Brief aan Jozef over ‘bonus-ouderschap’

Maria, Jezus en Jozef

Maria zal een kind krijgen van de Heilige Geest. Een prachtig verhaal over de komst van Jezus, ‘de Zoon van God’ wordt ons met Kerst gegeven. Een verhaal over verlossing en werkelijke nabijheid van God op aarde. Wat willen we nog meer? Ik wil niets afdoen aan dit prachtige verhaal met deze diepe betekenis. Het kerstkind is een prachtig wonder dat ons gegeven wordt. Ik wil echter stilstaan bij iemand anders in de kerststal. Ik wil graag stilstaan bij Jozef.

Tegenwoordig zien wij veel samengestelde gezinnen. Ouders die gescheiden zijn of nooit getrouwd geweest maar wel kinderen hebben en (her)trouwen. Een weduwe of weduwnaar die een nieuwe partner krijgt. Deze nieuwe partner kan een bonus-vader of -moeder zijn voor de kinderen uit het gezin. Deze nieuw gevonden ‘bonus-ouder’ gaat hand in hand met Jozef op pad. In een zogenaamde ‘brief aan Jozef’ hoop ik kracht te kunnen geven aan de bonus-ouders onder ons en aan hun partners.

Lieve Jozef,

Pas nu besef ik hoe moeilijk het kan zijn om ‘vader/moeder’ te worden van een kind dat je wordt gegeven maar waar je geen bloedband mee hebt. Pas nu besef ik hoe verwarrend het moet zijn geweest voor u, Jozef, en hoeveel stappen u eigenlijk terug hebt moeten zetten om de biologische ouders de ruimte te kunnen geven het kind te begeleiden in zijn leven.

Vele mensen weten tegenwoordig hoe het is om een bonus-vader, of -moeder, te zijn. Je trouwt met iemand die je liefhebt. De kinderen die zijn ontstaan uit een eerdere relatie komen met je partner mee. Nu is dit natuurlijk niet precies te vergelijken met uw situatie, Jozef, maar de herkenning is er wel. Je houdt van de kinderen met heel je hart. Toch blijft het besef dat je af en toe een stap terug moet zetten. Je wilt ze alle liefde, veiligheid en vertrouwen bieden. Je wilt ze laten weten dat je er altijd voor ze bent. In je hart voel je je met ze verbonden, en je bent ook met ze verbonden, alleen je positie kan verwarrend zijn. De biologische ouders blijven in dit verhaal bijna altijd diegene met de rechten en plichten van de opvoeding, de zeggenschap en het gezag. Hoe veilig het kind zich ook bij je voelt en hoe lief het je ook heeft, je zult nooit een biologische ouder worden.

Hebt u, Jozef, niet af en toe bij de groenteboer gestaan, dat Jezus ineens naar de tempel liep om te gaan luisteren naar zijn Vader? Om te doen wat Hij hem opdroeg? Heeft Jezus niet vaak genoeg tegen u gezegd: ‘Mijn Vader zegt dat ik…’ Terwijl u het liefst wilde dat hij dit keer gewoon gezellig bij u in de werkplaats bleef om samen te werken aan jullie band? Hoe voelde u zich toen? Was het niet ontzettend moeilijk om te beseffen dat u daarin altijd een stap terug moest zetten? Nu was het bij u misschien rationeel nog wel te begrijpen. Dat u een stap terugzette voor het doel van God. In de situatie waarin ik dit vergelijk gaat het natuurlijk niet om de uitzonderlijke situatie waarin u zat, maar ik denk wel dat u de mensen begrijpt die in deze situatie zitten.

Biologische ouder zijn vraagt al behoorlijk veel loslaten. Het vraagt dat je altijd het kind, en het welzijn van het kind, boven dat van jezelf zet. Je geeft je leven, deelt je leven en je liefde. Voor een bonus-ouder is dit precies hetzelfde. Ook van de bonus-ouder wordt verlangd dat deze het belang van de kinderen altijd voorop zet. Wat het voor hen nog een stapje moeilijker maakt, is dat je ook bij tijden met je neus op de feiten wordt gedrukt, dat je op een hele andere wijze een tweederangs positie hebt. Wanneer de biologische ouder iets van het kind vraagt, dan doe jij een stap terug. Dus je zet niet alleen de kinderen boven jezelf maar ook de ouders van deze kinderen!

