Seksualiteit en religie, het is een moeilijke combinatie. De christelijke kerken verwijten de moderne samenleving maar al te vaak immoreel seksueel gedrag, wijzend op voorbehoedsmiddelen, ongehuwd samenwonen en homoseksuele verbintenissen. Anderzijds verwijten seculiere (en christelijke) critici op de ‘overspannen’ fixatie van (celibatair) levende mannen op wat er tussen de lakens der gelovigen zich afspeelt. Een boek als Vrijen met God moet hier enige lucht kunnen verschaffen, maar het laat de lezer met veel onduidelijkheid en vaagheid zitten.
Over de auteur
Jacob Slavenburg (1943) is geen onbekende in de boekenwereld. Hij heeft tientallen, vaak goedverkopende boeken op zijn naam staan over het vroege christendom en allerlei ‘alternatieve’, meestal esoterische stromingen. Slavenburg is, samen met onder andere John van Schaik en Hans van Oort, een van de bekendste kenners van de esoterische traditie in Nederland. Maar anders dan de academicus Van Oort, bestudeert Slavenburg niet alleen de esoterische traditie, maar is hij er tevens ook heilig van overtuigd dat de waarheid daar te vinden moet zijn.
Een ‘gelovige’ die over zijn eigen ‘kerk’ schrijft, hoeft helemaal geen nadeel te zijn. De overdreven fixatie op een zogenaamd neutraal buitenperspectief vind ik nutteloos. Juist iemand die vanuit de eigen religieuze traditie schrijft, is in staat deze in alle volledigheid te ontsluiten. Moslims die over de Islam schrijven, christenen over het christendom, ik zie het graag. Bij Slavenburg gaat het volgens mij echter niet hele maal goed. Dat blijkt op velerlei manieren in zijn laatste boek Vrijen met God. Over ‘heilige bruiloften’, erotiek & religie, dat net verschenen is bij Walburgpers.
Heilig huwelijk
Slavenburgs belangrijkste missie, aldus zijn eigen woorden, is te kunnen begrijpen wat de oude Grieken, Romeinen en Egyptenaren bedoelden met het begrip hieros gamos, Grieks voor ‘heilig huwelijk’. Het begrip staat in eerste instantie voor het mythologische verschijnsel dat goden en mensen seks met elkaar hebben, waardoor nieuwe (half)goden worden geboren. Denk aan de talrijke huwelijken tussen de Griekse goden onderling, maar ook aan de altijd seksueel actieve oppergod Zeus die in de gedaante van een of ander dier een mooi meisje verschalkt en bezwangerd achterlaat.
In tweede instantie gaat het hieros gamos echter ook over de verbinding tussen het seksuele/erotische domein enerzijds en religie/spiritualiteit anderzijds. Vooral dit tweede aspect is Slavenburgs belangrijkste punt. Grasduinend door millennia aan teksten over erotiek en religie, trekt de auteur twee conclusies. Seks is in de christelijke traditie zwaar onderdrukt uit angst voor de kracht van de barende vrouw, en in eveneens door de kerken onderdrukte esoterische teksten komen we een nieuwe, betere manier tegen om over seks en God na te denken.
Seksueel pessimisme
Aan de ene kant heeft Slavenburg een goed punt te pakken. De christelijke traditie heeft vaak een nogal negatieve houding aan genomen tegen seksualiteit, lichamelijkheid en vrouwelijkheid. De Duitse kerkhistoricus Arnold Angenendt beschrijft dit in zijn monumentale werk Toleranz und Gewalt (2007) met de lenigheid die eigen is aan de Duitse taal als Geschlechthass, Körperfeindlichheit en Sexualpessimismus. En daar kunnen we het mee doen. Er is nog een wereld te winnen voordat de christelijke traditie, ook in zijn huidige bestaansvormen, op een nieuwe, positieve manier over seks en erotiek kan spreken.
Verdwalen
Aan de andere kant verdwaalt Slavenburg een beetje in zijn eigen analyses, of eigenlijk – het gebrek daaraan. Het boek Vrijen met God heeft een chaotische structuur, zowel op het niveau van het hele boek als op het niveau van de individuele hoofdstukken. Je hebt als lezer eigenlijk geen flauw idee waar de auteur ervoor kiest om nu net deze onderwerpen in deze volgorde te bespreken. Daarnaast gebruikt Slavenburg een excessieve hoeveelheid citaten uit primaire en secundaire bronnen. Ik heb niets tegen het citeren van oude teksten, maar in sommige hoofdstukken bestaat meer dan vijftig procent van de tekst uit ellenlange citaten, die je al snel overslaat als lezer. Bovendien is het bij veel citaten volstrekt onduidelijk wie er nu aan het woord is, omdat de naam van de geciteerde (of van de citeerde tekst) niet wordt genoemd. Gelukkig geeft Slavenburg veel voetnoten, dus een oplettende lezer kan de bronnen best terugvinden, maar ongelukkigerwijs staan die noten wel op het einde van het boek en niet onderaan de pagina. En je moet als lezer wel heel erg gemotiveerd zijn om voortdurend op en neer te pendelen in het boek.
Rare redenaties
Los van de hoeveelheid citaten en de rommelige indeling van het boek, maakt Slavenburg zich in een niet gering aantal plaatsen schuldig aan een wel heel slordige redeneerstijl, die nog het meest doet denken aan de tendentieuze bewijsvoering in Holy Blood, Holy Grail (1982), en de talloze relithrillers die naar aanleiding van dit boek zijn geschreven. Ik geef een voorbeeld.
In een paragraaf over de figuur van Maria Magdalena (p. 152-153) stelt Slavenburg – mijn inzien terecht – dat op basis van de Schriftuurlijke overlevering Jezus en Maria niet perse met elkaar getrouwd hoefden te zijn. Tot zo ver niets aan de hand. De auteur gaat verder door te stellen dat beiden wel ‘een intieme relatie’ hebben gehad. Er worden geen bewijsplaatsen opgevoerd voor deze stevige uitspraak. Slavenburg trapt dan nog heel even op de rem (‘bewijzen zijn er niet, wel sterke aanwijzingen’), maar gaat vervolgens los. Hij haalt Paulus erbij. ‘Paulus was geen warm pleitbezorger van het huwelijk. Zou het niet voor de hand liggen om dan naar een ongetrouwde Jezus te verwijzen? Dat zou een flinke opsteker voor Paulus zijn geweest. Hij doet dat niet omdat Jezus gehuwd was.’ Dit soort uitspraken zijn te massief voor woorden, en dit voorbeeld is helaas niet het enige in het boek die zich hier schuldig maakt.
Slavenburg heeft een uiterst actueel en interessant thema aangeslagen. Het seksueel pessimisme van de christelijke traditie verdient een stevig tegengeluid. Maar Slavenburg, ondanks zijn enorme kennis van de esoterische traditie, weet niet te overtuigen. En dat is, gezien de urgentie van het onderwerp, treurig.