Passenger, en de liefde die je niet kunt bezitten

Passenger is de artiestennaam van de Britse singer-songwriter Mike Rosenberg. Hij bestormt op dit moment de hitlijsten. Met zijn gevoelige ballade Let Her Go laat hij menige luisteraar een brok in de keel wegslikken. Hij bezingt, zoals zo velen voor hem, een verloren liefde.

‘You only need the light when it’s burning low / Only miss the sun when it starts to snow / Only know you love her when you let her go.’ De eerste twee zijn wat clichématig, maar de derde zin treft dieper doel.

De eerste keer dat ik dit nummer hoorde dacht ik te horen: ‘Only know you love her when you’ve let her go’. Vrij vertaald: ‘Je weet alleen dat je haar hebt liefgehad als je haar hebt laten gaan.’ Stommerd, dacht ik nog. Had je maar niet zo gemeen/egoïstisch/macho (doorstrepen wat van toepassing is) moeten zijn, dan was ze bij je gebleven. Ik had niet goed geluisterd.

Passenger zingt namelijk: ‘Je weet alleen dat je van haar gehouden hebt als je haar laat gaan’. En dat is een volstrekt andere boodschap. Vrij vertaald zingt de Britse ster: ‘Hoe weet je dat je echt van iemand houdt? Als je haar los laat.’ Rosenberg doelt dan volgens mij op een diep spiritueel inzicht te pakken. Als je echt van iemand houdt, dan moet je hem/haar laten gaan. EN niet op een trendy vorm van vrijheid-blijheid zonder committent.

Moeder, wat is het heet!

Tijdens de regenachtige kerstvakantie hield ik mijn ziel ledig met het bekijken als veel te veel aflevering van de oude Britse sitecom It Ain’t Half Hot Mum (in Nederland bekend als Moeder wat is het heet). Geschreven door Jimmy Perry en David Croft, de scheppers van het onvolprezen Dad’s Army (Daar komen de schutters) die de BBC uitzond van 1974 tot 1981. De sitcom vol van Britse humor speelt zich af in de Indiase jungle vlak voor het einde van de Tweede Wereldoorlog en volgt de belevenissen van de Royal Artillery Concert Party, een groep halfbakken soldaten die met cabaretshows de moraal wat moet oppeppen. Omdat ze geen talent hebben anders dan zich (slecht!) te verkleden als vrouwen, is het resultaat mager.

Aan het einde van (bijna) elke aflevering geeft de Indiase bediende van de soldaten, Rangi Ram (gespeeld door niemand minder dan Michel Bates) een soort grappig bedoelde afsluiter. ‘Een oud Hindoeïstisch spreekwoord zegt…’ en dan volgt een flauwe grap. De rol van Bates als Rangi werd trouwens door critici zwaar op de korrel genomen: racistisch en dom. Ik vind het gewoon erg leuk.

Vluchten

In aflevering 21 (‘Pale Hands I Love’) van 30 januari 1976 wordt de enige echte soldaat van het gezelschap, sergeant-majoor Williams (Windsor Davies) verliefd op een Chinees meisje dat met haar familie in India woont. Hij wil met haar te trouwen en samen met haar een Chinees restaurant te beginnen in Engeland. Op de vlucht voor Chinese criminelen vraagt het meisje aan Williams om direct met haar mee te gaan. Voor de strikte en rechtschapen sergeant-majoor is desertie echter een stap te ver. En met tranen in zijn ogen laat hij haar achter.

Rangi sluit deze aflevering niet uit af met een flauw ‘Hindoeïstisch’ geintje. In plaats daarvan zegt hij: ‘When the heart is full, it’s time for tears. Hapiness is as the butterlfy. If you can catch it in your hand, you must either let is fly away or keep it and watch it die.

Bekijk de aflevering:

1. http://www.youtube.com/watch?v=6S_pY3bh24E’

2. http://www.youtube.com/watch?v=rhvxAJkweuA

3. http://www.youtube.com/watch?v=n1mMaOtNNSw

Bezit

Rangi en Passenger, belijden allebei een geweldige vuistregel van echte liefde. Je kan haar alleen bezitten door haar af te staan, vrij te laten. Nogmaals, niet in hedonistische zin van partnerruil en parenclubs. Nee, het is met de liefde als met God. Je kan God liefhebben, maar je kan Hem niet bezitten. En als je dat probeert, dan neem je Hem gevangen, neem je Hem in bezit. En God is niet je bezit, niemand ‘bezit’ God. De kerk niet, de bisschoppen en de priesters niet, niemand.

Vrijheid

Zo is het ook met je geliefde. Je kan hem/haar niet bezitten. Hij/zij is niet van jou, maar van zichzelf. Elke poging om je geliefde te bezitten, vernietigt hem/haar en daarmee jullie liefde. Dit levert geen vrijheid-blijheid op, maar een vrijheid die ruimte schept. Een voortdurende keuze voor elkaar en de liefde. Geen vanzelfsprekendheid, geen rechten, geen plichten. Maar vrij om lief te hebben. Zelfs als dat betekent dat je hem/haar laat gaan. Dat is de vrijheid van de kinderen Gods, de kinderen die het Koninkrijk der Hemelen bevolken. En God zag dat het goed was.

Frank G. Bosman is cultuurtheoloog en verbonden aan de Tilburg School of Catholic Theology.
Zie www.goedgezelschap.eu.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *