Paus Franciscus blijft verbazen. Na zijn opmerkelijke woorden in het vliegtuig na de Wereldjongerendagen in Brazilië over homoseksualiteit, publiceerde het Italiaanse Jezuïetenblad La Civiltà Cattolica gisteren een omvangrijk interview met de nieuwe paus. Het interview kwam direct in meerdere talen beschikbaar, in het Nederlands op de website van het Belgische blad Streven. Franciscus laat hierin meer van zichzelf zien dat ooit tevoren. De paus is opmerkelijk scherp over kerkelijke zwartkijkers, regelfetisjisten en ‘heilige rest’-aanhangers.
Konden de critici van Franciscus het vliegtuiginterview nog afdoen als een ‘bedrijfsongeval’ waarin de paus er allerlei zaken ‘uitflapte’, is dat bij dit nieuwe interview onmogelijk. De interviewer Antonio Spadaro is net als Borgoglio lid van de Societas Jesu, en de hoofdredacteur van Cattolica. Hij is lid van de Pauselijke Raad voor Cultuur en de Pauselijke Raad voor Sociale Communicatie; en hij doceert aan de theologische faculteit van de Gregoriana. Het is ondenkbaar dat deze tekst niet door Bergoglio persoonlijk is geaccordeerd. Dit interview met Franciscus heeft dan weliswaar niet een officiële kerkelijke status, zoals bijvoorbeeld een encycliek, maar geeft niettemin een heel duidelijk signaal welke kant de paus opwil met zijn pontificaat en met de hele r.k.-kerk. Een samenvatting.
Over zichzelf: ‘Ik ben een zondaar’
De paus is bijzonder openhartig tegenover Spadaro. ‘Ik had de aangename indruk dat ik geen enkele deur heb moeten passeren,’ zo merkt de interviewer op. En dat lijkt symptomatisch voor het hele gesprek. ‘Ik ben een zondaar,’ zo antwoord Franciscus op de vraag naar wie hij nu eigenlijk is. ‘Ik ben een beetje gewiekst, maar ook een beetje naïef. Ik ben een zondaar op wie de Heer zijn blik heeft laten vallen.’ Bergoglio beschouwt zich niet als een braaf jongetje. ‘Ik was nooit een engeltje.’
Hij is ook hard over zijn eigen optreden als provinciaal-overste van de Jezuïeten in Argentinië. ‘Ik was 36 jaar: te gek in feite. Ik vertoonde in mijn bestuur als Jezuïet veel gebreken. Ik moest moeilijke situaties in handen nemen en nam mijn beslissingen vaak op een nogal bruuske en persoonlijke wijze. Mijn eigen autoritaire en snelle manier van beslissen heeft me serieuze problemen opgeleverd. Ik werd zelfs er van beticht een ultraconservatief te zijn.’ Quod non, lijkt de paus er bij te denken.
Over barmhartigheid: ‘De kerk als veldhospitaal’
De paus vindt het de voornaamste taak van de kerk om mensen nabij te zijn in tijden van nood en ellende, niet om mensen lastig te vallen met regeltjes en voorschriften. ‘Ik beschouw de kerk als een veldhospitaal na de slag.’ Een zwaargewonde ga je ook niet vragen naar zijn cholesterolgehalte of zijn eetpatroon. ‘Men moet eerst zijn wonden helen, pas nadien kan men over de rest praten.’
Dat betekent voor de bedienaren van het evangelie – en daar bedoelt Bergoglio zeker niet alleen de gewijde bedienaren mee – dat zij ‘personen moeten zijn die het harten van de mensen kunnen aanwakkeren, die in staat zijn samen met hen dwars door de nacht heen te stappen, die kunnen dialogeren en die tevens kunnen afdalen in die nacht of duisternis zonder zichzelf te verliezen.’ Ga er maar aanstaan. Bergoglio jaagt de kerkelijke elite uit hun comfortabele paleizen en pastorieën en stuurt het de wereld in, daar waar de mensen zijn.
Over hete hangijzers: ‘Spirituele inmenging is niet mogelijk’
Spadaro vraagt ook naar de mening van de paus over christenen die zich in ‘complexe situaties’ bevinden, dat wil zeggen: hertrouwde echtgescheidenen, homokoppels, mensen die een abortus hebben laten verrichten, enzovoorts. Het antwoord van de kerk aan deze ‘zondaars’ was in de afgelopen decennia vaak hard. Bergoglio benadrukt weliswaar het recht dat de kerk heeft om haar eigen mening te hebben over deze zaken, maar hij zegt ook: ‘Ik ben niet de persoon om over hem of haar te oordelen. Spirituele inmenging in het persoonlijk leven van de mensen is niet mogelijk’.
Als God naar een homoseksuele gelovige kijkt, aldus de paus, ziet God eerst de gelovige en dan pas de eventuele zondigheid die bovendien aan alle mensen kleeft. ‘We kunnen niet zo maar hameren op de problemen rond abortus, het homohuwelijk en het gebruik van anticonceptie. Dat kan niet.’ De paus heeft bewust nooit veel over deze zaken gezegd, ‘maar dat is me vaak verweten.’ ‘Het is niet nodig daar continu over te praten. De kerkelijke leerstellingen, zowel dogmatiek als moraal zijn niet allemaal evenwaardig.’ De paus vreest dat met een eenzijdige moraliserende benadering ‘het hele morele bouwwerk van de kerk als een kaartenhuis in elkaar stort.’ De kerk riskeert dan dat ‘de frisheid en de aangename geur van het Evangelie worden verloren’.
Over de kerk I: ‘Niet in zichzelf opsluiten’
Als het over de kerk gaat, bewandelt Bergoglio twee wegen. Enerzijds bekritiseert hij heftig allerlei kerkelijke notabelen (naar goed Romeins gebruik zonder namen en rugnummers) die volgens hem de kerk afbreken, terwijl hij anderzijds met grote liefde over ‘het volk Gods’ spreekt.
De paus maakt gehakt van de kerkelijke leiders die een kleine ‘heilige rest’-kerk nastreven. ‘De kerk is geen kapelletje dat slechts een select groepje personen kan omvatten. We moeten de boezem van de universele kerk niet terugdringen tot een beschermend nestjes van onze eigen middelmatigheid.’ Ook moet hij niets hebben van regelknechten. ‘De kerk heeft zich soms laten inkapselen in details en kleine voorschriftjes. Het belangrijkste is nochtans de Blijde Boodschap: Jezus Christus heeft je gered.’ De paus is helder: ‘Het Volk Gods wenst pastores, herders, en geen functionarissen of staatsclerus.’
De paus verbaast zich over het zeur- en klikgedrag van orthodoxen wereldwijd. ‘Het is indrukwekkend te zien hoeveel aangiften van gebrek aan orthodoxie in Rome belanden.’ Ook moet de paus niets hebben van een cultuurpessimisme dat in grote delen van de Romana te vinden is. ‘Het tegenwoordige gejammer over hoe het er in de “barbaarse wereld” aan toegaat, leidt soms binnen de kerk tot verlangens naar orde, begrepen als puur lijfsbehoud en verdediging.’
Over de kerk II: ‘Volk Gods’
Over de kerk spreekt de paus het liefst over ‘het heilige gelovige volk van God’. Hij ontleent dat beeld aan Lumen Gentium, het document over de kerk van het Tweede Vaticaans Concilie. ‘God in de heilsgeschiedenis redt het volk.’ Bergoglio benadrukt – heel opvallend – niet zozeer de onfeilbaarheid van het kerkelijk leergezag, maar de oude theologische notie van de sensus fidelium: ‘Het geheel van gelovigen is onfeilbaar in het geloof en deze onfeilbaarheid komt tot uiting in de bovennatuurlijke geloofszin van het hele volk dat op pad is.’ Direct daarna haast de paus zich wel te benadrukken dat de infallibilitas van het Gods volk niet een ‘soort van populisme’ is. De kerk is geen democratie in de moderne zin van het woord, maar ook geen dictatuur van een klerikale elite.
Over de liturgie: ‘absoluut onomkeerbaar’
Voor de kerkpolitieke fijnproevers is het gedeelte over het Tweede Vaticaans Concilie erg interessant. De interviewer merkt op dat de paus ‘het concilie gewoonweg beschouwt als een volkomen verworven en voldongen feit.’ Voor Bergoglio zijn alle discussies aan de ultrarechtse zijde van de kerk in de afgelopen decennia over de betekenis van Vaticanum II eigenlijk irrelevante achterhoedegevechten. ‘Vaticanum II is een herlezing geweest van het Evangelie aan de hand van de hedendaagse cultuur. De vruchten ervan zijn enorm’.
Vervolgens maakt de paus een expliciete koppeling met de liturgiehervorming van het concilie. ‘Het volstaat te denken aan de liturgie. De liturgische hervorming … is absoluut onomkeerbaar.’ Deze hervorming is aangevochten door vele traditionalisten van onder andere de Pius X Priesterbroederschap. Deze broederschap is een ultraconservatieve organisatie waarmee paus Benedictus XVI tevergeefs de banden heeft geprobeerd aan te halen, onder meer door de ‘oude mis’ (van voor Vaticanum II) weer uitgebreid toe te staan. Franciscus is mild voor zijn voorganger (die hij ‘prudent’ noemt), maar in de tussentijd veegt hij de vloer aan met de traditionalisten. ‘Er bestaat een risico van ideologisering van de oude liturgie, van instrumentalisering ervan. En dat is zorgwekkend.’ Exit Pius X broederschap.
Over de vrouw: ‘Maria is belangrijker dan de bisschoppen’
De paus is zeer ontevreden over de rol van de vrouw in de huidige kerk. Zonder ook maar naar het onderwerp van vrouwelijke priesters te hinten, bepleit Borgoglio een nieuwe theologie van de vrouw. ‘De kerk kan gewoon niet zichzelf zijn zonder de vrouw en haar rol.’ De paus zet de mannelijke bisschoppen op hun plaats met een verwijzing naar Maria. ‘De vrouw is voor de kerk absoluut noodzakelijk. Maria, een vrouw, is belangrijker dan de bisschoppen.’ En even later: ‘Het vrouwelijk genie is nodig.’
Over veranderingen: ‘een diepgaande verandering is nodig’
De paus maakt in het interview veel werk van zijn Ignatiaanse spiritualiteit. Dat is niet vreemd voor een Jezuïetenpaus die aan een Jezuïetenblad een interview geeft. Hij hamert vooral op de ‘geest van de onderscheiding’, dat zo kenmerkend is voor de spiritualiteit van der Societas Jesu. ‘Velen gaan er van uit dat veranderingen en hervormingen in korte tijd gerealiseerd kunnen worden. Ik geloof daarentegen dat er tijd nodig is om de fundamenten te leggen van een echte, diepgaande verandering. Dat is de tijd van onderscheiding.’
Franciscus is niet van grote stappen, snel thuis. ‘Ik vertrouw niet op de eerste gedachte. In het algemeen is dat de verkeerde optie.’ Wat de paus zegt, meent hij ook. En hoewel veranderingen onvermijdelijk zijn, hoeven we echter niet op al te korte termijn iets te verwachten. Franciscus tempert kennelijk de opgeklopte en bijna bovenmenselijke verwachtingen die veel gelovigen hebben in zijn capaciteiten de kerk definitief te hervormen.
Over de vrijheid: ‘Denken is nooit af’
Denken is nooit af volgens de paus. ‘Een mystieke sfeer legt geen grenzen vast, maakt gedachten nooit helemaal af. De Jezuïet moet dus een persoon zijn met een gedachtegoed dat nooit helemaal af is, maar dat gekenmerkt wordt door een ruimheid van denken.’ Bergoglio wantrouwt gelovigen die precies denken te weten hoe ‘het’ zit. ‘In God zoeken en vinden in alle dingen is steeds een grijze zone van onzekerheid. En die moet er ook zijn. Als iemand zegt dat hij God ontmoet heeft met een zekerheid die elke marge van twijfel uitsluit,dan zit hij niet goed. Als iemand op alle vragen een antwoord heeft, dan is dit juist het bewijs dat God niet met hem is.’ De paus is vervolgens hard in zijn oordeel. ‘Het gaat dan om een valse profeet die religie voor zijn eigen voordeel gebruikt.’
Hij waarschuwt zijn medegelovigen die de kerk willen herstellen in een oude glorie van vergane dagen. ‘Als een christen droomt van restauratie of legalistisch is, of als hij alles helder en zeker wil hebben, dan vindt hij niets.’ Wie zijn heil zoekt tot ‘disciplinaire oplossingen’ (kerkelijke straffen), ‘doctrinaire zekerheid’ (dogmatisme) of naar een geïdealiseerd (doch niet bestaand) verleden verlangt, ‘heeft een statische visie die de klok terugdraait’. Wederom een veeg uit de pan aan alle ultraconservatieve krachten die de kerk willen terugbrengen naar de vorige eeuwen. ‘God heeft zich geopenbaard als geschiedenis, niet als een compendium van abstracte waarheden. De kerkelijke leer zien als een monoliet die je ongenuanceerd moet verdedigen, is verkeerd.’
Paus Franciscus geeft zijn geloofsbrieven af. En ze laten niets te raden over.
Ik ben diep onder de indruk, bedankt voor de mooie weergave van zo´n hoopgevend interview!
Dat ik dit nog mag meemaken! Goh.