Bobbi Eden is verliefd op Jezus

Boerenrocker Hendrik Jan Bökkers heeft een nieuwe plaat uitgebracht. In het liedje bezingt hij zijn frustratie dat zijn mooie vriendin, in de clip gespeeld door niemand minder dan pornoactrice Bobbi Eden, verliefd is geworden op Jezus. Het resultaat is een mengeling van christelijk geloof en humor die je moet liggen, maar die wel vol zit met hilarische verwijzingen. Een tekst- en beeldanalyse.

Bökkers maakt boerenrock in de traditie van Normaal en Jovink en de Voederbietels. Het begrip ‘boerenrock’ kan denigrerend klinken, maar voor vele liefhebbers is het een geuzennaam. Het staat voor rechttoe, rechtaan musiceren, gezongen in (zwaarder of lichter) dialect. De muziek ligt aangenaam in het oor, veel blues en rock ‘n’ roll: na één keer luisteren, kan je de liedjes meezingen. En dat is niet altijd een nadeel.

Verliefd op Jezus

In de nieuwste release van Bökkers zingt hij over zijn vriendin, gespeeld door een van de bekendste porno-actrices van Nederland Bobbi Eden. Ze verkreeg landelijke bekendheid, dus even los van de porno-scene, door haar reality show ‘Dubbel D in LA’ van RTL5. Bökkers vriendin raakt steeds meer haar interesse in Hendrik Jan kwijt, omdat haar leven beheerst wordt door een nieuwe en grotere liefde: die voor Jezus.

Omdat ik de tekst van het liedje niet op internet heb kunnen vinden, heb ik de tekst zelf opgeschreven, dat wil zeggen, niet in het dialect, maar in (min of meer) ABN:

We hebben verkering sinds de HAVO / Nog nooit het dorp uit geweest
In het weekend altijd stappen / Tot de bodem van de fles

De laatste tijd is het anders / En ik snap er niets van
Volgens mij heeft ze kennis / Aan een andere man

Ze loopt nu met Jezus / En dat vind ik gemeen
Want zo’n kerel als Jezus / Daarvan is er maar één

Ze loopt nu met Jezus / Want Zijn liefde is groot
Maar als ik Jezus ooit tegen kom / Dan sla ik hem dood

Ze gaf me een foto / En toen had ik ‘m door
Met zijn stomme sandalen / En zijn vatterige baard

Die denkt toch niet dat ik gek ben/ Ik ben toch geen idioot
’t Is een smerige hippie / Of misschien zelfs een Jood

Ze drinkt ineens geen bier meer / Ze drinkt alleen nog maar wijn
En ze bidt voor haar zorgen / Maar vergeet die van mij

’t Is me allemaal een toestand / Waar ik me gruwelijk voor schaam
Want laatst bij het vrijen / Toen riep ze zelfs zijn naam

Bruidsmystiek

Het hele liedje is feitelijk één grote parodie op de christelijke bruidsmystiek, en dan voornamelijk in zijn rooms-katholieke variant. Deze bruidsmystiek hoort thuis in (bepaalde delen van) de christelijke monastieke traditie, voornamelijk binnen (contemplatieve) vrouwenordes en –congregaties. Het idee is dat de zuster afziet van wereldlijke liefde omdat zij in Jezus een betere, hogere bruidegom gevonden heeft. De bekende Hildegard von Bingen en Hadewych zijn voorbeelden hiervan. De eeuwige professie van een vrouwelijke religieuze heeft daarom (zeker in het verleden) het aanzien van een bruiloft: compleet met witte jurk, sluier en beloftes.

Schriftuurlijke basis voor deze bruidsmystiek wordt gevonden in een allegorische interpretatie van het Bijbelboek Hooglied, uitgelegd in christelijke termen als de liefde tussen God en de kerk c.q. de individuele gelovige. Deze bruidsmystiek is minder bekend in de protestantse traditie, maar steekt ook daar af en toe de kop op, zoals bij de in Amerika populaire Purity Balls, waar jonge meisjes aan God en hun vader beloven kuis te blijven tot hun huwelijk. In de tussentijd zijn de ‘getrouwd’ met God, terwijl hun vader de rol van ‘vriendje’ op zich neemt. Het behoeft geen betoog dat dergelijke Purity Balls psychologisch en theologisch erg onfris zijn.

Verwijzingen

Bezien vanuit de theorie van de intertextualiteit, heeft het liedje en de bijbehorende clip een enorme rijkdom te bieden. Als de relatie nog okee is, zuigen Hendrik Jan en Bobbi Eden aan dezelfde spaghetti-sliert, een verwijzing naar de bekende scène uit Disney’s Lady & de Vagebond. Het semi-erotische gekoketteer van Bobbi met haar rozenkrans doet denken aan performances van Madonna (‘Like a Prayer’) en Lady Gaga (‘Alejandro’). Het knipogende H. Hartbeeld doet direct denken aan de ‘Jesus Buddy’ uit de film Dogma.

En het gaat verder. Als Hendrik Jan zijn handen heeft gewassen in de badkamer en zijn handen wil afdrogen, treft hij op zijn handdoek de bekende afbeelding van Jezus Christus aan, een verwijzing zowel naar de legende van Veronica als naar de Lijkwade van Turijn. Even later kijkt Hendrik Jan in de koelkast op zoek naar bier, maar tot zijn grote verbazing vindt hij alleen brood, wijn en een vis. Hoe Bijbels wil je het hebben.

Radicalisatie

Bobbi radicaliseert in rap tempo: eerst drinkt ze alleen nog maar wijn in plaats van bier, dan verwijdert ze alle pin-ups in huis, vervolgens gaat ze zich steeds meer bedekkende kleden en zelfs de televisie gooit ze uit het raam. In huis hangt ze schilderijen met überzoete relikitsch op, zoals we die kennen uit de grote r.k.-bedevaartsplaatsen. En aan het einde van de clip zie je haar wegsluipen, een slapende Hendrik Jan achterlaten.

Een opmerkelijk detail is dat in de allereerst scene van de clip Bobbi en Hendrik Jan samen witte druiven eten, op een manier die direct aan de god Dionysius doet denken. De wijn die Bobbi verderop in de clip nuttigt als onderdeel van haar bekering vormt als het ware een christelijke sublimatie van de Dionysische passies. In plaats van de lichamelijke passies van de Griekse goden komt nu de geestelijke, zuivere liefde van Jezus. Aldus de clip.

Bökker kent zijn christelijke klassieken, maar niet alles klopt zo ‘netjes’. Bökkers en zijn band staan te spelen in een duidelijk protestantse kerk. Maar in deze kerk vinden we een kruisbeeld-met-corpus, wat ondenkbaar is in een protestantse kerk. Bovendien zijn de (ongeconsacreerde) hosties, waaraan Hendrik Jan zich aan het einde van de clip tegoed doet, meer onderdeel van het rooms-katholieke domein dan van het reformatorische. Het kan er natuurlijk mee te maken hebben, dat Bökkers alleen een protestantse kerk kon ‘regelen’ voor zijn clip, maar dan nog.

Jezus als hippie

Het beeld dat Bökkers van Jezus schetst, is die van de jaren-zestig-hippie. Dat deed Bökkers al eerder in het lied ‘Pilatus’ uit 2012. Het lied is geschreven vanuit het perspectief van Pilatus, die zegt: ‘Ze liggen hele dagen om die vent heen in het gras / Alsof die gast uit Nazareth Christus zelve was. / Als je ze de ruimte geeft dan schoppen ze een rel, / Ik grijp, als ik de kans krijg, die hippie bij zijn vel.’ Het beeld van de hippie-Jezus is een bekende vindplaats, met als meest bekende voorbeelden de musical Jesus Christ Superstar en Godspell. De kritiek op deze mierzoete, roze-knuffelbeer-Jezus is al evenoud, Denk aan de (controversiële) clip ‘Ghost‘ van de Vlaamse groep dEUS of aan de (veel mildere) kritiek van Robert Longs ‘Jacob’.

De vraag is natuurlijk: wat betekent deze ‘Jezus’ van Bökkers. Het is gemakkelijk om er een kritiek op het ‘kleffe’ christendom in te zien, een christendom dat bestaat uit het afleggen van alles wat het leven leuk en aangenaam maakt, met name seks. Christenen zijn dan suffe preutse kwezels waar je eigenlijk alleen medelijden mee kan hebben. Wellicht is dat ook de intentie van Bökkers zelf geweest.

Maar aan de andere kant zetten het lied en de clip mij aan het denken. Wellicht is het christendom inderdaad een van de weinige ‘instanties’ in onze Westerse samenleving die de pornificatie probeert van fundamentele kritiek te voorzien. Het christendom is een van de laatste instanties die ook de ‘andere kant’ van seksualiteit probeert helder te maken. Aan seksualiteit zitten namelijk ook gevaarlijke of risicovolle kanten: van seksueel geweld tot de fundamentele connectie met het krijgen van nageslacht. De ‘bekering’ van porno-actrice van Bobbi Eden is dan ook in dit verband niet oninteressant.