Dit is een mooi boek met prachtige foto’s. Je kiest het graag uit om het te mogen recenseren. Maar als het aankomt op het schrijven van de recensie, stuit je op een probleem. Hoe recenseer je een boek dat grotendeels uit foto’s bestaat en waarvan de weinige teksten voor een belangrijk deel zijn genomen uit de Regel van Benedictus? Of op de korte toelichtingen van niemand minder dan Wil Derkse en Notker Wolf, de abtprimaat van de benedictijnen?
Fotograaf Hans-Günther Kaufmann is geboren in 1943: het dieptepunt van de Tweede Wereldoorlog. Sindsdien heeft hij “bijna 70 jaar van herstel en groei van vrijheid meegemaakt”. Maar hij stelt vraagtekens bij de manier waarop deze groei tot stand kwam. “Wanneer echter groei en rijkdom beperkt zijn tot consumptie van materiële bronnen, dan zullen we met de omvang van onze technische vooruitgang snel hun eindigheid voelen.”
In het naoorlogse Europa, waarin de welvaart naar ongekende hoogte steeg, werkte Kaufmann als fotograaf in de mode- en reclamewereld. Nu richt hij zich meer op religieuze thema’s. Ik zou kunnen proberen om een verbinding te maken van zijn eerdere glamour-werk naar de meer verstilde foto’s die hij nu maakt. Maar fotografie is mijn vak niet.
Een recensent presenteert zich als een vakman die in het openbaar oordeelt over het werk van een ander: hij kan het maken of breken. Meedogenloos kan hij fouten aanwijzen en die breed uitmeten.
De Regel van Benedictus zegt daarentegen dat een vakman zijn vak ‘in alle nederigheid’ uitoefent. En in het commentaar daarbij staat: “Ook het werk van de vaklui – hoe bekwaam en professioneel ze ook mogen zijn – is in de eerste plaats dienst. Vandaar in dit verband opnieuw het accent op deemoed”.
Inderdaad: er staat een hinderlijk historisch foutje in het boek. Maar ach, het boek wordt er niet minder fraai door.
Notker Wolf, Hans-Günther Kaufmann, Wil Derkse, Ora en labora. De Regel van Benedictus Utrecht: Uitgeverij Kok, 2015, 179 p. ISBN 978 90 435 2478 0. € 25,-.