Parochieblad is er niet om de bisschop te behagen

Hier en daar waagt een parochieblad het erop: naast het misrooster een kritisch verhaal of een boekje open over zaken die sommigen liever verzwijgen. Stijn Fens komt in Trouw (5 maart) met een paar sprekende voorbeelden, waaronder mijn conflict met het bestuur van de Utrechtse Martinusparochie.

Fens’ waarschuwing voor al te transparante verhalen: pas op, want de bisschop leest mee. Zo is het maar net. Na alle commotie neemt het parochiebestuur van de Martinus ‘na een richtinggevend gesprek’ op de Maliebaan voortaan de verantwoordelijkheid voor de inhoud op zich. De redactie schrijft, maar het bestuur onder voorzitterschap van de pastoor bepaalt.

Niets aan de hand bij mooi-weernieuws. Maar wat als er onder parochianen onrust heerst als hun kerk door datzelfde bestuur gesloten gaat worden? Of als datzelfde bestuur een geliefde pastor ontslaat omdat die zich niet aan de regels heeft gehouden? Vaak zie je dan dat een bestuur zich behelpt met een raadselachtige, korte mededeling om vervolgens de luiken dicht te trekken.

Een bestuur daarentegen dat zijn medeparochianen serieus neemt in het mede dragen van de geloofsgemeenschap zorgt juist voor een parochieblad dat niet bang is voor slecht-weernieuws en dat ruimte laat voor de dynamiek van verschillende meningen. Ook al strijkt dat tegen de haren in van een bisschop die vindt dat gewone gelovigen toch vooral schapen zijn die hun plaats moeten kennen en – zo niet – die met een ferme ruk aan de staf op het rechte pad moeten worden getrokken. In de tijd dat de kerk nog een massale volkskerk was werd dat geslikt. Soms mekkerend, maar toch.

Maar gelovigen van nu laten zich niet ringeloren. Zij zijn goed opgeleid, staan voor hun waardenoriëntatie open voor informatie van vele kanten en zijn daardoor mondig en oordeelsvaardig. Zij schrikken niet zo gauw van wat reuring. Geloven betekent voor hen vooral een persoonlijke zoektocht naar het goede, ware en schone. Sommigen verbinden dat met kerkelijke samenkomsten, anderen blijven aan de rand staan.

Een parochieblad moet deze en nog vele andere lezers dienen. Maar relevant voor allemaal wordt het pas als het situaties belicht waar geloof, leer en leven elkaar amper verdragen. Alleen in de donkerte immers kan licht zichtbaar worden.

En ja, dan kan het gebeuren dat bisschop Eijk ontstemd raakt over een kerkkritische opmerking in het parochieblad of over een homoseksuele schrijver die vertelt over zijn afscheid van de katholieke kerk. De denkfout die de bisschop maakt is dat een parochieblad hem dient te behagen. Zo werkt het niet meer. Net als bij de grote media komt de lezer bij het lokale parochieblad op de eerste plaats.

Een kerkbestuur dat een parochieblad de ruimte geeft voor zelfkritiek en de weerbarstigheid van leven en leer geeft blijk van vertrouwen in zijn medeparochianen. Dat helpt hen om de kerk trots uit te dragen naar de wereld. Paus Franciscus kan dat echt niet in zijn eentje.

Werend Griffioen, oud-hoofdredacteur Martinus Magazine, Utrecht