Brief uit de missie 36 De moeizame missie in Vietnam

handgeschreven brieven

Op de website van de BBC poneerde Simon Westlake op 2 februari 2006: “Vietnam heeft een grote katholieke gemeenschap. Dat is het gevolg van jarenlang Frans koloniaal bewind. De communisten die in 1975 aan de macht kwamen vertrouwden de buitenlandse invloed niet. Na de hereniging van Noord- en Zuid-Vietnam legde de communistische partij strenge voorwaarden op aan het katholieke geloof en andere religies. Vooraanstaande katholieken werden naar strafkampen gestuurd. Seminaries werden gesloten. Sinds de hervormingen van de jaren negentig gaat het weer beter. Priesters mogen weer vrij rondreizen en er worden steeds meer kerken gebouwd. Het katholicisme maakt een nieuwe periode van bloei door in Vietnam”.

Zaal van de Vietnamese martelaren in Parijs
Het verbreiden van het katholieke geloof was niet alleen een groot probleem na de val van Saigon in 1975. Missionarissen werden zelden met open armen ontvangen in Vietnam. Een overzicht van de missie in het land door de Vietnamees Tran-Minh-Tiet in 1955 kreeg niet voor niets de titel ‘Geschiedenis van de vervolgingen in Vietnam’ mee. Paters die er in de negentiende eeuw heen trokken wisten wat hen mogelijk te wachten stond. In de hoofdvestiging van de Missions Etrangères de Paris (M.E.P.) in de Franse hoofdstad was een zaal ingericht met martelwerktuigen die voor een groot gedeelte uit Vietnam afkomstig waren.

Jonge Nederlandse en Belgische geestelijken, op weg naar het verre oosten, logeerden de eerste nacht van hun reis regelmatig bij de ‘Vreemde Missiën’ in Parijs. “De zaal der martelaars”, aldus Louis Roofthooft uit Lier in 1880, “is een grote vierkante kamer. Daarin bewaart men zorgvuldig de moordtuigen die gebruikt zijn bij het martelen van de missionarissen. Wie de zaal binnen treedt schrikt hevig. Verschrikkelijke werktuigen hangen aan de muren. Hij waant zich in een arsenaal, een wapenzaal of in een rovershol. Hier liggen zware ijzeren kettingen, waarmee de beulen hun slachtoffers vastbonden aan de schandpaal. Daar hangen wrede haken, scherpe pijlen en spieken waar het vergoten en gestold bloed nog aan kleeft. Een weinig verder staat een afgrijselijke pijnbank, waarop de kloeke martelaars uitgerekt, verbrand of gevierendeeld werden. Verder ziet men nog alle soorten van koorden en nagels. Tussen de martelwerktuigen in praalt de fotografie van de vermoorde missionaris, martelaar van het Geloof”.

Roofthooft had, hoe kon het ook anders, grote bewondering voor de ‘deugden, de godsvrucht, de zielen-ijver, de heldenmoed en standvastigheid van al die apostelen die zijn voorgangers en medebroeders in Jezus Christus waren’. Aan het begin van de reis naar zijn eigen missiegebied (in China) besefte hij maar al te goed wat ook hem zou kunnen overkomen.
Vervolgingen in Vietnam onder keizer Tu-Duc
De bekeerlingen hadden het niet minder moeilijk dan de paters die zich inspanden hen voor het geloof uit het westen te winnen. In een brief uit de missie deed Emmanuel Estevez, een Dominicaan, op 2 augustus 1862 verslag. Zijn rapportage werd afgedrukt in de Godsdienstvriend, een door katholieken in de negentiende eeuw veelgelezen tijdschrift. Vooral onder keizer Tu-Duc (r. 1847-1883) hadden de bekeerlingen het moeilijk. “Hij verwoestte onze kerken en scholen, onthoofdde onze Europese bisschoppen, verbrandde de gebedenboeken en kerksieraden. Tweederde van de inlandse geestelijkheid stierf de marteldood. Hij wilde bovendien dat de vervolging behalve de herder ook de kudde zou treffen. Het zwaard moest tevens bevlekt worden met het bloed van de eenvoudige nieuwe bekeerlingen.

