Weerbarstig huwelijksleven

Het thema huwelijk en gezin is een thema dat mij als rooms-katholiek bisschop, mede ook door de Romeinse synodes over dit thema, al enige tijd meer dan gemiddeld bezig houdt. Laten wij positief beginnen. Nog steeds zijn er in Nederland vele geslaagde huwelijken. Het zijn huwelijken waar de partners elkaar hebben vastgehouden, hoewel het leven niet altijd rozengeur en maneschijn is.

Gerijpt door de tijd is de onderlinge relatie alleen maar beter en hechter geworden. Kinderen die in stabiele huwelijken opgroeien mogen daarvoor dankbaar zijn. Uit onderzoek blijkt dat ook in het huidige Nederland de grote meerderheid van de bevolking blijft verlangen naar een hechte en duurzame relatie. De eeuwenlange evangelieverkondiging heeft een spoor getrokken dat ook in onze postchristelijke cultuur door velen als ideaal wordt beschouwd. Maar er moet helaas rond huwelijk en gezin in het Nederland van vandaag ook een ander verhaal worden verteld.

Economisering

Nog niet zolang geleden sprak een collega-bisschop over een ‘cultuur van het voorlopige’. Met deze uitdrukking poogde hij de huidige samenleving te duiden. In onze economie worden door flexcontracten steeds meer banen voorlopig en veel relaties delen helaas in die voorlopigheid. Veel tijdgenoten beleven hun huwelijksrelatie niet als een verbond voor het leven maar als een contract dat kan worden opgezegd als een van de partijen niet meer voldoende ‘levert’.

De gevolgen van deze economisering van intieme relaties moeten wij niet onderschatten. Recent hoorde ik over een man die zijn zwangere vrouw heeft verlaten; over een oudere man die zijn vrouw heeft ingeruild voor een jonger exemplaar en over een vrouw die het accepteert dat haar man een vriendin heeft maar het huwelijk in stand wil houden. Als je al deze verhalen hoort, besef je hoeveel verborgen verdriet achter veel voordeuren schuilgaat.

Gebrokenheid

Als bisschop voel ik heel sterk, juist ook rond het thema van huwelijk en gezin, de spanning tussen leraar en pastor. Ik ben ervan overtuigd dat onze Kerk over het huwelijk moet blijven spreken als een blijvend verbond tot geluk van man en vrouw en de eventuele kinderen. Maar tegelijkertijd zal de Kerk gastvrij moeten zijn voor al die mensen die weet hebben van de rauwheid van het bestaan. Heel veel gehuwden kunnen hun trouwbelofte niet waarmaken of lijden onder de lichtzinnigheid van hun partner.

Er is veel gebrokenheid en ook veel blijvende gebrokenheid. In niet weinig gevallen valt er niets meer te herstellen en is alleen uithouden en dulden nog haalbaar. Ook in die omstandigheden moet de Kerk mensen nabij zijn. Niet om hoog van de toren te blazen en mensen met moralistische taal van zich te vervreemden. De christelijk pastor moet niet de oren maar de voeten wassen en consequent dienstbaar zijn. Natuurlijk hoopt iedere pastor op bekering, op vergeving en verzoening, ook bij huwelijksproblemen.

Maar in een aantal gevallen is dat een brug te ver en zal de pastor vooral een barmhartig klankbord moeten zijn en moeten bidden dat zijn mensen het dulden zullen volhouden. Het gaat in die omstandigheden om het uithouden van de gebrokenheid en de hoop dat het bestaan een beetje leefbaar blijft. Dat is vanuit het evangelie misschien ver onder de maat maar in de weerbarstige werkelijkheid helaas niet zelden het meest haalbare.

(Deze opinie verscheen afgelopen zaterdag in het Nederlands Dagblad)