The Passion stelt wederom teleur, ook in Enschede

Voor de vijfde keer op rij werd op Witte Donderdag ‘The Passion’ georganiseerd. Onder aanvoering van EO en KRO werd in de straten van Enschede de laatste uren van het leven van Jezus van Nazareth nagespeeld. Net zoals elk jaar levert Katholiek.nl een eerste kritische terugblik. Voorlopige conclusie: weer tenenkrommend slecht acteerwerk, redelijke zang, goede liedkeuze en soms treffende knipogen naar de actualiteit.

‘The Passion’ is in vijf jaar uitgegroeid tot één van de grootste jaarlijkse televisiespektakels van Nederland. Miljoenen mensen zitten aan de buis gekluisterd. De KRO en de EO zijn er in geslaagd om Pasen los te weken van paashazen en shoppen bij de Ikea, en weer te verbinden aan zijn oorspronkelijke betekenis: het verlossend lijden van Jezus van Nazareth. Tegelijkertijd liggen oppervlakkigheid en knulligheid op de loer. Ook dit jaar kon de kwaliteit niet hoog gehouden worden.

C-lijst BN’ers

Geenstijl.nl, parel van actueel semipolitieke retoriek, vat het mooi en ongezout samen: ‘De EO en de KRO gaan met The Passion meer glamrock reli-kitsch dan de katholieke kerk ooit heeft gedurfd. Want de meest gruwelijke marteldood (…) vier je met een kitscherige neonpulpshow. Kost ongeveer 15.000 euro per minuut uitzending, maar dan krijg je wel uitgerangeerde C-list BN’ers die Hollandse kutliedjes mogen blerren terwijl All You Need Is Robert de boel aan elkaar lult. Net zo’n Liberace-freakshow als in 2012, 2013 en 2014.’

Het is niet mijn vocabulaire, maar ze hebben wel het belangrijkste punt te pakken. Artiesten als Jim de Groot (Jezus), Shirma Rouse (Maria) en Jeroen van der Boom (Petrus) kunnen gewoon niet overtuigend acteren. En Rouse en De Groot gleden geregeld uit tijdens het live-optreden door net tegen de melodie aan te zingen. Uitzonderingen waren Jeroen van Koningsbrugge als Judas en Jon van Eerd als Pontius Pilatus. Zij lieten zien dat er nog hoop is voor het Nederlandse theater.

Mooie duetten

Enkele duetten waren bijzonder mooi getroffen. In de vier voorafgaande edities pasten de popliedjes op het passieverhaal als de spreekwoordelijke tang op het varken. Dat ging dit jaar gelukkig heel wat beter. Vooral de Jezusduetten – met Judas en Petrus – maakten veel indruk. Judas zong ‘Wit licht’ van Marco Borsato. Frases als ‘maar gedragen door het witte licht, kom ik los van wie mij maakte’ passen goed bij het karakter van de twijfelende verrader uit het Nieuwe Testament. Kippenvel was echter gereserveerd voor Petrus en Jezus. Beiden zongen het lied ‘Mag ik dan bij jou’ van Claudia de Breij. Jezus zingt dan tot Petrus: ‘Als het einde komt / en als ik dan bang ben / mag ik dan bij jou?’ Kwetsbaarheid ten top en zo ongeveer het enige moment dat ik de acteur De Groot echt wilde geloven.

Er waren meer terugkerende problemen. Zo stelde de verslaggever bij het in processie rondgedragen kruis, dit jaar vertolkt door Bridget Maasland, weer uiterst domme en genante vragen aan de kruisdragers, die hun best deden om algemeen-vaag spirituele antwoorden te geven. ‘Nee, ik geloof niet in Jezus, ik geloof in de hoop,’ aldus een van de deelnemers. En Maria Moeder Gods deed ook dit jaar weer alle moeite om teksten te zingen die veel beter bij Maria Magdalena zouden hebben gepast, die om de een of andere reden altijd afwezig is in ‘the Passion’.

Oranje overalls

Wie er dit jaar wel bij was, was Barabbas, de prototypische misdadiger die in plaats van Jezus door Pilatus wordt vrijgelaten. Interessant detail is dat Barabbas werd gespeeld door Dave Roelvink, die zelf met nogal wat criminele activiteiten in verband wordt gebracht. Kwestie van character casting zeker. De oranje overalls van Jezus en Barabbas waren ook in eerdere edities te zien, maar door de actualiteit van de afgelopen maanden kreeg de kleur een nieuwe, diepere dimensie. Vele kijkers moesten denken aan de talloze onthoofdingvideo’s die de ‘Islamitische Staat’ over ons heeft uitgestort, vol met in oranje overalls geklede christenen en andere gelovigen die op uiterst bloedige wijze de keel wordt afgesneden. Zo krijgt The Passion de broodnodige actualiteit, in plaats van dat we naar een toneelstuk van een zielige man van 2.000 jaar geleden zitten te kijken.

Transcendentie

Als laatste speelde Robert ten Brink als verteller nog een verdienstelijke rol. Hij kan goed vertellen en de aandacht vasthouden. Bovendien eindigde hij met het zo broodnodige en zo hard gemiste splintertje transcendentie in ‘the Passion’. Aan het einde, zeg maar tussen kruisiging en verrijzenis in, zei hij dat het er van af hangt ‘of je gelooft’ of het verhaal van Jezus na diens dood nog verder gaat of niet. Met een verwijzing naar de studenten in de stad Enschede stelde hij dat wij Nederlanders toch zijn van ‘eerst zien, dan geloven’. Maar, zo ging Ten Brink verder, ‘misschien is het wel andersom: eerst geloven, en dan kan je pas gaan zien’.
Een uiterst waar woord in een verder totaal platgeslagen verhaal.