De dominee leert vloeken

Soms weet je als recensent niet zo goed wat je van een boek moet vinden, en dat is lastig. Als ik een boek goed vind, schrijf ik graag een recensie. Als ik een boek daarentegen slecht vind, dan schrijf ik überhaupt geen recensie. Negatieve recensies zijn te gemakkelijk, en leveren vaak niets op. In het geval van De dominee leert vloeken van Rikko Voorberg zit ik in dubio. Wat vind ik er eigenlijk van? Aan de ene kant herken en onderschrijf ik Voorbergs woede over de wereld die schouderophalend voorbij gaat aan ‘Aleppo’ en de vluchtelingencrisis in Europa. Maar anderzijds vind ik zijn proza nog onaf, zijn gedachten nog niet rijp en zijn woede hier en daar wereldvreemd.

Domineeszoon

Rikko Voorberg (1980) is een, aldus de achterflap, een ‘keurige gereformeerde domineeszoon’ die zich ontwikkeld heeft tot ‘een dwarse, graag gehoorde stem in het maatschappelijk debat: een nieuwe beeldenstormer’. Voorberg is bekend van de PupUpKerk in onder andere Amsterdam en van de actie wijgaanzehalen.nl. Hij was dit jaar genomineerd als meest spraakmakende theoloog, en kreeg de Pim de Kuijperpenning vanwege zijn inzet voor de mensenrechten.

Woede

Voorberg is met recht een interessante figuur te noemen, half dominee, half theoloog, half activist, die probeert kerk en maatschappij op te schudden met een heilige woede om het onrecht in de wereld, en de halsstarrige weigering van diezelfde kerk en wereld om het onrecht nu eens echt aan te pakken. Voorberg heeft deze inspiratie omgezet in een boek vol heilige woede, De dominee leert vloeken. Voorberg houdt een pleidooi voor de in de christelijke traditie zo ondergewaardeerde ‘deugd’ van woede. En hij leert zijn lezers dat een vloek als GVD voor hem geen zelfvervloeking inhoudt, maar een krachtig gebed, ‘als een psalm’.

Dagboek

De dominee leert vloeken leest eigenlijk als een verzameling dagboekaantekeningen: persoonlijke anekdotes, korte reflecties, korte citaten, psychologische bespiegelingen en mini-college’s volgen elkaar in hoog tempo op. Voordeel is dat je hiermee een inzicht krijgt in de hersenpan van deze woedende dominee. Bij tijd en wijlen is deze inkijk heel boeiend. Bijvoorbeeld als Voorberg vertelt over het oprichten van de facebook-pagina ‘Benno L. welkom in onze staat’, waarmee hij de veroordeelde pedoseksueel (en de wereld) wil laten zien dat niemand verschoont mag blijven van een tweede kans. Over de enorme media-aandacht die daardoor ontstaat. Over Benno L. zelf die Voorberg opbelt om hetm te bedanken. Over de (ongemakkelijke) bezoeken die Benno en Voorberg bij elkaar afleggen. Op een van die bezoekjes geeft Benno een cadeautje aan Voorberg jonge zoon. Je voelt de ongemakkelijkheid uit de tekst druipen. Heel herkenbaar.

Ongemakkelijk

Tegelijkertijd ademt de tekst ook een ander soort ongemakkelijkheid uit, die vooral bij de lezer te vinden is. Voorbergs schets van zijn eigen leven in Amsterdam ademt hipsterdom. Hij koopt avocado’s bij zijn favoriete groetenboer op de Amsterdamse mark. Hij zet een heerlijke cappuccino inclusief een vormpje in de melk. Om zijn zenuwen de baas te worden gaat hij een boek lezen, of drinkt hij een glas whiskey. Hij rijdt in een oud Eendje. Hij spreekt over zijn eigen idealen als ‘met de poten in de modder staan’.

Werkzaamheden

Het is allemaal moeilijk te combineren met zijn voortdurende pleidooi om de armen en vertrapten in deze wereld nu eens eindelijk echt te gaan helpen. Tekenend is ook de reactie van Tinkebell als Voorberg, door haar aangevuurd, met een groep naar Lampedusa wil gaan om daar daadwerkelijk de vluchtelingen te gaan helpen. Als puntje bij paaltje komt, zegt ze af wegens – en ik citeer maar – ‘werkzaamheden’. En ook de actie wijgaanzehalen.nl blijkt uiteindelijk niet bedoeld om daadwerkelijk met auto’s naar de Griekse stranden te rijden om daar asielzoekers op te pikken, maar een symbolische actie richting Binnenhof.

‘De god van de joden’

Bovendien staan er nog wel een paar frases in waarmee ik theologisch nog wel wat problemen heb. Zo spreekt hij op pagina 48 en 104 over ‘JHWH, de god van de joden’. Even afgezien van de kwestie van de hoofdletters (dat kan aan de redacteur van Arbeiderspers liggen), roept deze frase de vraag op of de God van de joden niet dezelfde is als die van christenen? Ik zou stellig menen van wel.

Werk-in-uitvoering

Uiteindelijk is De dominee leert vloeken een onaf boek, een werk-in-uitvoering. Het zou goed zijn als Voorberg over een paar jaar een nieuwe poging onderneemt zijn theologie van de woede op papier te zetten, maar dan systematischer en minder anekdotisch. Ik kan met uiteindelijk niet aan de indruk onttrekken dat Voorbergs woedende God, vooral een machteloze God is. Lurkend aan een cappucino.