Franciscaan in India (1): Durf ik mij als christen uit te geven?

Tot en met 25 maart is redacteur en franciscaan Hans-Peter Bartels op bezoek bij zijn medebroeders in India. Het doel van de reis is kennis te maken met de broeders ter plaatse, maar vooral ook om te ervaren hoe het is als franciscaan te leven in een derde wereldland met een cultuur die niet gebaseerd is op het christendom. Voor Katholiek.nl beschrijft hij zijn indrukken.

Christendom in India

Om iets van de situatie in India te begrijpen, moeten we even beginnen met een aantal getallen en feiten. Christenen vormen een kleine minderheid. Na het hindoeïsme (80%) en de islam (30%) is het christendom (2,3%) de derde religie van het land. Dat komt nog altijd neer op bijna 30 miljoen mensen. De aanwezigheid van het christendom in India is oud. Toen de Portugese ontdekkingsreiziger Vasco da Gama India in 1510 “ontdekte”, trof hij er al ruim een miljoen christenen. Volgens de traditie en de legenden zou de apostel Thomas na het wonder van Pinksteren richting India zijn getrokken en hier hebben gepredikt en uiteindelijk martelaar zijn geworden. Deze groep oer-christenen wordt “Thomaschristenen” of “Malabarchristenen” genoemd. Malabar betekent Peperkust, verwijzend naar de Indiase zuidwestkust. Hier wonen de meesten van hen. Er zijn veel christelijke denominaties in India. De Rooms-katholieke kerk is de grootste (1,5%; 19,2 miljoen Indiërs). Die andere 0,8% (10,2 miljoen) is verdeeld over protestanten, anglicanen en diverse oosterse kerken, al dan niet geaffilieerd met Rome. Onder die laatste groep vallen ook de Thomaschristenen, waarbinnen de 400.000 leden tellende Syro-Malankara-Katholieke Kerk geaffilieerd is met Rome. Overigens zijn de pogingen van de Portugezen alle Thomaschristenen onder dwang te ‘latiniseren’ mislukt. De meeste niet-Thomaschristenen zijn nakomelingen van, 5 á 6 generaties terug, bekeerde hindoes.

Franciscanen in India

De aanwezigheid van de minderbroeders franciscanen dateert ver terug. Vanaf 1291 zijn er franciscanen in India geweest, dus al 65 jaar na de dood van Franciscus van Assisi. Een vijandige Portugese regering maakte hier in 1838 een eind aan. De laatste franciscaan stierf in 1893. Pas in 1926 kwamen er Engelse franciscanen naar India, maar dat waren er slechts weinig en zij hadden weinig invloed. De laatste van hen overleed in 2009. De huidige Indiase franciscanenprovincie (gesticht in 1985) is een dochtersprovincie van de Nederlandse franciscanen. Deze kwamen in 1946 en stichten het eerste huis in Bangalore, dat nog altijd de plek is van het provincialaat (het bestuurscentrum). Inmiddels zijn er geen Nederlandse franciscanen meer in de Indiase provincie. In 2008 is de provincie – vanwege de grootte – opgesplitst in een provincie (het zuiden), een afhankelijke custodie (een ‘onderprovincie’; midden en noorden) en een fundatie (een beginnetje; in het Noordoosten; oostelijk van Bangladesh).

Buiten de franciscanen zijn er ook kapucijnen, conventuelen, clarissen, franciscanessen, franciscaner broeders en franciscaanse seculieren (OFS-groepen) in India. Vermeldenswaard zijn vooral de Franciscanessen Missionarissen van Maria (FMM). Dit is een in 1877 in India, door de Franse zuster Maria van de Passie, gestichte congregatie. Er zijn ook FMM-zusters in België, met één gemeenschap in Nederland.

De Indiase cultuur

Het enige zinnige over de Indiase cultuur dat je kunt zeggen is: ze is heel divers. Of, vrij naar koningin Maxima: dé Indiase cultuur bestaat niet. Die verschillen liggen niet zozeer tussen de religies; die leven (of leefden, zie verderop) vreedzaam samen (“we zijn allemaal Indiërs”). De scheidslijnen liggen eerder tussen de verschillende volkeren, zoals de Tamils, de Kannadiga, de Telugu, etc. Elk volk heeft zijn eigen taal (bijv. Tamil, Kannada, resp. Telugu). India kent 415 levende talen! India is eigenlijk bijna geen land. Het wordt niet voor niets een subcontinent genoemd. De lingua franca in het noorden is het Hindi, in het zuiden het Engels. Van het Engels wil de Indiase regering graag af, maar de zuidelijke staten blokkeren dit, omdat het hun helpt in hun mondiale uitstraling.

Het zuiden van India is opener, moderner en rijker dan het noorden, hoewel er ook hier in alle steden sloppenwijken te vinden zijn. In het zuiden is westerse kleding geaccepteerd, in het noorden wordt hier neerbuigend over gedaan. Traditionele kleding (sari’s, kurta’s en dhoti’s) lopen. Tot enkele jaren terug leefden de hindoes (de meerderheid), de moslims, de christenen en de andere gelovigen vreedzaam naast en met elkaar. Maar nu is er een hindoe-nationalistische regering aan de macht, die vindt dat India een Hindoeland moet zijn. De moslims en, in iets mindere mate, de christenen krijgen het hierdoor lastiger. De problemen zijn in het noorden (vooral noordwesten) groter dan in het zuiden, maar langzaamaan worden ook daar de moeilijkheden zichtbaarder. De vraag die onder de christenen leeft is: durf ik mij nog openlijk als christen uit te geven en zo nee, verloochen ik Christus dan niet? Een enorm dilemma.

Volgende week publiceer ik mijn tweede deel.