Anton de Wit: “Journalisten begrijpen geen snars van de kerk”

Gisteravond presenteerde religiejournalist Anton de Wit zijn nieuwste boek ‘Van klokken en klepels’. Hij gaat hierin in op de vraag wat je nog in de Kerk zoekt, terwijl er zo veel fouts kleeft aan dit instituut.

Zijn grote vraag is hoe het misbruik in de Kerk zo’n grote omvang heeft kunnen bereiken en hij analyseert de manier waarop de media hiermee om zijn gegaan. Hij noemt met name Joep Dohmen, die naar mening van De Wit veel goed werk heeft gedaan en terecht de slachtoffers een stem heeft willen geven.

Maar Dohmen had ook voorzichtiger moeten omgaan met deze getuigenissen. Hij had ze in een historische context moeten plaatsen. Wanneer het bekende daders betrof, beschuldigde hij mensen zonder weerwoord te zoeken. Een voorbeeld daarvan is bisschop Ter Schure: hij zou betrokken zijn geweest bij misbruikzaken in Nederland, terwijl vaststaat dat hij in die tijd in het buitenland woonde. Dohmen wil de Kerk te grazen nemen, zo denkt De Wit.

‘Van klokken en klepels’ gaat zowel over de Kerk als over journalistiek. De journalist heeft drie taken: feiten brengen, deze feiten duiden en hierover een mening geven. Feiten hebben we in overvloed, aldus De Wit. Meningen ook, iedereen krijgt tegenwoordig een microfoon onder de neus geduwd. Maar duiding is er veel te weinig.

‘Duidingsprogramma’s’ geven vooral meningen. Veel journalisten begrijpen niet wat de rooms-katholieke Kerk is. Ze beschouwen haar als een multinational met de paus als CEO. Maar het gezag van de paus is complexer en dubbelzinniger dan dat van een topman van een multinational. Daardoor begrijpt de gemiddelde krantenlezer er ook niets meer van volgens De Wit.

Hetzelfde zie je in het werk van Dohmen, vindt hij. Op de site van de NRC staat het dossier over misbruik. Je krijgt je alleen feiten, geen achtergrondartikelen, maar wel opinieartikelen die allemaal wijzen naar het celibaat als oorzaak. Dat wordt zonder vorm van bewijs als feit gepresenteerd. Onderzoek heeft echter het tegenovergestelde aangetoond.

In het laatste hoofdstuk wil De Wit laten zien dat hij van harte katholiek is. Daarbij hoort dat je optimistisch blijft. “Wanneer de boot in zwaar weer verkeert, mogen wij vertrouwen op Christus.” We moeten hoop blijven putten uit de rijkdom van de traditie die de Kerk bewaart: waarden en gebruiken die ons leven richting kunnen geven, kunst die ons boven onszelf kan laten uitstijgen. “Uiteindelijk schaam ik me niet voor de Kerk”, zegt hij. “Wanneer je al deze zwartgalligheid laat varen en je kijkt naar de mensen in de Kerk, hebben we een vrolijke Kerk waarin ruimte is voor velen.”

Zie ook: http://www.antondewit.nl/van-klokken-en-klepels (waar ook de foto vandaan komt)

Jan Brouwers
freelance journalist, historicus en blogger Reli-Blog

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *