Deze studie is een weerklank van een herontdekking vanuit een reformatorische hoek. Boeiend voor een katholiek om dit te zien gebeuren.
door Joost Jansen oPraem
De auteur schetst de achtergronden van het ‘bidden op de uren’ in de Bijbel en de vroege kerk. De monniken komen aan het woord en de Devotio Moderna (Geert Grote), de Reformatie en de Contrareformatie en de tijd daarna tot op de huidige dag. Ook de ontwikkelingen in de rooms-katholieke kerk waar het ‘brevier’ (dat ‘afkorting’ betekent) in de liturgische vernieuwing van na het concilie Vaticanum II weer een Getijdengebed is geworden: het bidden op de uren voor het gehele ‘volk van God’ en niet louter voor hen die aan het bidden van het Getijdengebed door geloften zijn gebonden (gewijden, priesters en diakens, kloosterlingen). Dat de monniken de totaliteit van de verschillende gebedstijden (ook de zogenoemde ‘kleine uurtjes’ als terts, sext en noon) bidden, neemt niet weg dat er voor de leek en de professional in de rooms-katholieke kerk maar een vorm van getijdengebed is. (De auteur noemt ook de ‘priem’, maar die is echt met Vaticanum II per onmiddellijke ingang ‘geskipt’).
Uit dit boekje komt een grote nieuwsgierigheid naar voren. Geregeld komen de religieuze gemeenschappen binnen de rooms-katholieke kerk aan bod. Soms als ‘laatste der Mohikanen’ die ’het’ nog bidden. Ik denk dat het genuanceerder ligt. Velen bidden het Getijdengebed, in gemeenschap of privé en vaak met veel vrucht. Een gesprek met een ‘doorgewinterde’ rooms-katholiek zou hierin geholpen hebben.
Al met al: een boeiende ontdekkingsreis voor de auteur vanuit de reformatorische traditie. Zijn ontdekkingen en daardoor heen zijn verlangen naar het ‘bidden op de uren’ vraagt naar meer.
Joost Jansen is norbertijn van de Abdij van Berne, prior van de abdij, pastoor van de parochie Heilige Augustinus (Berlicum/Middelrode, Dinther, Heeswijk en Loosbroek) en redacteur van Katholiek.nl