Je hebt de onvoorwaardelijke liefde, de zorgen en de pijn van een moeder of vader maar je bent niet de moeder of vader. Natuurlijk zullen er momenten zijn geweest dat u, Jozef, met Jezus de band voelde van een vader met een zoon. Jezus zal van u ook de dingen hebben geleerd waar Hij met vrede naar terug kijkt. Zo kan het ook zijn met alle bonus-ouders onder ons. We blijven van ze houden, geven ze alles wat ze nodig hebben maar we zullen altijd om hun eigen bestwil een extra stap terugzetten wanneer dit nodig is. Voor het kind is het goed te weten dat de biologische ouders in eerste instantie altijd voorrang zullen houden. En, Jozef, u weet als geen ander, dat dit soms pijn geeft en verdriet. Maria en u hebben vast ook wel eens op de bank gezeten en gezucht. Hoe lastig het is om los te moeten laten en niet precies te weten wat je kind meemaakt. Zo zitten vele gebroken gezinnen nu ook op de bank en delen ditzelfde.

Wat zou u kunnen zeggen tegen alle bonus-ouders onder ons? Ik denk dat u ze een hart onder de riem zou steken. Dat u zou erkennen dat ze een zware taak hebben maar ze wel kunt bemoedigen. Ik denk dat u hoopt dat ze sterk zijn en onzelfzuchtig blijven. Dat ze ondanks de stapjes terug weten dat ze een belangrijke rol spelen in het leven van de kinderen. U bent ze hierin als voorbeeld geweest.

Ik hoop dat iemand af en toe eens tegen de bonus-ouders zegt hoeveel ze waard zijn. Dat wanneer ze hun partner in liefde bijstaan ze ook zoveel kunnen bereiken. Als ze samen in rust, liefde, vertrouwen, veiligheid en zoveel meer, de kinderen kunnen begeleiden doen ze al zoveel goeds. Dan mogen ze zich hopelijk gezegend weten met hun positie omdat ze iets wat gebroken is een beetje heel kunnen maken.

U, en velen met u, weten dat hun positie niet altijd de makkelijkste is. Toch kunnen ze hierin een voorbeeld zijn van onvoorwaardelijke en onbaatzuchtige liefde waarin het welzijn van het kind altijd bovenaan staat.

Kunt u, Jozef, met uw voorbeeld hand in hand gaan met al deze bonus ouders? Ze kracht geven om deze taak te kunnen volbrengen? Wilt u ze prijzen voor hun liefde en het veilige nest wat ze de kinderen samen met hun partner willen bieden?

Tot slot: wilt u bij alle kinderen zijn die, in al hun onschuld en kwetsbaarheid, in een positie zitten waarin de biologische ouders niet meer bij elkaar zijn? Wij hopen dat u ze altijd een warm hart wilt toedragen. Dat deze kinderen niets tekort komen. Helpt u de ouders en bonus-ouders een beetje mee, dat de kinderen niet te veel mee krijgen van eventuele spanningen en onvrede tussen de biologische ouders? Wilt u daarin de bonus-ouder tot kracht zijn hun partner te beschermen voor die eventuele onvrede?

U weet als geen ander, Jozef, dat een taak die je krijgt om te zorgen voor een kind dat andere ouders kent, niet vanzelfsprekend is. Maar u deed het met zoveel liefde en toewijding. U weet ook dat bonus-ouders het soms confronterend, pijnlijk of verdrietig vinden. Dat ze zich onmachtig kunnen voelen. Wilt u daarom deze Kerst er extra zijn voor hen die met u hand in hand willen gaan?

Dank, namens alle bonus-ouders