Vers voor de zondag: 27 december

De Heilige Familie

In onze rubriek ‘Vers voor de Zondag’ blikken we vooruit op de eucharistieviering  – tijdens de lockdown op afstand te volgen op televisie en internet – van aanstaande zondag (of feestdag): wat vertelt het Evangelie ons? Om wat voor thema draait deze viering? Wat zou je kunnen doen om dit te onderstrepen?

Feest van de heilige Familie

Vruchtbaar geworden

Terwijl het feest van Kerstmis stamt uit de vierde eeuw, is het feest van de Heilige Familie pas van de twintigste eeuw. Na enige omzwervingen op de jaarkalender is het na het Concilie Vaticanum II is het op de zondag geplaatst tussen Kerstmis en Nieuwjaar. In de Kersttijd staan we stil bij Jezus, Maria en Jozef in heel verschillende omstandigheden. Met dit Feest van de heilige Familie staan we stil bij hen als gezin. In dit jaar B: Jezus’ opdracht in de Tempel van Jeruzalem. Het ‘netwerk’ van de joodse traditie omringt hen. Groeien in geloven gebeurt op de eerste plaats in een warm en hartelijk netwerk, in een (min of meer grote) familie. Groeien in geloven is een manier van opgroeien: hoofd, hart en handen.

Exegetische notities Evangelie

Lucas 2,22-40

De ondertitel ‘Toewijding van Jezus in de tempel’ luidde vroeger ‘De opdracht in de tempel’ en dat was ook de gewoonte: de eerstgeborene werd bestemd voor dienst in de tempel en je kon die ‘vrijkopen’ als de baby een maand oud was (Num.15,15; 1Sam.1,24-28). Een presentatie in de tempel was geen verplichting, een reinigingsoffer wel. De duiven die in dit verhaal worden aangeboden passen bij mensen met een smalle beurs. Zo staat hier in een paar regels verschil van visie welke afspraken er tot hét verbond horen en welke niet. We verduidelijken dit aan de hand van de hymne ofwel het danklied van Simeon.

Het is een belangrijk deel van deze perikoop. Er zijn twee aspecten die dit lied dragen: de vraag naar wat wel of niet een deel van de wet is en de plaats van de tempel, Jeruzalem.

Wat wel of wat niet verplicht is blijft een kwestie van interpreteren én van de tijdgeest. We treffen een kluwen van verbindingen met het Eerste Testament. Het wordt duidelijk dat Jezus in verbinding staat met de profetische traditie.

De redacteur(en) van dit evangelie zien Jeruzalem als hét middelpunt van de wereld. Dat centrum stond onder druk en zou in het jaar 70 worden vernietigd, zoals ook al eerder in de geschiedenis gebeurde. Deze stad is het bastion van waaruit de wereld het heil kan verwachten. Jezus is degene die dat kan brengen.

De tijd dat Jeruzalem verwoest was en men naar troost en uitkomst smachtte, was de periode van Jesaja (hoofdstuk 40 en 41, tot 52,9). Jesaja 40 begint met ‘Troost, troost, mijn volk’ (gekende bidregel in de Nazitijd). Jeremia 15 biedt een tekst met licht. Deze teksten zijn bronnen van inspiratie voor dit evangelie in het algemeen en voor het danklied van Simeon in het bijzonder.

Er zijn parallellen en analogieën die de betekenis van de tekst tot een bezinnende hymne maken.

In vers 26 lezen we dat Jezus een kind met een missie is. De redacteuren leggen een link met Mozes die Aäron zalft om hem een opdracht te geven. Jezus is ook een gezalfde en zo luidt zijn titel: Messias.

Samuël is een kind met een opdracht, net zoals Jezus. Samuëls moeder, Hannah, is 84 jaar, weduwe en heeft haar leven gewijd aan de dienst in de tempel. Ze heeft een leeftijd die doet denken aan die van Simeon. Simeon op zijn beurt heeft trekken die doen denken aan Elia. Elia werd gezien als een echte profeet in het onrustige tijdvak van oorlogen en deportaties. Dat Simeon trekken vertoont van Elia, van de Tweede Jesaja en dat Hannah weer herkenbaar is als profetes (net als Debora, Judith en Chulda) is te verwachten. Al met al treffen we veel verbindingen tussen Jezus in dit Evangelie met vooraanstaande profeten uit het Eerste Testament. Jezus staat in de traditie van profeten. In dit evangelie komen mannelijke en vrouwelijke profeten in het verhaal, en ook hier in dit hoofdstuk, Hannah na Simeon.

Focus

De rode draad in deze lezingen is het twijfelen, het ingespannen denken over geloof en vertrouwen. Is de basis van je geloof vooral geduld en hoop? Paulus noemt het 17 maal. Het geloof van de voorouders in het Eerste Testament is vertrouwen dat het, in onze termen, goed komt. Wanneer je God ‘om niets’, zonder reden trouw bent, dan komt het goede vanzelf. Het kan ook zijn dat je in het heden meemaakt, oogst, wat je zelf in het verleden gezaaid hebt. Is kennis van dit systeem, van deze wisselwerking een vorm van geloof? Het thema is en blijft actueel.

Lofzang van Hanna

In het Evangelie van deze dag vinden we de tekst van de zogenoemde ‘Lofzang van Simeon’, in het Latijn aangeduid als het Nunc Dimittis.

Om ook Hanna een duidelijke plaats te geven kan onderstaande tekst gezongen of gelezen worden. Het is een mooie, bezinnende tekst, een gebed gericht aan de Eeuwige, de Bron van alle leven. De eerste letter van elk couplet vormen samen de naam HANNA.

Hoe groot is je geheim,
o Bron van alle leven,
o Licht dat zij geprezen
steeds als het ochtend wordt.

Aan Jou, mijn stille kracht
herken ik de genade
van liefde bovenmate
betoond aan elk geslacht.

Nooit zal men Jou weerstaan
als durf en deernis trouwen
aan kinderen en vrouwen
en mannen zonder naam.

Noem Jij ons bij de naam
als alles wordt vergeten
en laat de wereld weten
hoe vrede wordt gedaan.

Aan wie op zetels troont,
die doorgaan voor de sterken,
laat eindelijk bemerken:
alleen de liefde loont.

Tekst: G.Luijpers en P.Dogge, muziek: J.Bouvé

De teksten en suggestie zijn genomen uit de ‘Handreikingen voor liturgie voor de zon- en feestdagen’ van Berne Media. In deze uitgave staan exegetische notities voor elke lezing en antwoordpsalm, een ‘kapstok’ voor de verkondiging, misteksten, voorbeden en diverse andere suggesties voor vieringen met gewijde of niet-gewijde voorganger. Voor meer informatie over de uitgave en een abonnement, zie de website van Berne Media.