Vasten met vallen en opstaan – reactie

Zakken chips

Goede Simone,

Met enig plezier èn met eenzelfde hoeveelheid chagrijn heb ik je gedachten over je ‘vastenproblemen’ gelezen. Ik weet niet waarom je deze gedachten op papier hebt gezet. Wil je mij, trouwe lezer van Katholiek.NL, deelgenoot maken van je diepe roerselen? Wil je een klein beetje de – terechte – spot drijven met de overdreven aandacht die het begrip ‘vasten’ juist in de Veertigdagentijd lijkt op te roepen? (Aardig is dat deze periode in het kerkelijk jaar juist deze naam droeg: de tijd van de vasten). Of wil je serieus proberen om het vasten in je leven gestalte te geven en ‘schreeuw’ je nu om hulp?

Allereerst: ik heb met je te doen. Je probeert je leven in vroomheid te wortelen, passend voor en bij iemand die de moeder aller wetenschappen studeert, de godgeleerdheid. Dat is positief. En het geeft mij de gelegenheid om op een oplossing voor je problemen te wijzen: begin bij het bestuderen van de Schrift. Je komt bijvoorbeeld bij Matteüs 6 tot een aardige gedachte: er is ten diepste geen verschil bidden en vasten. Beide zijn vormen van je richten tot de Eeuwige. Bidden en vasten kennen slechts één voorwaarde en dat is je leeg maken. D.w.z. dat je alles waar je in je dagelijks leven mee bezig bent, moet loslaten, uit je hoofd bannen. Je hoeft dus ook niet te zoeken naar woorden. Dat is het bidden van de heidenen. Die menen met een ‘eindeloos voortprevelen, door hun woordenvloed verhoord te worden’. Zo gaat het met het vasten ook. Jezus geeft van een kort gebed in dit hoofdstuk een prachtig voorbeeld, het Onze Vader. En lees je dit gebed heel aandachtig dan merk je dat je jezelf aanspoort tot het doen van wat de Eeuwige van ons vraagt: Tora doen, je naaste respecteren en ervoor zorgen dat hij/zij niets te kort komt voor een normaal bestaan.

Zo gaat het ook met het vasten. Doe dat ook om je ‘leeg’ te maken. Nu mag je zachtjes grinniken. Want dat is toch precies wat vasten bewerkstelligt! Nee, vasten betekent eveneens dat je je gedachten ontlast van de zorg voor het dagelijks bestaan. En nu merk je misschien ook hoe hypocriet òns vasten in feite is. Want het merendeel van de vrome vasters hebben geen enkele zorg om wat er vandaag weer op tafel moet komen. Hoogstens om de keus uit het grote aanbod. Bovendien reikt de ‘zorg om het bestaan’ verder dan voedsel. Het kan ook zijn dat je hoofd tolt vanwege zorg, problemen in je werk, misschien zelfs wel òm je werk. Problemen om de duurzaamheid, om door de natuur en door mensen veroorzaakte rampen, om je ouders en/of je kinderen. Doe als bij het doorsnee-vasten en maak je hoofd leeg. Dan komt er ruimte voor een ander soort gedachten. Gedachten van elders, gedachten – vroom geformuleerd – van ‘boven’. Zo vasten, zo bidden geeft ruimte, geeft rust. Zegt Augustinus niet dat ‘ons hart onrustig is, tot het rust vindt in U’.

Er is nog een aspect van bidden en vasten dat jou lijkt te hinderen bij het praktiseren ervan. ‘Wat zullen anderen, mijn collega’s, mijn vrienden ervan zeggen als ik een stuk taart laat staan omwille van …?’ Ik geef je twee antwoorden. Waarom trek je je iets aan van zulke vrienden, collega’s, anderen!? Zijn dat wel vrienden, etc?! Trek je liever iets aan van mensen die belangstellend informeren naar je manier van leven. Mensen met wie je in gesprek kunt komen in plaats van je te verdedigen.

Matteüs geeft een tweede antwoord: bidden en vasten doe je in je binnenkamer, in ‘het verborgene’. Daar kunnen anderen je niet belemmeren in je welgemeende vroomheid. Daar voorkom je ook dat je vasten een soort prestatie wordt. ‘Kijk mij eens supervroom zijn!’

Bewaar dat maar als je wilt vasten voor om af te slanken, om een of andere hippe meditatiecursus te volgen. Vermijd zo vasten zelfs als je als groep geld opzij wilt leggen voor armen, voor slachtoffers van een hongersnood of whatever voor goed doel.

Pieter Butz