Tolerantie tussen wijs- en middelvinger

In onze samenleving staan groepen mensen nog altijd tegenover elkaar. Hoe kunnen we de impasse doorbreken? In zijn nieuwe boek ‘Het voelt echt goed – spiritualiteit van de verdraagzaamheid’ brengt Tom Mikkers het thema verdraagzaamheid op een persoonlijke, concrete manier dichtbij. Zolang verdraagzaamheid niet verandert in onverschilligheid, is het de kurk waar ons overbevolkt, multireligieus, multi-etnisch en eeuwig zeurend land op blijft drijven. Bovendien maakt Mikkers geloof en theologie op een zekere manier sexy.

‘Respect!’ is een gevleugelde uitspraak, die vooral jongeren en andere structureel bozige mensen in de mond lijkt te zijn bestorven. Die jongeren verwijt ik niet veel, aangezien je zonder een bozige periode niet volwassen kan worden. Die overige boosmensen valt wel het nodige te verwijten, maar daarover later. ‘Respect’ is natuurlijk niets anders dan een 21e eeuwse variant van het ietwat afgesleten begrip ‘tolerantie’, dat overigens onverkort populair is bij veel politici, beleidsmakers en opinieleiders, meestal om een maatschappelijk explosieve situatie te pacificeren.

Afwijzing

Respect en tolerantie zijn namelijk verrekte lastige begrippen, vooral als ze in de praktijk gebracht moeten worden. Voltaire (1694-1778) vatte het dilemma van de tolerante mens al mooi samen: ‘Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen.’ Het probleem van de tolerante mens is dat je ‘praktijken, handelingen en overtuigingen aanvaart, die je tegelijkertijd hartgrondig afwijst’ (Theo de Wit).

Dragen

In het woord ‘tolerantie’ zit het Latijnse werkwoord tolle, dat ‘dragen’ of ‘verdragen’ betekent. Niet voor niets bestaat er in het Nederlands het synoniem ‘verdraagzaamheid’. Als je iets tolereert, verdraag je letterlijk datgene waaraan je je kapot ergert. Dat is niet hetzelfde als ermee instemmen. Huilende kinderen in de wachtkamer van de huisarts, luid sprekende medepassagiers in de trein, fietsers die de verkeersregels aan hun laars lappen: je ondervindt er hinder en last van, maar je verdraagt het. En waarom? Omdat je zelfbeheersing hoog aanschrijft, omdat je niet elk maatschappelijk probleem tot het jouwe hoeft te maken en omdat je daarmee in zekere zin ruimte schept voor de ander om te leven.

Minder

En dat is exact wat Tom Mikkers doet in zijn nieuwste boek ‘Het voelt echt goed. Spiritualiteit van de verdraagzaamheid’ dat deze maand uitkomt. Aanleiding voor het boek is de beruchte ‘wij willen minder Marokkanen’-speech van Geert Wilders in maart 2014. De gezamenlijk christelijke kerken reageerden hierop met een interconfessionele kerkdienst voor verdraagzaamheid en tolereantie op 23 maart 2014. Mikkers hield daar een door de pers goed ontvangen speech. Mikkers werkte zijn woorden en gedachten verder uit en het resultaat ligt nu in de boekenwinkels.

Vrouwen

Mikkers wil in dit boek laten zien dat ‘uit godsdiensten een levenshouding en mensvisie valt op te delven die verdraagzaamheid mogelijk maakt.’ Hij noemt dit: ‘godsdienst als opdracht om het uit te houden in de grensgebieden van het leven, waar dingen soms zwaar en ingewikkeld zijn’. Paradoxaal genoeg zorgt religie echter zelf ook voor veel onverdraagzaamheid, aldus Mikkers, als zij vrouwen het priesterambt onthoudt, vrouwen in sluiers dwingt en homo’s verbiedt te trouwen. ‘Ik kan dan behoorlijk onverdraagzaam zijn.’

Kwetsbaar

Mikkers stelt zich hier kwetsbaar op. Wie van zichzelf zegt dat hij zeer tolerant is, behalve tegenover ‘de ander’ die zelf onverdraagzaam is, loopt het risico om een impliciet superieure positie in het debat in te nemen. Feitelijk geef je dan de ander nog steeds slechts beperkt de ruimte: onder het mom van verdraagzaamheid wordt dan een hoger soort onverdraagzaamheid gepredikt. Toch weet Mikkers wonderlijk goed met zijn eigen kwetsbaarheid om te gaan. ‘Ik moet mijzelf steeds weer voorhouden dat een verwerpelijke mening of levensinstelling nimmer leidt tot verwerpelijke mensen. Hier ligt voor mij een persoonlijke opdracht.’

Een echte ‘Mikkers’

Toen ik in 2012 een speech hield ter gelegenheid van de publicatie van zijn vorige boek ‘Religiestress’, zei ik dat het een ‘echte Mikkers’ was. Ik doelde toen vooral op Mikkers’ eigenschap om ingewikkelde zaken met een klein knipoogje heel simpel uit te leggen of te typeren. Zo maakt hij onderscheid tussen populisten en gutmenschen op basis van hun favoriete vinger. ‘Populisten gebruiken de middelvinger om hun woorden kracht bij te zetten, gutmenschen de wijsvinger.’ En onder het kopjes ‘obstakels voor verdraagzaamheid’ troost de auteur de lezer op pastorale wijze: ‘We zijn niet veroordeeld tot het rondscharrelen op doodlopende wegen’. Of: ‘Jezus is zeg maar mijn Boeddha’. Tamelijk briljante vondsten als je het mij vraagt.

Obstakels

Mikkers richt zijn pijlen op een aantal obstakels voor verdraagzaamheid: de gerichtheid op het subjectieve, het niet kunnen relativeren van het individuele, spiritainment (weer een typisch Mikkerswoord) in plaats van het heilige, en het ideaal van de ‘selfmade man’. Vooral die laatste intrigeerde mij. Met behulp van de tovenaarsleerling uit Disney’s film ‘Fantasia’ en de kerkvader Augustinus maakt Mikkers duidelijk het adagium ‘zelf doen’ kan verworden tot een vertekend zelfbeeld dat te veel of juist te weinig vraagt aan het eigen ego.

Maakbaarheid

Het ideaal van een maakbare maatschappij legt een bijna ondraaglijke verantwoordelijkheid op de schouders van het veel geprezen autonome individu. Deze houding is typisch Amerikaans, maar ook wreed. Wie succes heeft, wordt geprezen, maar wie pech heeft, wordt verguisd. Je hebt het immers allemaal aan jezelf te danken. Mikkers pleit voor een geloof in datgene dat ‘van buiten komt’, ik noem het maar ‘genade’, dat wat je toevalt.

Sexy

‘Er zijn mensen die zich aan me storen, me te druk vinden, te oppervlakkig of te uitgesproken; op zijn best verdagen ze me. En er zijn godzijdank ook mensen die me nemen als ik ben’. Zo eindigt Mikkers zijn boek. Dat mensen zich aan hem ergeren, is eigenlijk niet te voorkomen. Dat gebeurt bij iedereen die zijn kop boven het maaiveld uitsteekt. Ik waardeer Mikkers enorm voor zijn voortdurende pogingen om zijn geloofsovertuigingen vruchtbaar te maken voor de gehele samenleving, die hij open en optimistisch tegemoet treedt zonder blind te zijn voor de inherente fouten van onze menselijke constitutie. Mikkers maakt geloof en theologie op een zekere manier sexy, en dat is zeker geen luxe in een tijd waarin religie steeds meer gekoppeld wordt aan extremistische excessen en exotische gekkies, die het beste achter de voordeur hun ‘hobby’ kunnen beleven.

Mikkers’ pleidooi voor meer verdraagzaamheid in Nederland, en dan met name tussen verschillende aanhangers van verschillende geloofssystemen, is actueel en terecht. Zolang verdraagzaamheid niet verandert in onverschilligheid, is het de kurk waar ons overbevolkt, multireligieus, multi-etnisch en eeuwig zeurend land op blijft drijven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *