‘Noem drie dingen die zelfs God niet weet. Het aantal religieuze congregaties voor vrouwen. De som geld die de franciscanen verborgen houden. Wat de jezuïeten echt denken.’ Voor de katholieke fijnproevers een bekend grapje. Katholieken staan er om bekend dat ze veel en graag grapjes maken over wat hen dierbaar is: Maria, de paus, pastoors én jezuïeten. Humor is dan ook een van de manieren om het gelovige leven dragelijk te houden, zoals de cabaretier Herman Finkers ons al tijden voorhoudt.
Jezuïetenhumor
Nikolaas Sintobin houdt ook wel van een gelovig grapje of twee. Hij is zelf een jezuïet en heeft de verkiezing van de eerste jezuïetenpaus aangegrepen om een leuk en handzaam boekje uit te brengen over de combinatie tussen humor en de Ignatiaanse spiritualiteit. Geheel zoals we van de wereldwijze jezuïeten gewend zijn, heeft Sintobin nogal wat seculiere werkkringen gekend: advocaat, leerkracht, geestelijk begeleider en internetpastor. En hij heeft humor. ‘Een student vraagt aan een jezuïet of het waar is dat een jezuïet een vraag altijd met een wedervraag beantwoordt. De jezuïet kijkt de jongeman en zegt: hoe bedoel je?’ LOL
‘Vijfde evangelie’
In twintig hele korte hoofdstukken neemt Sintobin de lezer mee door de spiritualiteit van Ignatius van Loyola, de stichter van de Societas Jesu. Hij schrijft over vrijheid van geweten en de gelofte van gehoorzaamheid, over de onderscheiding der geesten, over inculturatie en de inzet voor geloof en rechtvaardigheid. Sintobin legt in eenvoudige bewoordingen uit waar het de jezuïeten om draait. Zo vertelt hij over het ‘vijfde evangelie’, het ‘levensgebed’ van de jezuïeten. Het bestaat – heel eenvoudig – uit drie ingrediënten: dank, sorry, alsjeblieft. In dit dagelijks gebed zeg je eerst God dank voor alle genade die je mocht ontvangen. Dan zeg je sorry voor alle fouten die je die dag gemaakt hebt, groot en klein. En dan vraag je God om bescherming voor de volgende dag. Makkelijk zat!
‘Vlaemismes’
De hoofdstukken gaan gepaard met jezuïetengrappen (de één net iets leuker dan de ander) en van erg leuke cartoons van Joris Snaet, cartoonist van de Vlaamse krant De Standaard. Ook Sintobin is van oorsprong een Vlaming, en hier en daar vindt je dat wel terug in de teksten. Zo wordt vaak ‘bekomen’ gebruikt in plaats van ‘krijgen’. Soms vertraagt dat het lezen, maar meestal moest ik er van grinniken. Net als jezuïeten zijn ook onze Vlaamse buren een dankbaar object van foute grappen. En dat accent is toch echt zeer charmant, ook als je het leest.
Waardevol
Sintobin geeft in zijn boekje een paar leuke jezuïetenmoppen, maar weet daar omheen een zeer laagdrempelige inleiding in de spiritualiteit van de jezuïeten te geven. Zoals dat vaak gaat met inleidingen, zou de informatie wel wat verder mogen gaan. En ook de specifieke relatie tussen humor en religie blijft een beetje onderbelicht. Daar kan je nog heel wat pagina’s over volschrijven. Maar al met al: een vermakelijk boek dat het lezen zeer zeker waard is.
Nikolaas Sintobin sj, Jezuïeten grappen. Humor en spiritualiteit, Averbode (2013), 96 p, 9789031737536. Met een voorwoord van Mark Rotsaert sj. Voorwoord en inleiding zijn online beschikbaar via jezuïeten.org.
Humor is dikwijls een vergulsel van een bittere pil voor degene die de schoen past. Of men de schoen dan aantrekt is wel een vraag.