Tu-Duc was nog niet tevreden. Het aantal christenen was groot. De naam van de verlosser was bekend. In het gehele koninkrijk werd hij aanbeden. De druk moest worden opgevoerd. Een algemene verbanning was nodig. Men moest de christenen tot armoede brengen, hen alle bezittingen afnemen, hun geloof door de verschrikkelijkste folteringen op de proef stellen.

Dit plan werd zonder uitstel ten uitvoer gebracht. De beroving van de nieuwe bekeerlingen werd algemeen. Men gebruikte ketenen en andere foltertuigen. De een ontwrichtte men de beenderen met koorden, de andere stelde men het ontblote hoofd aan de brandende stralen van de zon bloot, weer een ander bond men met handen en voeten en wierp hen op ruwe hellingen, die met doornen overdekt waren.

Dit was niet genoeg om de haat van de koning te stillen. Men nam zijn toevlucht tot gloeiende haken. Men deed olifanten komen, die de lichamen van de martelaren door hun gewicht verbrijzelden en met hun snuit doodden”.

Volgens de briefschrijver was de wreedheid, door de overheid uitgevoerd, vooral van toepassing in Tonkin (Noord-Vietnam). “Onze gouverneur heeft de bijnaam ‘Nero van Tonkin’ met recht verdiend”, stelde hij.

“Hier heeft men de christenen niet toegestaan hun bezittingen te verkopen. Men dreef hen met geweld uit hun huizen. Men ketende hen met vijf aan elkaar. Men vergunde hen slechts levensbehoeften voor een of twee dagen mee te nemen. Men weigerde hen zelfs een weinig hout om te kunnen koken. Wat een verschrikkelijke nood heeft men aan de ballingschap toegevoegd.

Op sommige plaatsen kregen de bekeerlingen nog wel toestemming om op openbare markten te bedelen. Het grootste deel van de katholieke gevangenen kon op die manier echter niet in zijn onderhoud voorzien. Zij hadden gebrek aan alles. Om hun ellendig en rampzalig leven enige ogenblikken te verlengen verkochten ze al hun kleren. Onze broeders van het Westen schonken ons aalmoezen. Maar het was niet altijd mogelijk levensmiddelen te bezorgen in de gevangenissen. De bekeerlingen stierven zodoende de hongersnood. Veel jonge meisjes, onschuldig gvangen gezet, werden zonder verdediging aan de onbeschofte behandeling door de heidenen overgeleverd. Wie wordt niet ontroerd door hun lot! Hoe droevig is ons missiegebied sinds het wegvoeren van de christenen. Mijn pen weigert het afgrijselijke toneel nog verder te beschrijven”.

Tussen de regels door vermeldde de briefschrijver dat er een christelijke troonpretendent was (Pedro Phung) en dat de christenen derhalve een reële bedreiging vormden voor de troon van Tu-Duc. “Ongelukkig is Pedro Phung verslagen. Daardoor is de christenen alle hoop op hulp ontnomen”, met die woorden werd de lezers van de Godsdienstvriend voorgehouden hoe in Vietnam de macht werd uitgeoefend. Meer uitleg was blijkbaar niet nodig.
Helden in de missie van Vietnam
In het uitgebreide verslag dat de Dominicaan schreef liet hij niet na enkele helden een speciale vermelding te geven. Khoa Cuong, 35 jaar, bijvoorbeeld. “De nieuwbekeerde werd om zijn geloof aangehouden. Ondanks alle folteringen bleef hij standvastig in het geloof. Op zekere dag wilde men de woorden ‘Valse godsdient van Jezus’ op zijn gezicht branden. Ondanks alle weerstand kon hij dat niet beletten. Medegevangenen slaagden erin de eerste woorden weg te halen. Zo hield hij alleen de naam Jezus over. Bij het opnieuw inbranden verdedigde de gevangene zich met zoveel inspanning dat men elke poging moest opgeven. Vervolgens werd hij vreselijk gegeseld. Terwijl hij tot bloedens toe gewond werd, verklaarde hij: ‘Ik ben christen. Het christendom is de waarheid. Het is geen valse godsdienst. Daarom zal ik het nooit verzaken’.

