningschap van God is vanaf het begin van Jezus’ openbare optreden zijn hoofdthema geweest (Matteüs 4,17). Hij neemt de woorden ‘Bekeer u, want het koninkrijk der hemelen is ophanden.’ over van Johannes de Doper (Matteüs 3,2), maar anders dan bij Johannes de Doper worden deze woorden bij Jezus een uitnodiging, een uitnodiging om aan te sluiten bij Gods perspectief van een vernieuwde wereld. In zijn publieke verkondiging deelde Jezus zijn vreugde over dat van Godswege gegeven visioen van herstel en vernieuwing. Hij liet mensen horen en zien (in zijn genezingen) dat de werkelijkheid kan veranderen, waar Israëls God het voor het zeggen krijgt, zoals dat onder meer gebeurt in Jesaja 35. Jezus ging mensen voor op weg naar die nieuwe toekomst.
Jezus doet zijn verkondiging vergezeld gaan van uit het leven gegrepen verhalen, waarin hij allerlei facetten van zijn boodschap illustreert. Met zijn parabels wilde Jezus mensen tot dieper inzicht brengen. Hij treedt daarmee in de voetsporen van de oudtestamentische wijsheid, waarin ook wordt geprobeerd inzichten aan te reiken met behulp van uit het leven gegrepen voorbeelden. Het leven als leerschool. In Matteüs 13 wordt de ene gelijkenis wel uitgelegd, bij andere wordt de interpretatie aan de hoorder / lezer overgelaten.
De passage Matteüs 13,44-52 komt alleen bij Matteüs voor. Hierin vertelt Jezus drie parabels over het Koningschap van God aan zijn leerlingen. Hij is vanaf Matteüs 13,36 met hen in gesprek. In de gelijkenissen over de schat in de akker en de kostbare parel (Matteüs 13,44-46) laat Jezus zien hoe de boodschap van Gods Koningschap in het heden uitdaagt tot radicale keuzes. In beide parabels is het Koninkrijk verborgen. Het moet ontdekt worden. Wanneer het ontdekt wordt, maken de twee vinders, de een niet specifiek op zoek, de ander wel, ingrijpende beslissingen. Daar speelt de vreugde in de parabel van de schat in de akker een rol bij. Deze beide parabels maken duidelijk dat het Koningschap van God het waard is je leven er helemaal aan te wijden, er alles voor in te zetten, er helemaal voor te gaan. Zo ging Jezus er vol voor.
Illustreren deze beide parabels de kostbaarheid van dit perspectief van Gods Koningschap, vergelijkbaar met de woorden over de kostbaarheid van Gods Tora in Psalm 119, in de laatste gelijkenis -die van het sleepnet- is de aandacht weer gericht op het eindgericht, zoals ook in Matteüs 13,24-30.36-43, met vele overeenkomstige bewoordingen. In het sleepnet wordt allerlei bijeengehaald. Wanneer het net vol is, trekt men het op de oever en begint de selectie. Engelen zullen de schifting uitvoeren, de rechtvaardigen afscheiden van hen die onrecht hebben gedaan. Tot die tijd zullen mensen geduld moeten oefenen.
Jezus onderwijst zijn leerlingen in Matteüs 13,36vv. Aan het eind vraagt Hij ze of ze alles hebben begrepen. Een duidelijk ‘ja’ klinkt. Jezus besluit in Matteüs 13,52 met een wijsheidsspreuk over de schriftgeleerde die, leerling geworden van het Koningschap van God dat in Jezus is verschenen, nieuwe kanten ontdekt aan oude woorden.
Themastelling
Regeren is vooruitzien: in de maatschappij van vandaag worden voortdurend prognoses ontwikkeld, over alle mogelijke onderwerpen. We proberen als samenleving ontwikkelingen in beeld te krijgen om beleid te maken. Vanuit bestaande omstandigheden wordt naar de toekomst gedacht. Lijnen worden doorgetrokken, of juist omgebogen, waar iets in de toekomst anders moet gaan dan in het heden. Jezus’ visioen van het Koningschap van God gaat niet over een door mensen opgestelde prognose over de toekomst, maar betreft het door God gegeven perspectief voor deze wereld. Het is hoop die ons van Godswege wordt aangereikt voor een toekomst waarin de schepping bevrijd zal zijn van lijden, bedreiging en dood. Het evangelie verkondigt dat die toekomst in Jezus begonnen is.
De Bijbelse teksten van deze zondag willen ons ertoe bewegen om mee te gaan in Gods plannen met deze wereld door te leven met een hart dat hoort naar Gods leefregels (1 Koningen 3), door met vreugde de weg van Gods geboden te gaan (zoals Psalm 119 bezingt), door onze roeping trouw te zijn (Romeinen 8) en te delen in Jezus’ visioen van Gods Koningschap over deze wereld (Matteüs 13). God geeft ons richting en bemoediging in ons bestaan.
De teksten en suggestie zijn genomen uit de ‘Handreikingen voor liturgie voor de zon- en feestdagen’ van Berne Media. In deze uitgave staan exegetische notities voor elke lezing en antwoordpsalm, een ‘kapstok’ voor de verkondiging, misteksten, voorbeden en diverse andere suggesties voor vieringen met gewijde of niet-gewijde voorganger. Voor meer informatie over de uitgave en een abonnement, zie de website van Berne Media.