Marc Mulders: uitdagend en inspirerend

Sinds kort prikkelt de kunst van Marc Mulders de Utrechtse theologen en theologanten. Mulders kreeg namelijk de opdracht om de panden van de faculteit theologie kunstzinnig aan te kleden, katholiek én modern. Is hij geslaagd in die opzet?

Mulders werkt met verschillende technieken: glas, foto’s, schilderijen en stof. Hij laat zich enerzijds inspireren door de natuur: de vormen van dieren, de kleuren van bloemen, de geur van buiten, het zonlicht. Anderzijds zijn de spirituele tradities, met name de katholieke, een belangrijke bron van inspiratie. De vormgeving is abstract: de natuur en de traditie vervagen tot kleuren, vormen, en motieven.

Marc Mulders, kunstbezit UvT.
]1 Marc Mulders, kunstbezit UvT.

Het werk van Mulders is gewild en wordt geroemd. Waar hij exposeert stromen de mensen toe. Ook heeft hij de nodige prestigieuze kerkelijke opdrachten gekregen. In de Sint-Jan in Den Bosch hangt ‘het laatste oordeel’, in de Nieuwe Kerk in Amsterdam hangt ‘een tuin van glas’, en in het Catharijneconvent ‘de apocalypse’. Onlangs kwamen daar de Tilburg School of Catholic Theology (TST; Universiteit van Tilburg) en de Fontys Hogeschool Theologie en Levensbeschouwing (FHTL) bij. Mulders verzorgde afgelopen zomer (2014) de kunstzinnige aankleding van de twee panden die de TST en de FHTL delen aan de Nieuwegracht in Utrecht.

Uitdagend

Kunst, zeker moderne kunst, valt niet vanzelf in de smaak. Vaak daagt moderne kunst uit. Toen ik in Parijs studeerde heb ik ooit het Centre Pompidou bezocht, alweer een heel kostbaar doek hing, dat alleen maar blauw was. Tja, dacht ik toen. En wat te denken van moderne, atonale muziek, dat ‘rommeltje’ van klanken?

Op de eerste bijeenkomst van een college ‘Musique du XXe Siècle’ heb ik dat toen maar gewoon gezegd. Het is zomaar wat, n’importe quoi. De milde jezuïet (!) die het college gaf legde ons uit dat er toch wel meer over te zeggen viel. De componist deed niet zomaar wat, maar wilde ons gevoelig maken voor de puurheid van de klank; en vervolgens voor de dialoog van de ene klank met de andere. Zo was het doek in het Centre Pompidou dus niet ‘gewoon blauw’, nee, het was blauw. Punt. De bedoeling was om dat blauw te zien, te beschouwen zelfs.

Ook Mulders roept bij sommige mensen vragen op. Voor de een is het te weinig expliciet, en voor de ander juist te geëngageerd gelovig. Ook in dit geval helpt het om te luisteren naar wat de kunstenaar wil. In het geval van Marc is dat: gevoelig maken voor het schone, de schepping, en de Schepper. Mulders hoopt gelovigen én ongelovigen kennis te laten maken met het diepere en hogere – God. Niet door precieze afbeeldingen, maar door te verwijzen. Het gaat Mulders om de droom, het visioen. In een interview met Trouw zegt hij zelf, ‘ik richt me op het geheim in de verte’.

Christus en de pauw

Mulders’ kunst is soms gedeeltelijk wel figuratief. Mulders schilderde voor Utrecht bijvoorbeeld een pauw met de lijdende Christus in de staart. Op het eerste gezicht een bevreemdende combinatie, zowel qua stijl als qua onderwerp. Want de pauw is modern aquarel, de Christus is naar een vijftiende-eeuwse schildering van Rogier van der Weyden.

Die bevreemding is in feite niet nodig. Een pauw is een voorchristelijk symbool, dat in de christelijke iconografie staat voor de verrijzenis en voor de Verrezene. In die zin lijkt de pauw op de vis, een ander oud symbool voor Christus, dat je soms op auto’s ziet. Zo vreemd is het dus niet om Christus met een dier te verbinden. En ook de combinatie van modern en klassiek vind je vaker: onze 21e eeuwse kerken staan vol met oude, veelal neogotische kunst. Ons moderne leven combineren we graag en gemakkelijk met het klassieke.

Genade

Als de bevreemding wat gezakt is ontstaat er bovendien ruimte voor een tweede ervaring, die van verwondering over de genade van het kunstwerk. Want in christelijk perspectief is het heel sterk om ‘gewoon’ een mooie kleurige pauw te combineren met, tamelijk subtiel, een expliciet christelijk motief. Dat betekent namelijk dat het goddelijke gezocht en gevonden wordt in het gewone, en dat is genade. (Bovendien, met complementariteit kruis en verrijzenis!) Het woord genade is niet overdreven, want het verbond tussen gewoon en goddelijk is het hoogtepunt van christelijk geloven. Onze God doet zich niet kennen buiten de werkelijkheid, maar in de werkelijkheid. Dat is precies wat bedoeld wordt met incarnatie (de menswording van de Zoon) en inwoning (de Geest die in ons werkt en woont, en in de wereld).

Overigens, die God, dat is niet God in het algemeen, vaag. Nee, die God in de werkelijkheid is de lijdende God, die ook de verrezen God is. Kruis en pauw. In de spiritualiteit van de jezuïeten – mijn spiritualiteit – heet dat ‘God zoeken en vinden in alles’. Daarmee worden twee deugden bedoeld. Ten eerste, vertrouwen in de hele werkelijkheid als plaats waar God te vinden valt. Niet alleen in het expliciet religieuze en vrome, en niet alleen in de kerk. En ten tweede de deugd van verwondering. Wie niet open staat om te zoeken zal ook niet vinden.

Ten slotte

Is Mulders erin geslaagd om zowel katholiek als modern te zijn? Het moderne is meteen duidelijk, al was het maar omdat het uitdaagt! Bij nader inzien blijkt zijn kunst op allerlei manieren ook heel katholiek. Daarmee is over smaken niets gezegd. Maar wel iets over de breedte van mogelijkheden om geloof kunstzinnig vorm te geven. En over de noodzaak om beschouwend te kijken, te zien.

Daarom: wie ogen heeft, dat hij ziet; en een ziel, dat hij gelove!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *