Allerzielen

‘In besloten kring hebben wij afscheid genomen’: dit zinnetje kom ik vaker tegen de laatste tijd. Wanneer je het leest, weet je niet wat er allemaal schuilgaat in zo’n mededeling. In mijn parochie kom ik het ook tegen: van een man die vroeger overal in het gemeenschapsleven zijn steentje bijgedragen heeft, horen we dat hij enkele weken geleden in stilte gecremeerd is. ‘Hij?, ja hij.’ Mensen snappen het niet. ‘Wat is er dan gebeurd?’

Er verandert veel rond de dood. Van ‘voltooid leven’ en de keuze het leven te verlaten door een bewuste ingreep tot overgave aan het – soms langzame – proces van heengaan in hoop en vertrouwen. Een parochiaan – hoogbejaard – stopt met de nierdialyse, bewust. ‘Nu mag Onze Lieve Heer mij komen halen.’ Maar het duurt nu al negen weken. Hij wordt bijna ongeduldig… ‘Ik ga nog maar even in de tuin werken.’

2 november – Allerzielen

Op 2 november vieren we Allerzielen. ‘We’: mensen die zich bekennen tot de christelijke traditie, maar ook de velen die in de ‘slipstream’ van Allerzielen deel kunnen nemen aan een rijke schakering van evenementen rond het thema dood. Op het abdijterrein (Abdij van Berne) is er een ‘Alle Zielen-project’ (let op de subtiele naamsverandering!). De dood fascineert. Iedereen krijgt er mee te maken, ontsnappen kan niet.

Er is ook angst. In deze tijd mede gekoppeld aan de donkere herfstdagen. Halloween kanaliseert soms die angst en men maakt maskers van pompoenen waarin men dan (toch) licht aanbrengt. Licht in donkere tijden, een oer-mechanisme. En een uiting van veerkracht. Want je zult als mens toch moeten leren om om te gaan met kwetsbaarheid, met vergankelijkheid. Laten we niet vergeten dat Halloween – ons toegekomen uit de Keltische traditie – betekent: ‘vooravond van Allerheiligen’. Een pré-christelijke traditie die opgenomen wordt in het geloof dat er krachten en machten zijn die ons omringen, dat onze wereld dus geen gesloten wereld is.

Hoezeer we in onze huidige samenleving de opening naar Boven terugdringen (het moet maar ‘achter de voordeur’ gebeuren), de menselijke ervaringen rond afscheid en dood laten andere belevingen zien. Deze lieve moeder en oma kan toch niet helemaal weg zijn na haar dood? Liefde blijft toch, ook over de grens van de dood heen? Liefde sterker dan de dood…

In paradisum

‘Dat de engelen je begeleiden het paradijs in…’ Het werd en wordt gezongen bij het uittrekken uit de kerk na een viering rond een overledene, een viering van hoop en vertrouwen, van verrijzenis. Wie zijn die engelen? ‘Door goede machten trouw en stil omgeven’, zoals Dietrich Bonhoeffer in zijn dodencel dichtte in 1945? Of zijn het mensen die in de laatste fase van een leven een mede-mens bijstaan in zijn afscheid van dit aardse leven? Ook zij zijn engelen die boodschappers zijn van vertrouwen dat Alle zielen bij Alle heiligen horen en je zo je leven voltooit in dat ondoorgrondelijke geheim van God.