Een van de moeilijkste vragen van het geloof is deze naar het effect of het resultaat van het gebed. Negatief geformuleerd luidt die vraag: haalt het eigenlijk wat uit of je voor iets bidt? Positief geformuleerd: hoe weet je dat je gebed verhoord wordt? Ook die tweede vraag is eigenlijk negatief. Beide vragen gaan immers uit van een economische kijk op geloof en bidden: dit was mijn investering, waar is het rendement?
Erger nog, ze bekijken God met een antropocentrische blik: God is eigenlijk ook maar een mens, want Hij is af te kopen of zou dat minstens mogen zijn. Bovendien is Hij een scherpslijpende rekenaar (meer resultaat voor meer gebeden). God als homo economicus tot de oneindige macht. Ik dacht dat God Liefde was, Liefde rekent niet.
Ja maar, zeggen sommigen, zo zit het niet in mekaar. God verhoort altijd, daarom nog niet zoals wij dat willen. Precies omdat Hij Liefde is. Daar kan ik inkomen. Vooral als we zaken vragen die je God niet moet vragen, geld bijvoorbeeld. Dan krijg je beter iets hoogstaanders. Maar er zijn zo van die gevallen waar de motor van de redenering sputtert. Bij gebed om vrede bijvoorbeeld. Een recent voorbeeld.
Een Belgische pater lanceerde tijdens een lezing het volgende: we moeten een gebedsactie voor vrede in Oekräine houden, dan zal God zorgen dat de Russen weggaan. En hij gaf het voorbeeld van 70.000 Oostenrijkers die een rozenkransactie hadden gehouden, toen na de Tweede Wereldoorlog Oostenrijk, zoals Duitsland, in vier bezettingszones was opgedeeld waarvan eentje door de Sovjets werd gecontroleerd. Volgens die Belgische pater heeft die gebedsactie ervoor gezorgd dat de Russen vanzelf Oostenrijk hebben verlaten.
Los van de vraag hoe die pater zo zeker weet dat die beslissing van de Russen het gevolg was van het gebed, is zijn bewering een ontkenning van de historische werkelijkheid. De bezetting van Oostenrijk was onhoudbaar (vooral na de Blokkade van Berlijn in het bezette Duitsland). In onderling overleg voerden de bezettende mogendheden vanaf 1953 bestuurlijke aanpassingen door, zodat ‘alle’ geallieerden, niet alleen de Russen, in 1955 het land konden verlaten en het Oostenrijks Staatsverdrag werd gesloten. Dat alles berustte op een deal tussen West en Oost: de Sovjets doen wat ze willen in Polen, Hongarije en de Balkan, als ze Oostenrijk loslaten. Moskou eiste daarop de neutraliteit van Oostenrijk. Zo geschiedde.
Stel dat die Belgische pater toch gelijk heeft en dat dit alles is gebeurd omdat 70.000 mensen de rozenkrans hebben gebeden. Dan zitten we met een groot probleem: waarom heeft God dit wel gedaan voor Oostenrijk en niet voor Hongarije en Polen, waar wellicht veel meer dan 70.000 katholieken voor vrede hebben gebeden? De wegen van God zijn ondoorgrondelijk, luidt het antwoord. Niet zozeer ondoorgrondelijk in dat geval, denk ik, maar vooral kronkelig.
Leggen we Oostenrijk en Polen eens naast elkaar. Ik zou denken dat de Polen bij God een streepje voor moesten hebben. Polen was het eerste land dat onder de voet werd gelopen door de nazi’s, het kreeg concentratiekampen op zijn grondgebied waarin mensen massaal werden afgemaakt, en met het geheime Von Molotov-Ribbentroppact verdeelden Hitler en Stalin het land onder elkaar.
In Oostenrijk werd geen schot gelost, de Anschluss bij Duitsland was een feestgebeuren, de Oostenrijkers werden zelfs de fanatiekste nazi’s die een antichristelijke boodschap verkondigden, en kardinaal Innitzer was zo’n fan van de Führer dat hij eigenhandig ‘Heil Hitler’ schreef op het document van de Anschluss dat hij tekende. Redenen genoeg voor God om Oostenrijkers voor hun baldadig gedrag en de kerk voor het meeheulen met de moordenaars van miljoenen mensen te straffen met een paar decennia communisme. Dat werd wel het lot van de Polen die slachtoffers waren geweest.
De Belgische pater had ook daar echter ook een antwoord op: hierdoor heeft God kunnen zorgen voor de Poolse paus Johannes-Paulus II. Een vreemde veronderstelling toch dat God zo wreed zou zijn om miljoenen mensen veertig jaar te laten lijden, omdat Hij een troefkaart in de hand hield? Waarom hield Hij geen Oostenrijkse paus achter de hand? Dat zou eerlijker zijn geweest.
Speculeren over Gods directe ingrijpen is een gevaarlijke redenering die het geloof meer kwaad dan goed doet. Wie begint de geschiedenis toe te schrijven aan Gods handelen (en niet aan het handelen van mensen, hopelijk onder Gods inspiratie), zet zichzelf vast… Waarom kwam Hitler dan aan de macht en Stalin? Om ons te straffen misschien? Dat is blasfemie.
De geschiedenis is onze geschiedenis waar wij verantwoordelijk voor zijn. Ten goede en ten kwade. En God helpt ons, als we ons werk aan Hem toevertrouwen. Hij is in Christus de geschiedenis binnengekomen om ons vrij te maken voor het goede, niet om het werk uit onze handen te nemen.
Wie van God een mechanisme maakt dat kan uitvoeren wat wij willen, maakt van Hem een afgod. God is geen Deus ex machina, en nog minder een die arbitrair bepaalt of Hij zal tussenkomen of niet. God is geen automaat met een gleuf voor gebedsmunten en nog minder een jackpot waarvan je nooit weet wanneer je prijs hebt. Mag je dan niet bidden voor vrede? Zeker, meer dan ooit.
Bidden voor vrede is bidden dat God in ons hart de ‘liefde voor de vijand’ groter zou maken dan de ‘haat voor de vijand’. Bidden voor vrede is God vragen dat Hij de strijdende partijen zou inspireren om de weg van de vrede in plaats van deze van de oorlog te bewandelen. Bidden voor vrede is ook vragen dat, wanneer de verdrukker niet wil wijken, de verdrukten de moed van de uithouding en de moed van de geweldloze weerstand zouden opbrengen.
Het is dat gebed dat de Polen die niet het geluk hadden dat de afspraken tussen de wereldleiders hun land vrijmaakte van communisme, decennialang rechthield en wakker hield om niet te buigen, zodat uiteindelijk het communisme moest buigen. Dat is het resultaat van bidden voor vrede. Bidden voor vrede is bidden om moed en volharding, niet denken dat God zelf de vijand zal wegjagen
Natuurlijk mag een mens in nood God om hulp vragen, maar niet zoals die Belgische pater het voorstelde: als we met velen de rozenkrans bidden, zal Hij plooien. Dat ruikt naar chantage. Bidden is zich toevertrouwen in overgave. Ik mag aannemen dat zich toevertrouwen aan Gods liefde en genade om – in verzet en overgave – trouw Jezus’ leerling te blijven, wat de omstandigheden van het leven ook mogen brengen, op een dieper geloof wijst dan verwachten dat God zou handelen in onze plaats.