Vietnamese martelaar Augustin Schoeffer, 1851

Khoa werd naar de strafplaats geleid. Hij moest sterven. Een ‘uitroeper’ maakte aan de menigte bekend dat de veroordeelde niet had willen toelaten dat de woorden ‘valse godsdienst’ op zijn gezicht gebrand werd. Hier op aarde was dit zijn enige misdaad”. Juist om die reden wachtte hem in de hemel een eeuwige beloning, konden de Nederlandse katholieken in de Godsdienstvriend lezen.

Tweee vrouwen hadden zich eveneens heldhaftig gedragen. In eerste instantie hadden ze meebetaald aan het vrijkopen van een gevangen genomen missionaris. Om die reden werden ze later gearresteerd. Wie kon ze kwalijk nemen dat ze bang waren voor de gevolgen. “Zij werden voor de rechtbank gebracht. Toen men ze de foltertuigen toonde zwoeren zij het geloof af. Ze mochten naar hun huisgezinnen terugkeren”.

Na een tijdje, aldus de briefschrijver, moesten ze zich opnieuw verantwoorden door het kruis te vertrappen. “Daar trof hun echter de genade. Zij werden met afgrijzen bevangen en verklaarden dat zij zulk een euveldaad nooit zouden bedrijven. ‘Het is waar’, zo spraken zij. ‘Wij hebben ons een keer zwak opgesteld. Toen wisten wij niet wat wij uit vrees en angst deden. Nu hebben we berouw. Aan uw bevelen willen we niet gehoorzamen, omdat wij dan zouden zondigen’”. Een derde vrouw liet zich evenmin intimideren. “De Vietnamese rechter ontvlamde in woede. Driemaal op een dag en in het bijzijn van de gehele rechtbank door vrouwen overwonnen, dat kon hij niet verdragen. Hij veroordeelde ze om aan een paal te worden gewurgd. Die straf beschouwt men in Tonkin als de ergste.

De drie heldinnen gingen met een helder en opgeruimd gezicht naar de strafplaats. Alsof zij ter bruiloft gingen. Ze lieten zich met de handen kruiselings aan de palen vasthechten. Het koord dat men om hun hals wierp leken ze niet op te merken. Op een teken van de rechter trokken de soldaten de koorden zo sterk aan dat de trekken van de dood op hun gezcht te zien waren. En toch hadden de gelukzalige zielen hun lichamen nog niet verlaten. Dat zag men aan het bewegen van hun voeten. Die werden door de beulen uit vermaak met toortsen verbrand. Er was geen teken van leven meer.

Ik beken u openhartig dat ik onder het lezen mijn tranen niet kon inhouden. Dit waren de eerste vrouwelijke christenen die in onze missie openlijk voor het geloof de marteldood stierven”.
Op 19 juni 1988 werden 117 Vietnamese missionarissen en Vietnamezen door paus Johannes Paulus heilig verklaard. Hun martelaarschap werd op die manier een symbool voor de huidige generatie. In Parijs is de ‘Zaal van de [Vietnamese] martelaren’ nog steeds te bezoeken (Rue du Bac 128). Aan de wanden hangen grote afbeeldingen in kleur. Daarop is te zien hoe menige missionaris op een gruwelijke manier aan zijn einde kwam in Vietnam. Oktober is Wereldmissiemaand. Dit jaar stond die in het teken van de kerk in Vietnam.

Harry Knipschild

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *