De heiligen van de christelijke traditie spreken millennia tot de verbeelding. Ze zijn oud en tegelijk elke keer weer nieuw, zich aan tijd en plaats aanpassen. Igor Palminteri voert deze heilige flexibiliteit naar een nieuw niveau. De Italiaanse kunstenaars verkleed Jezus, Maria, Jozef, Rita en Antonius als bekende Amerikaanse superhelden: Jezus als Spiderman, Maria en Jozef als de ouders van de helden uit de Pixar-film The Incredibles, Rita als Catwoman en Antonius als Batman.
Blasfemie? Wellicht. Maar de vraag of het godslasterend is, vind ik altijd irrelevant. De vergelijking die de Italiaan maakt, lijkt voor de hand te liggen. De heiligen van de christelijke traditie lijken in vele opzichten op de postmoderne superhelden van comics en block busters. Ze bezitten bovenmenselijke krachten, staan voor alles wat goed en nobel is in de mens, verlossen de mensheid van grote noden, mensen aanbidden hen als incarnaties van het Goede. Jezus redt de wereld, zoals Batman dat elke keer weer voor Gotham City doet.
De vergelijking is vaker gemaakt: superhelden en popsterren: ze zijn de nieuwe heiligen van onze tijd. Onaantastbaar is hun status, moreel en esthetisch zijn ze ver verheven boven de massa. Ze vertegenwoordigen alles wat wij zouden willen zijn: machtig, succesvol en (vaak) rijk.
Maar over de vergelijking tussen heiligen en de superhelden van Palminteri zijn ook wel enkele kritische opmerkingen te maken. In het boek The Drama of Christian Ethics geeft theoloog Samuel Wells een aantal verschillen tussen helden en heiligen. Zo wijst Wells erop dat het woord ‘held’ nergens te vinden is in het Nieuwe Testament. Dit in tegenstellingen tot bijvoorbeeld de Griekse mythologie, die zo ongeveer stijf staat van de ‘helden’: Achilles, Hercules, Herakles of Ajax. Het woord ‘heilige’ komt 64 keer voor in het Nieuwe Testament. De bijbel zoekt heiligen en geen helden. Wells komt met de volgende verschillen op de proppen.
Het verhaal. Wells ziet belangrijke verschillen tussen de verhalen die over de christelijke heiligen (de hagiografieën) worden verteld en de verhalen over de Marvel-superhelden. De held komt altijd net op tijd te voorschijn om een noodzakelijke ingreep in de gebeurtenissen te plegen waardoor de wereld gered wordt. De heilige is (in deze zin) niet noodzakelijk. Hij kan onzichtbaar zijn, makkelijk gemist worden, zelfs vergeten. Het verhaal van de held gaat over de held. Het verhaal over Superman gaat eigenlijk alleen over hoe geweldig Superman is. Het verhaal van de heilige gaat over God. De significantie van helden is direct duidelijk, die van heiligen kan vaak pas in retroperspectief worden gewogen.
Deugden. Een heldenepos draait om het verheerlijken van de deugden van de held: zijn kracht, wijsheid of lenigheid bijvoorbeeld. Het zijn juist die speciale krachten van de superheld, dat hij in staat is om beslissend in te grijpen in de gebeurtenissen. Dat maakt de superheld tot de held die hij is. Een heilige heeft geregeld geen speciale eigenschappen: van heiligen wordt juist verteld welke negatieve eigenschappen hij heeft. Ze zijn heiligen niet altijd dapper, slim of heel sterk. Heiligen zijn trouw aan God, aan zichzelf en aan hun roeping. Het heldenepos wordt verteld om ons te verheugen in de kracht van de held. Het verhaal van de heilige om geloof te vieren.
Prototype. Het prototype van de superheld is de soldaat: sterk, machtig, strategisch, gewelddadig, stoer. Het prototype van de heilige is de martelaar. (Aldus, Wells, ik ben het met deze laatste opmerking niet geheel eens.) De professionele soldaat en superheld ziet vrijwillig zijn eigen dood op het slagveld dagelijks onder ogen. De martelaar moet ook zijn eigen dood onder ogen zien, maar dan zonder zich te kunnen of willen verdedigen in een ‘eerlijk’ gevecht.
Eén versus allen. De typische superheld is een eenling. In afzondering oefent de superheld zijn mentale en fysieke krachten. Hij gaat alleen op pad om de misdaad te bestrijden. Politie en dergelijke vermijdt hij liever. Het is one against the World. Hij is de ultieme self-made man, de incarnatie van de American Dream. De heilige staat juist in de uitdrukkelijke grotere context van de gelovige gemeenschap (kerk of klooster). Zijn of haar heiligheid ontwikkelt zich in een duidelijke sociale context. Bovendien is de heilige geen self-made man, maar een mens die zich zeer duidelijk bewust is van het begrip ‘genade’. Elke heilige zal zijn deugden beschouwen als genade van God, en niet (alleen) als het resultaat van eigen werken.
Gemeenschap. Wells wijst erop dat in het Nieuwe Testament in alle vindplaatsen het woord ‘heilige’ altijd in het meervoud voorkomt. De held is slechts een onbereikbaar voorbeeld dat slechts bewondering (bij fans) en afgunst (bij tegenstanders) oproept. De heiligen geven vooral de boodschap dat heiligheid iets is dat in principe voor elke gelovige is weggelegd. In die zin zijn de heiligen democratischer dan de superhelden uit Hollywood.
Igor Palminteri heeft scherp de overeenkomsten tussen de oude christelijke heiligen en de moderne superhelden in de smiezen. Nu nog wat meer reflectie op de fundamentele verschillen.
Frank G. Bosman, cultuurtheoloog en blogger (zie Goedgezelschap.eu)