De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) wil meer gedwongen hulp voor zwangere vrouwen in de eerste fase van hun zwangerschap om ongeboren kinderen beter te beschermen. Dat meldde onder andere de NOS vandaag. Nobel natuurlijk. Terecht ook. Maar vooral erg hypocriet.
De RSJ vindt dat de huidige maatregelen niet genoeg zijn toegesneden op de belangen van de ongeboren kinderen. En precies om die formulering gaat het: ‘ongeboren kinderen’. Ik ben geen fervente foetuspoppetjesaanbieder maar ik kan het toch niet helpen dat ik meteen aan abortus provocatus moet denken. De oproep van de RSJ doet uiterst hypocriet aan. De overheid mag wel ingrijpen als de moeder haar eigen ongeboren kind schade aandoet door tabak, drugs en/of alcohol en haar tegen haar zin in dwingen goed voor haar ongeboren vrucht te zorgen. Maar diezelfde overheid heeft er dan weer geen probleem mee ongeboren kinderen van exact dezelfde leeftijd te laten aborteren op verzoek van de moeder. Is dit niet meten met twee maten?
Ik denk dat er een uiterst cynisch mechanisme achter schuilt. Aborteren is veel goedkoper dan de langdurige opvang van (zwaar) gehandicapte kinderen die geboren worden naar aanleiding van het slechte gedrag van hun moeder. Die geboren kinderen kosten de maatschappij voor decennia veel geld. Graag haal ik in deze context Jesse Klaver aan. Het GroenLinks Tweedekamerlid loopt te hoop tegen precies dit ‘economisme’ dat elk maatschappelijk probleem of vraagstuk reduceert tot een kille rekensom van kosten en baten. Abortus? Geen probleem. Roken? Nee, dat mag niet.
Ik wil hier niet de discussie over de mogelijkheid van abortus provocatus openen – daar zijn andere plekken en gelegenheden voor – maar ik wil wel mijn opperste verbazing uitspreken naar een overheid die enerzijds abortus toestaat en faciliteert, maar anderzijds diezelfde kinderen wil beschermen tegen het voor het ongeboren kind schadelijke gedrag van de moeder. Dit kan echt niet waar zijn.