Op 30 september 2005 verschenen twaalf cartoons over de profeet Mohammed in het Deense dagblad Jyllands-Posten. De cartoons zijn wellicht niet direct smaakvol te noemen, maar ze raakten op een ongemakkelijke manier de toenmalige actualiteit.
door Frank Bosman
Een van de cartoons laat Mohammed zien met een balkje voor de ogen, zoals criminelen in kranten en op televisie worden afgebeeld. Een andere cartoon laat Mohammed een lange rij nasmeulende jongemannen toespreken dat de maagden in het paradijs aan het opraken zijn. De beroemdste cartoon uit de serie is ongetwijfeld die van Kurt Westergaard die Mohammed afbeeldde met een bom in zijn tulband. Moslims wereldwijd uitte hun woede over deze belediging, vaak met woorden, maar soms ook in daden. Meer dan honderd mensen kwamen wereldwijd om door onlusten en Westergaard moest leren leven met constante politiebewaking.
Op 7 januari 2015 werden twaalf redactieleden van het Franse Charlie Hebdo gedood, doodgeschoten door beledigde moslims. De wereld kleurde in zwart, iedereen was even ‘Charlie’. Niet omdat de cartoons in het satirische blad zo hemelbestormend intelligent waren, maar omdat vermoord worden om een grapje een voor Europeanen zo onbekend verschijnsel was geworden. Christenen lijken, als het hierop aankomt, een dikkere huid te hebben. De laatste keer dat een cartoonist moest onderduiken vanwege doodsbedreigingen uit christelijke kring is al een eeuwigheid geleden. Wellicht hebben veel christenen de theologische betekenis van humor reeds omarmd of zij ze inmiddels onverschillig geworden voor de zoveelste grap over pedoseksuele priesters.
Misschien wel allebei tegelijk. In mijn boek God houdt van een geintje (2012) heb ik geprobeerd uit te leggen dat het christendom veel aan humor kan hebben, ook als dat ten koste gaat van wat heilig genoemd wordt. Humor versplintert de gesneden afgodsbeelden die wij van God in ons hoofd hebben opgetrokken. En deze beeldenstormende kwaliteit van humor voorkomt tevens dat christenen zichzelf benoemen tot grootinquisiteur over andermans geloof.
Daarom was ik ook blij met de kans om het stripboek Jezus Christus was een meisje van Crazie Dutch Men te recenseren. Op de cover staat een wit figuurtje, dat kennelijk een vrouwelijke Jezus moet voorstellen, met daarnaast ‘losjes gebaseerd op de no. 1 bestseller’, een duidelijke knipoog naar de Bijbel. Mijn aanvankelijk enthousiasme voor het stripboek stierf echter een snelle en relatief pijnloze dood. Niet omdat de grappen hard en grof waren, zoals die van Charlie Hebdo. Niet omdat morele, ethische, spirituele of religieuze grenzen werden opgezocht en stelselmatig overschreden. Niet omdat de humor van een minzame fijnzinnigheid was, die men zelden nog aantreft. Niets van dit alles. Was het maar hard en grof, of fijnzinnig en intelligent. Dan had ik het graag gelezen.
In een van de één of twee pagina’s tellende strips spreekt ‘meisje Jezus’ met de bezetenen uit Marcus 5. De arme stakker ziet er inderdaad deerniswekkend uit: broodmager en met waanzin in zijn ogen. ‘Wie ben je, demon?’ vraagt Jezus. – ‘Legioen, want we zijn met velen,’ zegt de bezetene Bijbelgetrouw. ‘Gaat uit deze mens en verdwijn onreine geest!’ beveelt Jezus hen, waarop Legioen in een kudde everzwijnen trekt die zich daarop collectief in een meer wil verdrinken. Maar ze glijden uit op het bevroren water. ‘O ja,’ zo voegt Jezus hen toe, ‘en voorzichtig hoor, want het heeft nogal gevroren vannacht.’ De flauwheid spat er vanaf.
Een ander voorbeeld. Gladiatoren in het oude Rome hakken elkaar flink in de pan voor de ogen van de keizer en het toegestroomde volk. Elke keer als een van de gladiatoren een ander overwonnen heeft, staat-ie na enkele seconden weer uit de dood op. Dan zegt de keizer tegen Jezus, die naast hem in de keizerlijke loge staat: ‘Het is prima dat je komt kijken, J.C., maar wil je dan wel – alsjeblieft – de doden de doden laten? Ander wordt het allemaal zo zinloos’. Weer erg flauw als je het mij vraagt, hoewel smaken verschillen. Op zich kan je de tekenaar – of tekenaars, ik kan zo goed als geen informatie over de auteur(s) vinden – geen Bijbels analfabetisme verwijten. In beide voorbeelden kennen ze hun christelijke klassiekers: de uitdrijving van Legioen en het opwekken van doden door Jezus. En dat de keizer Jezus aanspreekt als ‘J.C.’ is nog wel een grappige verwijzing naar de naam van de beroemdste Romeinse leider ooit, Julius Caesar. Maar daarnaast staat weer een strip van Jezus die oneindig veel broodjes vis staat ter verkopen. Het is allemaal zo vreselijk ongeïnspireerd.
Jezus Christus was een meisje wil grappig zijn, maar is dat eigenlijk nergens. En dat ligt niet aan het onderwerp – geloof leent zich uitstekend voor grappen – maar aan de grappenmakers zelf. Ze prikkelen niet, ze haken niet in op de actualiteit, missen elke urgentie en doen geen serieuze poging om gesneden Godsbeelden te bestormen.
1 uit 5 sterren.
Crazy Dutch Men | Jezus Christus was een meisje | Crazy Dutch Men
Frank G. Bosman is redacteur van Katholiek.nl. In het dagelijks leven werkt hij als cultuurtheoloog aan het Tilburg Cobbenhagen Center, onderdeel van Tilburg University.