In het dagblad Trouw leidde de publicatie van een recensie van het boek ‘God in de oorlog’ van Jan Bank tot een heftige discussie over de houding van de protestanten in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is natuurlijk mooi dat zo’n gevoelig onderwerp grondig bediscussieerd wordt, maar het doet geen recht aan het besproken boek. Dat gaat namelijk over ‘De rol van de Kerk in Europa 1939–1945’, aldus de ondertitel.
Eigenlijk is deze ondertitel nog te bescheiden. Een van de kwaliteiten van het boek is namelijk dat het uitgebreid aandacht besteedt aan de voor- en nageschiedenis. Van de moeizame verhouding die veel kerken, met name de katholieke, aanvankelijk hadden met de liberale staat en de moderne democratie, tot de christen-democratie als motor achter de vereniging van Europa.
In zijn inleiding constateert Bank dat er eigenlijk weinig aandacht is besteed aan de rol van de kerken tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat komt volgens hem doordat onderzoekers religie tegenwoordig beschouwen als een onbelangrijke factor in de Europese samenlevingen. Waarom zou je je me zoiets onbelangrijks bezighouden?
Dat wil niet zeggen dat er geen onderzoek is gedaan. Integendeel: er zijn talloze boeken verschenen over de kerken in vrijwel alle Europese landen. En dan is er nog de discussie over de houding van de rooms-katholieke kerk en paus Pius XII in het bijzonder: was hij antisemiet of heeft hij juist talloze joden geholpen om onder te duiken.
Maar een synthese van al die deelstudies was er nog niet. Misschien komt dat ook wel doordat historici archiefonderzoek nog steeds als hoogste goed beschouwen. Steeds speurend in archieven hopen ze daar dat ene document op te diepen waardoor — bijvoorbeeld — voortaan onomstotelijk vaststaat dat het lot van de joden de paus totaal onverschillig liet dan wel dat hij persoonlijk op zoek ging naar onderduikadressen.
Bank heeft in plaats van archieven bibliotheken bezocht om zo de rol van de kerken tijdens de Tweede Wereldoorlog in Europa te kunnen beschrijven. Maar nog minder dan in bijvoorbeeld de medische wetenschap geeft zo’n meta-analyse een eenduidig antwoord. Dé houding van de kerken tijdens de Tweede Wereldoorlog komt er niet in naar voren.
Dat geldt ook voor de rooms-katholieke Kerk. Meer dan tweeduizend katholieke priesters kwamen om in concentratiekampen; Slowakije, tijdens de oorlog een Duitse vazalstaat, had een katholieke priester als president.
De leiding van de rooms-katholieke Kerk protesteerde nauwelijks tegen de discriminatie van en later tegen de deportatie van en moord op de joodse bevolking. De Nederlandse bisschoppen vormden een uitzondering: zij protesteerden openlijk tegen de vervolging van de joden en dit was aanleiding voor de Duitsers om alle katholiek gedoopte joden onmiddellijk te deporteren naar vernietigingskampen. “Het was deze ervaring in het bezette Nederland die in het Vaticaan de pleitbezorgers voor voorzichtigheid een argument in handen gaf; niet in de laatste plaats paus Pius XII”, aldus Bank die er vervolgens op wijst dat het zwijgen van de Belgische bisschoppen effectief was doordat het de hulp aan joden in kerken en kloosters niet verstoorde.
Dit is een belangrijke conclusie die getrokken kan worden uit de vele onderzoeken die Bank heeft bestudeerd. Maar het zij nogmaals benadrukt: het is niet de enige. Het boek behandelt alle Europese kerken van de katholieke tot de orthodoxe, van Noorwegen tot Bulgarije. Dat maakt dit boek tot een standaardwerk over de kerken tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Jan Bank, God in de oorlog. De rol van de Kerk in Europa 1939-1945 (Amsterdam: Uitgeverij Balans, 2015). 735 p. ISBN 97894 600 3806 8. € 49,95. Oorspronkelijk titel: Churches and Religion in the Second World War (Londen: Bloomsbury Academic).